Na positieve ontwikkelingen in 2015 verwacht kredietverzekeraar Atradius dat internationale ondernemingsrisico’s in 2016 weer toenemen.
Dalende energieprijzen en de onzekerheid die het afkoelen van opkomende markten in Azië – in het bijzonder in China – en de recessie in Rusland en Brazilië tot gevolg hebben, zorgen ervoor dat exporterende bedrijven steeds vaker rekening moeten houden met betalingsproblemen van afnemers in het buitenland.
Voor het eerst sinds 2012 blijft de wereldwijde daling van het aantal faillissementen in ontwikkelde markten in 2016 steken op naar verwachting 3 procent. De eurozone laat een solide economisch herstel zien, maar het aantal faillissementen zal in 2016 waarschijnlijk twee derde hoger liggen dan in 2007. Vooral Griekenland – waar het aantal faillissementen in 2016 met 5 procent zal toenemen – zit in moeilijk vaarwater door politieke onzekerheid, lage binnenlandse consumptie en kapitaalrestricties.
Daling faillissementen Nederland
In Nederland zet de afname van het aantal faillissementen sinds 2014 door. Zo verwacht Atradius in 2016 opnieuw een daling met 15 procent. Hoewel Nederland binnen Europa goed presteert, liggen de absolute aantallen nog steeds boven het niveau van 2007. Ook omringende landen als België en Frankrijk laten herstel zien, maar hebben eveneens faillissementsniveaus die hoger zijn dan voor de crisis.
“De open Nederlandse economie is kwetsbaar voor ontwikkelingen in andere delen van de wereld, in het bijzonder bij onze exportpartners. Zo zal de groeivertraging in Azië, met name in China, gevolgen hebben voor landen die veel naar deze regio exporteren, zoals Duitsland, onze grootste handelspartner. Indirect zijn de gevolgen hiervan ook in Nederland voelbaar. Een vergelijkbaar effect is zichtbaar voor de export naar Frankrijk en Italië, waar het aantal faillissementen nog hoger is”, zegt John Lorié, hoofdeconoom van Atradius. “Ook bedrijven die naar China exporteren, lopen betalingsrisico’s. Dit geldt zeker voor ondernemingen met handelsrelaties in Rusland en Brazilië, waar sprake is van een diepe recessie. Verder wordt vooral de offshore industrie indirect getroffen door de lage energieprijzen. Hierdoor worden investeringen uitgesteld, omdat ze niet langer rendabel zijn.”
Bron: Atradius