In de eerste negen maanden van 2021 was de export van diensten met 146,3 miljard euro 1,2 procent hoger dan in dezelfde periode van 2020. De dienstenimport noteerde met 141,6 miljard euro een plus van 3,7 procent. Toch liggen de export- en importwaarde van diensten nog steeds onder het niveau van voor de coronacrisis. Ze waren respectievelijk 7,6 en 8,3 procent lager dan in de eerste drie kwartalen van 2019. Dat meldt het CBS op basis van voorlopige cijfers van de internationale dienstenhandel.
Licht herstel in derde kwartaal 2021
De dienstenuitvoer kende het dieptepunt in het eerste kwartaal van 2021, toen de export 14,9 procent lager uitkwam dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Na een voorzichtig herstel in het tweede kwartaal groeide de export in het derde kwartaal sterker. Nederland exporteerde toen voor 53,7 miljard euro aan diensten. Dat is 13,8 procent meer dan in het hetzelfde kwartaal een jaar eerder. De invoer van diensten werd het hardst getroffen in het tweede en derde kwartaal van 2020. Ook de import nam toe in het derde kwartaal van 2021; Nederland importeerde ter waarde van 51,9 miljard euro aan diensten, dat is 17,3 procent meer dan hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Ondanks de sterkere groei gedurende de laatste kwartalen is de internationale handel in diensten nog niet volledig hersteld van de krimp tijdens de coronacrisis. Vooral de invoer van diensten blijft achter. Vergeleken met het derde kwartaal in 2019 lag de diensteninvoer 5,8 procent lager en de dienstenuitvoer 2,8 procent lager.
De daling in de dienstenhandel hangt niet alleen samen met de effecten van de coronapandemie maar ook doordat enkele grote multinationals bepaalde dienstenstromen – zoals vergoedingen voor intellectueel eigendom – minder vaak via Nederland hebben laten plaatsvinden. Op basis van de beschikbare gegevens kan het CBS deze effecten niet kwantificeren.
Export van vervoersdiensten na klap in coronajaar er weer bovenop
De exportwaarde van vervoersdiensten was in de eerste drie kwartalen van 2021 4,1 miljard euro hoger dan een jaar eerder en ook hoger dan de eerste drie kwartalen van 2019. Nederlandse bedrijven exporteerden in de eerste negen maanden van 2020 beduidend minder vervoersdiensten dan vóór het uitbreken van de coronapandemie. Tot en met september 2020 werd er voor 3,1 miljard euro aan vervoersdiensten minder geëxporteerd dan in 2019, een min van 9,8 procent, voornamelijk door de krimp van het passagiersvervoer van de luchtvaart. Nederland exporteerde in de eerste negen maanden van 2021 ook meer telecommunicatie, computer- en informatiediensten (+ 7 procent) en financiële diensten (+ 25 procent) dan voor de coronacrisis, in de eerste drie kwartalen van 2019. Betalingen voor bemiddelings- en ondersteunende diensten voor financiële transacties van webwinkels zijn een voorbeeld van zulke financiële diensten. Dit hangt mogelijk samen met de sterke groei in online winkelen tijdens de corona lockdown.
Het reisverkeer heeft de grootste klap gehad, en is sterk gekrompen vergeleken met de pre-coronaperiode. Voor de export gaat het dan om de bestedingen van buitenlandse toeristen en zakelijke reizigers in ons land. Hoewel het inkomend reisverkeer zowel in de zomer van 2020 als in die van 2021 wel weer wat opkrabbelde door toenemend toerisme en zakenreizen, ligt het niveau in de eerste negen maanden van 2021 nog altijd fors onder dat van 2019 (-59,5 procent). Ook de export van andere zakelijke diensten was lager. Dit komt vooral door de bedrijven die gerelateerd zijn aan het afnemende reisverkeer, bijvoorbeeld de bemiddelingsdiensten voor reizen.
Voor de import van de verschillende dienstensoorten zijn de ontwikkelingen vergelijkbaar met die bij de export.
Bron: CBS