Gezondheid is een groot goed en we hopen natuurlijk dat we allemaal zo lang mogelijk gezond blijven, ook financieel. Maar een ongeluk zit soms in een klein hoekje. Als voorbeeld kun je denken aan een ZZP-er zonder arbeidsongeschiktheidsverzekering, die plotseling in een ziekenhuis moet worden opgenomen. Niet alleen vallen de inkomsten dan (tijdelijk) weg, maar ook zijn er extra zorgkosten in verband met de eigen bijdrage. Voor dit interview spreek ik met Peter van Dorst, Creditmanager bij VZG, over vroegsignalering van klanten met problematische schulden, betalingsregelingen en de rol van convenanten.
In welke mate heeft VGZ te maken met klanten met problematische schulden en hoe heeft zich dat in de afgelopen jaren ontwikkeld?
Peter: “Allereerst is het belangrijk om te definiëren wat zorgverzekeraars precies onder problematische schulden verstaan. Iemand heeft in onze wereld een problematische schuld op het moment dat hij of zij is aangemeld bij het Zorginstituut (vanaf 1 januari 2017 is een aantal taken overgenomen door het CAK). Een aanmelding bij het Zorginstituut/CAK betekent in de praktijk dat een klant een betalingsachterstand heeft op de premie van de basisverzekering van minimaal zes maanden. Vanaf dat moment vindt de incasso van de premie via de overheid plaats. De verzekering blijft overigens wel via de ziektekostenverzekeraar doorlopen. Het aantal CAK aanmeldingen is voor ons sinds medio 2010 een graadmeter hoe het aantal mensen met problematische schulden zich ontwikkelt. Volgens deze definitie zagen we het aantal mensen met problematische schulden jaarlijks stijgen tot begin 2015. Daarna volgde een periode van stabilisatie en in 2016 zagen we het aantal mensen met problematische schulden duidelijk afnemen, zowel landelijk als bij VGZ.”
Heb je een verklaring voor deze positieve trendbreuk?
Peter: “Naast een verbetering van het economisch klimaat, is er door de media ook veel aandacht besteed aan de betaalbaarheid van de zorg en het hebben van schulden bij je zorgverzekeraar. Dat heeft enerzijds positief bijgedragen aan de bewustwording van mensen over het thema schulden. Anderzijds is er nieuwe wetgeving ingevoerd, die het makkelijker maakt voor ziektekostenverzekeraars om klanten te helpen uit het bestuursrechtelijke ‘premieregime’ te komen. Een belangrijk aspect daarbij is dat alle zorgverzekeraars op een laagdrempelige wijze betalingsregelingen zijn gaan aanbieden. Bij VGZ zijn we daarin zo ver gegaan, dat je online via de “mijn” omgeving voor iedere nota of factuur een (betalings)regeling kunt treffen en zelfs meerdere regelingen naast elkaar kunt hebben. Dat betekent wel dat we een strenge bewaking toepassen op het nakomen van deze regelingen. Zolang de klant de gemaakte afspraken nakomt grijpen we niet in en geven we de klant het voordeel van de twijfel. Op deze manier bouwen we ook een goede vertrouwensrelatie met de klant op.”
Waarom maken jullie het mogelijk om meerdere betalingsregelingen naast elkaar te hebben?
Peter: “Een belangrijke reden is dat het eigen risico vaak erg onvoorspelbaar is. Klanten kunnen dan plotseling voor een extra financiële last van minimaal 385 euro (per verzekerde) komen te staan, waar ze niet op gerekend hebben. Een betalingsregeling kan bij zo’n financiële tegenvaller zeer welkom zijn, in plaats van in één keer een relatief groot bedrag te moeten betalen. We zien de behoefte vaak voorkomen in een gezin waarin meerdere volwassenen op één polis staan en er achtereenvolgens voor de verschillende gezinsleden onverwachte eigen risico kosten ontstaan.”
In hoeverre houden jullie je bezig met preventie en vroegsignalering en hoe vertaalt zich dat naar de praktijk?
Peter: “Op het gebied van vroegsignalering werken we in de Nederland met veel gemeenten samen door middel van contracten of convenanten. Momenteel zijn er ruim 90 gemeenten die wij informeren op het moment dat er sprake is van een betalingsachterstand. Dat wil overigens niet zeggen, dat iedere gemeente hier op dezelfde wijze mee omgaat. De ene gemeente is actiever op dit gebied dan de andere gemeente. Zo zijn er gemeenten die bij betalingsachterstand van mensen met een uitkering (minima) automatisch de premie en eventueel gespreid het eigen risico gaan inhouden op de maandelijkse uitkering. De afdracht van het eigen risico aan de verzekeraar loopt dan ook via de gemeente. Op die manier loopt de achterstand dan niet verder op. In praktijk zien we dat dit soort beleid erg succesvol is. Een ander voorbeeld is de samenwerking die we met het BKR hebben, waarbij we achterstanden via de gemeente laten doorgeven via de zogenoemde ‘Vindplaats van Schulden (VPS)’. Dit is een registratiesysteem dat in 2015 door het BKR is opgezet met als doel om gemeenten te voorzien van informatie over betalingsachterstanden van burgers bij huur, zorgverzekering, energie, water en dergelijke. Dit systeem draagt niet alleen positief bij aan vroegsignalering van schulden, maar ook aan een efficiëntere uitvoering van de schuldhulpverlening.”
Kun je iets meer over het VPS systeem van de BKR vertellen?
