‘Oude tijden keren niet terug en onze wereld is voorgoed veranderd. Dat is al langer duidelijk. Het tempo waarin veranderingen plaatsvinden is in 2017 weer enorm toegenomen.’ Zo begon de nieuwjaarstoespraak in januari 2018 van Tom van Eck voor de medewerkers van Flanderijn.
Duidelijk is dat het domein voor gerechtsdeurwaarders in de afgelopen jaren is veranderd door de revolutionaire digitale ontwikkelingen en door de maatschappelijke en politieke aandacht voor de schuldenproblematiek. Dit zien wij ook terugkomen in onze belangrijkste speerpunten: steeds verdergaande automatisering, verbreding van ons dienstenpakket en oplossingsgericht incasseren.
In 2017 is in het regeerakkoord van het kabinet een volledige paragraaf gewijd aan de aanpak van de schuldenproblematiek bij burgers. Wij vinden het volkomen terecht dat er veel aandacht is voor het voorkomen van problematische schulden en het oplossen daarvan. Het is echter opvallend dat het belang van de schuldeiser om zijn vordering betaald te krijgen totaal ondergesneeuwd wordt. Steeds vaker staat die schuldeiser met lege handen. En steeds vaker is dat de kleine MKB’er of ZZP’er die heel veel extra omzet moet maken om het verlies van een niet-betaalde factuur te compenseren. Wij hopen echt dat de politiek en het kabinet ook die belangen meeneemt in toekomstige besluitvorming over de aanpak van schulden. Een belangrijkste eerste zet zou zijn het verlagen van de griffierechten voor consumentenvorderingen. Dat is zowel in het belang van de schuldeiser als in dat van de schuldenaar. Maar ook het invoeren van een eenvoudige digitale procedure voor onbetwiste vorderingen zou een prioriteit moeten zijn. Zeker nu eind 2017 duidelijk werd dat de digitalisering van de rechtspraak (KEI) is vastgelopen en het onzeker is wanneer dat weer wordt vlot getrokken.
Deze overweging staat overigens niet in de weg aan onze opvatting dat wij in onze aanpak altijd rekening houden met de situatie van de schuldenaar en hoe deze daarin verzeild is geraakt. Wij zijn er van overtuigd dat dit maatwerk een enorme toegevoegde waarde heeft en zien dat gelukkig ook terugkomen in de waardering die wij van opdrachtgevers maar ook van schuldenaren en derden (bijvoorbeeld schuldhulpverleners) ontvangen.
Voor Flanderijn is 2017 een stabiel jaar geweest. De omzet is iets hoger dan in de twee voorgaande jaren. Daarmee onderscheiden we ons positief in een markt waarin de omzetten en marges steeds verder achteruit gaan. Ook de instroom van nieuwe opdrachten was in 2017 stabiel. Waar nodig zijn maatregelen genomen om de efficiency te verbeteren en de bedrijfskosten te beperken. Zo is in 2017 het kantoor van Flanderijn in Driebergen gesloten en zijn de medewerkers en dossiers verhuisd naar het kantoor van Flanderijn in Apeldoorn. Ook is het besluit genomen om het kantoor van Flanderijn in Dordrecht met ingang van mei 2018 te sluiten. Het aantal medewerkers is met iets meer dan 3% gedaald naar 614. We hopen met dit soort maatregelen ook in de komende jaren de winstgevendheid te borgen.
Voor de eerste keer in vele jaren publiceren we dit jaarverslag uitsluitend digitaal. Bekijk het jaarverslag hier.
Bron: Flanderijn