Het kabinet is een stap verder met de uitwerking van de nieuwe wetgeving voor zzp’ers, maar heeft ook nog werk te verrichten. Zo doet het kabinet onderzoek naar de tariefstelling bij zzp en gaat het in gesprek met de Europese Commissie over de bescherming van werkenden met lage tarieven. Dat schrijven minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en staatssecretaris Snel van Financiën in een hoofdlijnenbrief aan de Tweede Kamer.

Het kabinet gaat naast deze acties direct na de zomer ook met belanghebbenden in gesprek zodat zij kunnen bijdragen aan de verdere uitwerking van de maatregelen uit de hoofdlijnenbrief en de afwegingen daarbij. In het najaar zal het kabinet de Tweede Kamer opnieuw op de hoogte stellen van de stand van zaken. Het streven blijft dat de wetgeving 1 januari 2020 ingaat.

Het maken van nieuwe wet- en regelgeving rond het zelfstandig ondernemerschap (zzp) is geen simpele opgave. Dat was duidelijk bij de invoering van de wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) in 2016 en blijkt ook nu. Desondanks is het onverminderd nodig dat er deze kabinetsperiode nieuwe wetgeving komt. Aan de ene kant om de groep mensen die een welbewuste keuze maakt voor het zelfstandig ondernemerschap de ruimte te geven om te ondernemen. Maar ook om de groep mensen te beschermen die, soms ongewild, in een kwetsbare positie belanden.

Daarnaast wil het kabinet oneerlijke concurrentie tegengaan tussen de bedrijven die zich aan de regels houden en de bedrijven die zzp-constructies gebruiken om hun loonkosten te drukken en hun risico’s af te wentelen.

Acties

In het regeerakkoord is aangegeven dat de maatregelen uitvoerbaar moeten zijn, ze zekerheid moeten bieden en dat de administratieve lasten beperkt moeten blijven. Er wordt gezocht naar een goede balans tussen deze drie voorwaarden bij het verduidelijken van de wet- en regelgeving. Het kabinet zal onderzoeken of en hoe de in het regeerakkoord genoemden webmodule hiervoor geschikt en passend is. Met wetenschappers en veldpartijen worden hier de komende maanden keuzes in gemaakt. Het begrip gezag wordt in het verlengde hiervan, zoals de Kamer is toegezegd, voor 1 januari 2019 verduidelijkt.

Ook blijkt het ingewikkeld om een uurtarief af te bakenen, dit is nodig om te weten wie er straks onder bijvoorbeeld de maatregel over het lage tarief vallen. Het kabinet is hier een onderzoek naar gestart. Daarnaast gaat het kabinet in gesprek met de Europese Commissie over de vraag hoe de extra bescherming voor de mensen met lage tarieven zich verhoudt tot het Europees recht.

Schijnzelfstandigheid

Het moratorium op de handhaving voor de wet DBA blijft van kracht tot 1 januari 2020. Zoals in februari aangekondigd gaat de Belastingdienst vanaf 1 juli 2018 niet alleen bij de ernstigste kwaadwillenden, maar bij alle kwaadwillenden handhaven.

De Belastingdienst gaat voor het einde van 2018 bij minimaal honderd opdrachtgevers in verschillende sectoren langs om in gesprek te gaan over hun manier van werken. In gesprek gaan met opdrachtgevers leidt nu in een aantal gevallen al tot aanpassing van de werkwijze en dus tot verbetering. Daarnaast gaan de Belastingdienst en de Inspectie SZW nauwer samenwerken en in hun interventieteams extra aandacht geven aan het onderzoeken en bestrijden van schijnzelfstandigheid. In afwachting van nieuwe wetgeving en bij onzekerheid kunnen zzp’ers en opdrachtgevers altijd contact opnemen met de Belastingdienst om afspraken te maken.

Toekomst

Het kabinet werkt niet alleen aan de problemen nu, maar wil tegelijkertijd het denken en de discussie starten over de fundamentele vragen van de toekomst. Hierbij gaat het onder meer over de balans tussen bescherming en vrijheid. In het najaar zal het kabinet daarom een commissie aanstellen die zich over deze vragen buigt.

Bron: Rijksoverheid.nl