De werkzaamheden van creditmanagers en creditcontrollers zijn in de loop der jaren sterk veranderd, waarbij digitalisering steeds verder oprukt. Veel mensen die actief zijn in creditmanagement staan vaak onder hoge werkdruk en brengen hun werkzame leven in toenemende mate zittend achter hun beeldscherm door. Klantdossiers worden met een druk op de knop digitaal opgevraagd, want we hoeven niet meer fysiek naar de kast met dossiermappen te lopen. We communiceren weliswaar (en gelukkig) nog steeds met klanten via de telefoon, maar ook hier zien we digitalisering (e-mail, whatsapp, sms, belcomputers) steeds meer op de voorgrond treden. Naast de toegenomen werkdruk is de vraag welke invloed ons zittend bestaan en digitalisering hebben op onze creativiteit en productiviteit. In dit interview spreek ik met Prof. Dr. Erik Scherder, hoogleraar neuropsychologie, over digitalisering, het belang van (fysieke) beweging en de invloed hiervan op onze hersenen.
Welke invloed heeft digitalisering op onze productiviteit en in hoeverre kunnen we dit in de hersenen waarnemen?
Erik Scherder: “Dit is nu typisch zo’n lastige vraag, waarop de wetenschap geen exact antwoord kan geven. Om een dergelijke vraag goed te kunnen beantwoorden zul je langdurig (15 tot 20 jaar) onderzoek moeten doen onder verschillende generaties mensen, waarvan sommigen generaties wel van digitale middelen gebruik maken en andere generaties juist weer niet. Daar komt dan meteen een praktisch bezwaar om de hoek kijken, omdat er tegenwoordig nog amper mensen te vinden zijn die geen gebruik maken van digitale middelen. Je moet dus heel voorzichtig zijn met uitspraken op dit gebied. Er is in 2014 een boek verschenen van neurowetenschapper en psychiater Manfred Spitzer, genaamd “Digital Dementia”. In zijn boek betoogt hij onder andere dat we het door de digitale wereld eigenlijk steeds makkelijker krijgen en dus steeds minder ons brein actief (hoeven te) gebruiken. De mobiele telefoon is hier een typisch voorbeeld van. Vroeger kende ik van nagenoeg al mijn vaste contacten het telefoonnummer uit mijn hoofd, terwijl ik nu misschien nog maar twee nummers uit mijn hoofd ken. We vertrouwen er dus op dat ons mobieltje onze contactgegevens bewaart en beschikbaar stelt zodra we een telefoonnummer nodig hebben. Een zelfde soort ontwikkeling hebben we gezien met navigatiesystemen en actueel is de zelfrijdende auto een veelbesproken onderwerp, waar ik overigens niet een groot voorstander van ben. De vraag of een hooggeautomatiseerde wereld nu allemaal wel zo goed is voor een mens, kan ik vanuit de wetenschap echter (nog) niet beantwoorden.”
Er wordt door (jonge) mensen ook steeds meer gegamed. Welke invloed heeft gamen op ons brein?
Erik Scherder: “Er zijn een paar studies over gamen onder kinderen gedaan. Uit deze studies blijkt dat de ruimtelijke informatieverwerking verbetert als kinderen gamen. Er zit echter ook een keerzijde aan gamen, omdat je tijdens het gamen in principe niet meer hoeft te schrijven. Dat is jammer, want door te schrijven onthoud je namelijk dingen veel beter, omdat je veel meer cognitief-neurale systemen activeert dan wanneer je typt. Gamen heeft daarnaast ook een (positief) stemmingseffect, dat met name tijdens het eerste uur optreedt. Daarna lijkt de stemming af te nemen. Ook hier moeten we oppassen, want het aantal studies op dit gebied is vrij beperkt. Wel kunnen we vaststellen dat de tijd dat die we achter ons scherm zitten onze lichamelijke activiteit enorm verpest heeft. Lichamelijke activiteit en het brein kun je namelijk niet van elkaar loskoppelen. Er is een studie geweest, waarin werd aangetoond dat de ontwikkeling van het empathisch vermogen van onze jeugd achterloopt op de generatie hiervoor, omdat er steeds minder wordt buiten gespeeld. Daar moeten we meer onderzoek naar doen.”
Dus de digitale wereld is eigenlijk niet zo goed voor mensen?