Peter: “Het systeem werkt in grove lijnen als volgt. Zodra er twee of meer meldingen van betalingsachterstand van dezelfde persoon geregistreerd zijn, gaat er een signaal naar de betreffende gemeente. Die kan daar vervolgens een prioriteit aan toekennen, door (proactief) contact met deze persoon te zoeken, om te kijken wat er aan de hand is en zo te voorkomen dat achterstanden escaleren. Er lopen op dit moment een aantal pilots, waaronder ook de gemeente Nijmegen, waar VGZ nauw mee samenwerkt.”
In hoeverre is sprake van een landelijke dekking van zo’n vroegsignaleringsysteem?
Peter: “Alle zorgverzekeraars gezamenlijk zijn op eigen beweging aan de slag gegaan met een initiatief om een (standaard) afspraak te maken samen met het ministerie van VWS. In een convenant willen we vastleggen, dat we iedere gemeente in Nederland van gestandaardiseerde achterstandsinformatie gaan voorzien. Gemeenten die zich bij ons aanmelden krijgen die achterstandsinformatie nu ook. Maar om 400 gemeenten aan te sluiten is het van groot belang om de privacy rondom kwetsbare en gevoelige data goed te regelen. De beveiliging van gegevensuitwisseling speelt daarbij een essentiële rol. Een dergelijk systeem voor data-uitwisseling bestaat overigens al sinds 2008, maar is nu nog qua mogelijkheden beperkt. Verder is het belangrijk om te weten dat er sinds medio 2016 in de verzekeringwet een artikel is opgenomen, waardoor het alle gemeenten in Nederland is toegestaan om geïnformeerd te mogen worden over betalingsachterstanden van de zorgpremie. Deze initiatieven zijn er puur op gericht om burgers te helpen en escalatie van betalingsproblemen te voorkomen.”
Hoe werkt deze wet in de praktijk en welke voordelen kan dat opleveren?
Peter: “Voorheen kon informatie-uitwisseling alleen plaatsvinden op basis van individuele contracten met gemeenten en dan betrof het alleen de minima. De gegevensuitwisseling viel daarbij onder de participatiewet. Het grote voordeel van de aangepaste wetgeving is dat we veel makkelijker informatie van alle burgers kunnen delen met de gemeenten waar we mee samenwerken. Zorgverzekeraars zijn nu bezig met het opstellen een plan van aanpak waarin zowel preventiemaatregelen, het voorkomen van bronheffing, als “cure”-maatregelen zijn opgenomen. Inzake samenwerking met de gemeenten met betrekking tot achterstandsinformatie, streven we er naar om dit volledig geautomatiseerd te gaan doen. Op die manier kunnen gemeenten hun schuldhulpverlening veel effectiever gaan inzetten. “
In hoeverre kunnen ook andere ketenpartners voordeel hebben van deze wetgeving en het delen van informatie?
Peter: “Als ik kijk naar bijvoorbeeld een woningcorporatie, dan ligt hun belang met name in het voorkomen van uitzettingen. Zij hebben er dus belang bij om in een zo vroeg mogelijk stadium achterstanden te signaleren en aan te pakken. Op het moment dat de gemeente signalen krijgen dat een burger meerdere achterstanden heeft bij ketenpartners, kan veel beter en sneller een gecoördineerde aanpak of interventie ontwikkeld worden. Zo kan ook voorkomen worden, dat een cliënt eerst een paar maanden moet wachten voordat hij of zij in aanmerking komt voor schuldhulpverlening. Problemen kunnen in de tussentijd snel escaleren en dat wil je juist voorkomen. Door een ketenaanpak profiteren alle deelnemers en kan voor een woningcorporatie een potentiële ontruiming en alles wat daarmee samenhangt in de kiem gesmoord worden.“
Welke praktische oplossingen zie je als het gaat om de kosten, waaronder ook incassokosten, die met schulden gepaard gaan?
Peter: “Als VZG vinden wij dat je moet zien te voorkomen dat je klanten onnodig opzadelt met kostenverhogende maatregelen. Daar is ons huidige incassotraject ook op gebaseerd. Ik wil daarbij wel een onderscheid maken tussen de minnelijke en de gerechtelijke fase. In het minnelijk traject maakt het voor de incassokosten wat minder uit hoeveel schuldeisers je hebt, aangezien de incassokosten gekoppeld zijn aan het totaal uitstaande bedrag (maximaal 15 procent). Anders wordt het als je richting het juridisch traject gaat, waar de (gerechtelijke) kosten per schuldeiser aanzienlijk kunnen oplopen. Om die reden wordt er door schuldeisers ook steeds vaker gekeken of het zin heeft om een vonnis te gaan halen. Dat kan dus een lastige afweging zijn. Er zijn gelukkig ook stappen voorwaarts, zoals het centraal beslagregister, waardoor onnodig werk en dus onnodige – door de deurwaarder gemaakte – kosten voorkomen kunnen worden. Verder zie ik dat kosten verder verlaagd kunnen worden door digitaal te procederen (KEI) en arbitrage (Digitrage en e-Court). Daar is zeker nog wel wat te winnen. Ik zou overkoepelende overheidsinstanties willen uitnodigen om in overleg te treden hoe schuldeisers zich makkelijker kunnen verenigen om op die manier onnodige (hoge) gerechtelijke kosten voor de burger te voorkomen. Het zal geen makkelijke stap zijn, maar onmogelijk is het zeker niet.”
Wilt u meer weten over vroegsignalering en convenanten? Peter van Dorst zal op 28 maart tijdens het Huurincasso Congres samen met de Gemeente Nijmegen en andere sprekers een presentatie verzorgen over de eerste resultaten van het convenant dat met de Gemeente Nijmegen gesloten is. Voor meer informatie ga naar: www.huurincasso-congres.nl .
Bron: Credit Expo / Next Level