De schuldhulpverlening is over het algemeen bij alle gemeenten breed toegankelijk. Dat concludeert de Inspectie SZW in haar onderzoek ‘Toegankelijkheid schuldhulpverlening 2017‘. Op 16 maart kwamen gemeenten bijeen om laagdrempelige toegang te bespreken is en hoe je die kunt organiseren.
Uitkomsten
Bijna alle deelnemende gemeenten gaan bij een verzoek tot schuldhulpverlening over tot een individuele afweging van de situatie van de hulpvrager, voordat een gemeente besluit een aanvraag toe te kennen of af te wijzen. De Inspectie ziet nog wel aandachtspunten.
- Zo kan de kennis bij meldpunten om burgers goed door te leiden naar schuldhulpverlening bij sommige gemeenten beter.
- Daarnaast krijgt gemiddeld 20 procent van de mensen met problematische schulden geen schuldhulpverlening. Meestal omdat de gemeente ervoor kiest om de hulpverlening eerst op andere problemen te richten, bijvoorbeeld in geval van een verslaving. Een derde van de gemeenten bewaakt echter niet dat de schuldhulpverlening start op het moment dat de situatie is gestabiliseerd.
Bijeenkomst: gemeenten bespraken laagdrempelige toegang
De Nationale ombudsman concludeerde in januari in een verkennend onderzoek dat nog niet alle gemeenten laagdrempelige en brede toegang tot gemeentelijke schuldhulpverlening bieden. Hierover gaf de Ombudsman op 16 maart een presentatie.
Op deze bijeenkomst gingen gemeenten met elkaar in gesprek over wat de conclusies en aanbevelingen voor gemeenten betekenen. Ook besprak men wat laagdrempelige toegang eigenlijk is en hoe je die kunt organiseren. Lees hieronder het volledige verslag.
Meer informatie
- Gemeenten werken aan toegankelijkheid schuldhulpverlening (Inspectie SZW, februari 2018)
- Rapport: Toegankelijkheid schuldhulpverlening 2017 (Inspectie SZW, februari 2018)
- Verslag bijeenkomst 16 maart: Laagdrempelige toegang tot schuldhulpverlening (Divosa)
- Verkennend onderzoek door Nationale ombudsman (januari 2018)
Bron: VNG