Erik Scherder: “Ik zeg regelmatig op bijeenkomsten dat ik uiteraard niet tegen digitalisering ben, maar wel voor de nuance. De nuance is dat je kinderen niet alleen maar via ipad scholen kennis moet bijbrengen, maar ook dat ze de gelegenheid moeten krijgen om te rennen, spelen, ravotten, ruzie maken en het weer bij te leggen. Dat is één kant van het verhaal. De andere kant is dat tot het dertigste levensjaar je neurale systeem nog heel ontvankelijk is voor nieuwe ideeën. Bovendien ben je in je jonge jaren in het algemeen minder geremd, dan op latere leeftijd. Tot je dertigste is ook de periode waarop het filtersysteem in de hersenen nog volop in ontwikkeling is. Uit studies blijkt dat als je alles aanbiedt en tot je beschikking hebt, dit ook neigt tot oppervlakkigheid. Om een voorbeeld te geven. Tijdens mijn colleges zie ik studenten tegenwoordig vooral gebruik maken van een laptop in plaats van een schrijfblok. Uit een studie kwam naar voren, dat een student tijdens een college gemiddeld om de drie tot vier minuten een nieuw venster opent, zoals Twitter, Facebook, Instagram, etcetera. De vraag is dan hoeveel je nog oplet en kennis tot je neemt als je én naar een college luistert (moet luisteren) en tegelijkertijd op Facebook of Google zit te tikken?”
Dus we zouden (weer) meer met de hand moeten gaan schrijven?
Erik Scherder: “Er zijn studies gedaan die laten zien dat je informatie veel beter onthoudt als je het opschrijft. Dat komt omdat je bij het schrijven een aantal neurale netwerken inzet, die met leren en onthouden te maken hebben. Als je typt is dat enkel een kleine motorische activiteit, waarbij je niet hoeft te kijken naar de ruimte waarop je schrijft. Bij typen hoef je ook niet te kijken naar het einde van de regel of naar de afstand tussen de woorden. Bij het met de hand schrijven moet je dat wel doen en dat helpt allemaal bij het opnemen en onthouden van informatie of kennis. Maar bedenk wel dat er geen honderden studies gedaan zijn, dus enige voorzichtigheid is op zijn plaats. We kunnen wel stellen, dat als je de hele dag achter je beeldscherm zit en je altijd maar bereikbaar bent, dan wordt je “default mode network (DMN)” amper nog actief.”
Hoe kan het “default mode network” geactiveerd worden en welke voordelen heeft dat?
Erik Scherder: “ Je default mode network wordt pas actief als je niet cognitief belast bent. Ik kan dat het beste uitleggen met een voorbeeld. Stel je zit de hele dag te tobben over iets, maar hoe goed je ook je best doet, je komt maar niet tot een oplossing. ’s-Avond loop je echter door de Albert Heijn en plotseling schiet de oplossing je te binnen. Dit is typisch een voorbeeld waarbij het DMN actief is, doordat je niet cognitief bezig bent. Je DMN is vaak ’s-nachts actief, maar ook als je dagdromend twee uur uit het raam zit te staren. Door de activering van het DMN komen met name creativiteit, nieuwe ideeën en (probleem)oplossend vermogen naar boven. In de digitale wereld krijgt de mens echter steeds minder ruimte om het DMN te activeren. Waar we ons ook bevinden, velen van ons worden continue afgeleid door berichten en prikkels die ons via digitale media bereiken; zelfs op de fiets. Wat dat laatste betreft: fietsen is in principe een goede bezigheid waarop het default mode network naar boven kan komen.”
Welke invloed heeft het continu digitaal bereikbaar zijn op de prestaties?
Erik Scherder: “Laat ik mijn studenten nog eens als voorbeeld nemen. Als ze voor een tentamen moeten studeren, dan vraag ik ze wel eens of ze tijdens de voorbereiding tussendoor ook wel eens op hun mobieltje kijken. “Oh, maar natuurlijk”, krijg ik vaak als antwoord. Hoewel ik het volkomen begrijp, baart dit antwoord mij toch enige zorgen. Grote denkers in mijn vakgebied vragen zich af hoe lang we tegenwoordig nog met één ding onafgebroken en geconcentreerd bezig kunnen zijn, zonder dat we tegelijkertijd naar bijvoorbeeld een e-mailtje kijken. Heel veel studenten geven aan dit niet te kunnen. Deze ontwikkeling heeft wel degelijk gevolgen. Het tijdsverlies dat ontstaat door naar een e-mailtje te kijken en het terugkomen in je stuk op het niveau waar je op zat (dus voordat je naar je e-mailtje ging kijken), kost gemiddeld ongeveer 10 minuten. Ik herken het ook wel bij mezelf, dat ik soms dagen heb waarop ik veel afgeleid word en ik mij aan het eind van de dag afvraag wat ik nu eigen ben opgeschoten. Je hebt namelijk voor je gevoel de hele dag hard gewerkt, maar tegelijkertijd realiseer je je dat je niets hebt afgemaakt, omdat je voortdurend wordt afgeleid en andere dingen loopt te doen. E-mails en dergelijke zijn natuurlijk heel verleidelijk, want je bent toch nieuwsgierig naar wat een ander jou te vertellen heeft. Op die manier raak je echter wel ongemerkt heel veel tijd kwijt.”
Zou je dus kunnen stellen dat al die (digitale) afleiding slecht is voor je productiviteit?
