Gerechtsdeurwaarders slagen er steeds beter in om escalatie van schuldproblemen te voorkomen. Dat blijkt uit het jaarverslag over het jaar 2021 dat de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) vandaag publiceert.
Opvallend is de toegenomen omzet uit minnelijke incasso: een stijging van 18 procentpunt ten opzichte van 2020. Lukt het om bij deze eerste stap van het incassotraject tot een oplossing te komen, dan is de gang naar de rechter niet nodig. Komt de zaak toch voor, dan kan de rechter bijvoorbeeld beslaglegging of ontruiming bevelen. De verschuiving van omzet naar de minnelijke fase past in de trend die al eerder is ingezet.
Omzet en ambtshandelingen stabiel, minder gerechtsdeurwaarders
Het totaal aantal uitgevoerde ambtshandelingen van de beroepsgroep is stabiel gebleven. Dat geldt ook voor de totale omzet. Dat is een welkom gegeven voor een beroepsgroep die al een aantal jaren achtereen een terugloop ziet in omzet en aantallen gerechtsdeurwaarders en kantoorpersoneel. Ook in 2021 is het aantal gerechtsdeurwaarders[1] afgenomen, met ruim 9%: van 696 in 2020 naar 631 in 2021. Het aantal niet-ambtelijke medewerkers is gedaald van 2.661 fte naar 2.450 fte.
Maatschappelijk belang groot: € 12 miljard aan vorderingen in behandeling
Gerechtsdeurwaarders hebben bijna € 12 miljard aan vorderingen in behandeling[2]. In 2021 is bijna 1,7 miljard euro aan openstaande vorderingen door gerechtsdeurwaarders geïnd. Van dat bedrag is 65% betaald door de schuldenaar zonder dat daar een beslag voor nodig was, een stijging van 8 procentpunt. En 57% is zelfs geïncasseerd in de minnelijke fase – nog voor eventuele dagvaarding; dat was een jaar eerder nog 39%. Deze trend is ook terug te zien in een daling van het aantal dagvaardingen van 12% ten opzichte van 2020.
Deze cijfers onderstrepen het maatschappelijk belang van incasseren in het algemeen en van de gerechtsdeurwaarder in het bijzonder, stelt de recent aangetreden voorzitter van de KBvG, Chris Bakhuis: “Stel je eens voor dat dit bedrag niet geïncasseerd zou worden: welke consequenties zou dat hebben voor onze samenleving? De schuldeisers van vandaag kunnen dan zomaar de schuldenaren van morgen worden.”
Gerechtsdeurwaarders zijn onmisbaar, aldus voorzitter Bakhuis: “Vanuit hun onafhankelijke en onpartijdige positie brengen gerechtsdeurwaarders recht aan schuldeisers door een minnelijk traject te starten of een gerechtelijk vonnis uit te voeren. Tegelijkertijd doen zij er alles aan om schuldenaren te beschermen tegen escalatie van de schuldenproblematiek, onder meer door in te zetten op maatwerk en persoonlijk contact aan de deur. In bijna de helft van de huisbezoeken lukt het de gerechtsdeurwaarder om de betrokkene persoonlijk te spreken.”
Minder vaak bevel tot ontruiming, vaker beslag op roerende zaken
Het afgelopen jaar is 17% minder vaak een ontruiming bevolen door een rechter. Van alle bevolen ontruimingen kon uitvoering vervolgens in 60% van de gevallen worden voorkomen. Gerechtsdeurwaarders en (commerciële) verhuurders doen veel om ontruiming – en daarmee gepaard gaande maatschappelijke kosten – te voorkomen. Er zijn uiteindelijk 3.100 ontruimingen uitgevoerd.
Opvallend is de stijging van beslagen op roerende zaken met ruim 300%. Dit heeft te maken met het gewijzigd beslagrecht en de nieuwe mogelijkheid om digitaal beslag te kunnen leggen op een voertuig via de Rijksdienst voor het Wegverkeer. Voorheen moest de gerechtsdeurwaarder hiervoor op zoek naar de auto. Het aantal beslagen onder derden is juist afgenomen, met ruim 30%. Dat komt omdat gerechtsdeurwaarders steeds beter inzicht krijgen in betaalvermogen: waar niets te halen valt, is het zinloos beslag te leggen. Gerechtsdeurwaarders kunnen bijvoorbeeld aan banken vragen of een schuldenaar er bankiert. Ook werkt het Digitaal Beslagregister steeds beter.
Ontwikkelingen vragen om beloningsmodel met ‘preventietarief’
Recente wetswijzigingen zoals de herziening van het beslag- en executierecht kwamen er mede op initiatief van de KBvG en helpen gerechtsdeurwaarders hun werk beter en meer maatschappelijk verantwoord te doen, merkt KBvG-voorzitter Bakhuis op: “Als we een vordering kunnen incasseren, dan doen we dat. Komen we mensen tegen die niet kunnen betalen, dan verwijzen we door naar schuldhulp. In veel gevallen lukt het gelukkig om een betalingsregeling te treffen.”
De ontwikkelingen vragen in toenemende mate om het opnieuw doordenken van het beloningsmodel, met het oog op een stevige positie van de gerechtsdeurwaarder als onpartijdig uitvoerder van het recht. Bakhuis: “Als gerechtsdeurwaarders worden we betaald voor de ambtshandelingen die we uitvoeren. Maar het is beter voor iedereen wanneer we escalatie weten te voorkomen. De KBvG blijft dan ook pleiten voor een ‘preventietarief’, waarbij we juist ook beloond worden voor het voorkomen van beslagleggingen of ontruimingen.”
Bron: KBVG