Verschuldigde kinderalimentatie moet voortaan eerder betaald worden bij het aflossen van schulden. Zo krijgen ouders die recht hebben op kinderalimentatie meer en eerder geld om voor de kinderen te zorgen. Minister Weerwind voor Rechtsbescherming dient daarvoor een wetsvoorstel in bij de Tweede Kamer, nadat de ministerraad met het voorstel instemde.
Op dit moment is aan de kinderalimentatieschuld geen hogere rang (preferentie) toegekend. De kinderalimentatieschuld staat hierdoor op gelijke voet met andere schulden en moet schulden met een hogere rang voor laten gaan. Preferente schulden worden eerder betaald, waarna het resterende geld wordt verdeeld over de andere schulden, waaronder de kinderalimentatie. Met dit wetsvoorstel van komt hier verandering in.
Minister Weerwind: “Hoe meer schulden er zijn, hoe minder er overblijft voor het betalen van de kinderalimentatie. Dat is nu het geval omdat kinderalimentatie geen hogere rang heeft dan andere schulden. Het gevolg kan een schrijnende situatie zijn, zoals een ouder die te weinig geld heeft om de boodschappen, kleding of sport voor de kinderen te betalen. Door het betalen van kinderalimentatie een hogere rang te geven in de totale schuld zal er meer én eerder kinderalimentatie bij de ouder terechtkomen die dat nodig heeft. Zo zetten we het belang van het kind centraal.”
Meer kinderalimentatie
Op dit moment is aan de kinderalimentatieschuld geen hogere rang toegekend. De kinderalimentatieschuld staat op gelijke voet met de meeste andere schulden, zoals schulden aan webwinkels en aan telefoonproviders. Als er meer schuldeisers zijn gaat het geld om de schulden te betalen eerst naar de schulden met een hogere rang, bijvoorbeeld een belastingschuld. Wat overblijft wordt verdeeld onder de andere schuldeisers. Onderzoek van het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) toont aan dat er met het toekennen van een hogere rang aan de kinderalimentatieschuld meer kinderalimentatie geïnd zal kunnen worden. Het wetsvoorstel zal zo spoedig mogelijk worden ingediend bij de Tweede Kamer, waarna de Tweede Kamer beslist wanneer zij het wetsvoorstel zal behandelen.
Bron: Rijksoverheid