Erik Scherder: “Absoluut. Het is de verkeerde vorm van verrijking, omdat je jezelf niet meer traint om één of twee uur onafgebroken met één ding bezig te zijn. De verleiding om toch naar berichten of e-mails te kijken is voor de meeste mensen te groot. Mijn advies. Maak eerst iets af en kijk dan pas naar je e-mails of andere berichten. Ik laat tijdens lezingen wel eens studie op dit gebied zien waarbij ik aan mijn toehoorders de vraag stel “Hoe weet u wanneer u internetverslaafd bent?” Ik vertel mijn publiek dan dat je internetverslaafd bent, als je tijdens een presentatie (waar je de aandacht erbij moet houden) het toch niet kunt laten om op je mobieltje te gaan kijken. Daarmee krijg ik in ieder geval mijn publiek zover dat ze het wel uit hun hoofd laten om tijdens mijn presentatie op hun mobieltje te gaan kijken!”
Hoe kunnen we tijdens ons werk ons brein meer stimuleren?
Erik Scherder: “Je kunt bijvoorbeeld denken aan “walking meetings” of lopend vergaderen, zoals wij op de universiteit regelmatig doen. Door lopend te vergaderen stimuleer je juist die neurale netwerken die leiden tot creatieve ideeën en betere beslissingen. Het zorgt er ook voor dat je empathischer bent in je beslissingen door meer rekening te houden met anderen. Ook heeft het een positief effect op je zelfreflectie en jouw positie ten opzichte van de ander. Deze neurale netwerken kun je dus activeren door te bewegen. Neem dus eens wat vaker de trap of maak meerdere (korte) wandelingen in plaats van steeds maar op je stoel te blijven zitten. Voor mensen die veel aan de telefoon zitten kan staand telefoneren een positief effect hebben op de aspecten die ik zojuist noemde. Zeker ook bij lastige gesprekken (wat in creditmanagement regelmatig voorkomt) zou ik het absoluut willen aanbevelen om dit lopend te doen. Ter illustratie: Barack Obama deed veel meetings met zijn staf lopend in de tuin van het witte huis. Dat is ook gewoon logisch om te doen, zeker als je veel belangrijke en lastige beslissingen moet nemen.”
Is er ook een relatie met bewegen en stressvermindering?
Erik Scherder: “Jazeker. Neem als voorbeeld al die toekomstige vaders die bij de bevalling van hun vrouw in de wachtkamer moeten doorbrengen. Die zie je eerder lopen dan zitten, om zo op een natuurlijke manier hun stress te verlagen. En als je stress vermindert, dan kom je vaak ook weer tot goede ideeën. Dat zal ik tijdens mijn presentatie op de Credit Expo in november ook zeker laten zien. Als je delen van je brein die stressgevoelig zijn niet tijdig ontlast, dan is de vraag of je dan nog wel helder kunt denken (en handelen).”
Wat voor ontwikkelingen verwacht u de komende jaren in uw vakgebied?
Erik Scherder:”Op het gebied van de neuropsychologie zal een actieve levensstijl in combinatie met de digitale wereld een groot speerpunt zijn. Daarnaast is een speerpunt eenzaamheid onder ouderen, wat overigens ook het gevolg is van het feit dat mensen minder met elkaar optrekken. Verder zullen we ook aandacht besteden aan de jeugd, die steeds meer zittend door het leven gaat en welke invloed dit heeft op hun cognitieve systemen. Als laatste hebben we nog grote studies lopen naar muziek en het brein. Muziek spelen kan namelijk een geweldige hulp zijn bij het verminderen van stress, bijdragen aan de creativiteit en stimuleren om tot goede ideeën te komen. Dit wordt echter nog relatief weinig door bedrijven ingezet.”
Wat zou u nog als advies aan de lezer willen meegeven?
Erik Scherder: :”Ik zou mensen vooral willen aanraden om wat meer te bewegen en dit ook vaker gedurende de dag te doen. Neem ook zo af en toe de tijd om je gedachten tot rust te laten komen. Zeker als je over zaken diep moet nadenken, blijf dan niet zitten, maar ga naar buiten. De directie van ondernemingen zouden dit ook veel meer moeten stimuleren. In dit kader is een wandeling maken en voor je uit staren niet niets doen, maar gewoon werk en het bevordert de creativiteit en productiviteit. Bovendien is meer bewegen een ideale investering in je gezondheid, waarbij het brein zich ook ‘prettig’ voelt en in goede conditie blijft. Het gaat om de fysieke inspanning die wordt geleverd en waar iedereen zonder al te veel moeite eenvoudig aan kan bijdragen.”
Wilt u meer weten? Bezoek dan Credit Expo 2017 op donderdag 2 november aanstaande in het NBC Congrescentrum te Nieuwegein. Erik Scherder zal onder andere een keynote verzorgen over digitalisering, beweging, productiviteit en ons brein. Mis deze boeiende presentatie niet en zet 2 november nu alvast in uw agenda.
Bron: Credit Expo