Het vertrouwen in de woningmarkt is in het laatste kwartaal van 2017 met een stand van 113 hetzelfde gebleven als in het derde kwartaal. Het totale vertrouwen in de woningmarkt bevindt zich al ruim een jaar op een stabiel niveau. Wel vinden de respondenten van het ING Woonbericht het een steeds minder gunstige periode voor de aankoop van een woning. Daar staat tegenover dat de ondervraagde koopwoningbezitters en potentiële starters op de woningmarkt positiever zijn over de ontwikkeling van de hypotheekrente. Sinds de start van het ING Woonbericht in 2009 zijn huizenbezitters niet eerder zo optimistisch geweest over het gemak én de snelheid waarmee ze verwachten hun woning te kunnen verkopen.
Krapte op de woningmarkt
Met name starters hebben het moeilijk op de woningmarkt. Bijna driekwart geeft aan last te hebben van de krapte. In stedelijke gebieden is dat 88%, maar het is niet alleen een probleem van de grote steden. Ook buiten de stedelijke regio’s zegt 61% hinder te ondervinden van de krappe woningmarkt. Bijna de helft heeft het zoeken naar een woning zelfs helemaal uitgesteld. Een kwart van de potentiële starters heeft de zoekcriteria aangepast, waarbij vooral concessies worden gedaan aan het aankoopbedrag, de buurt en de omvang van de woning.
Wim Flikweert, manager Wonen bij ING: “De invloed van beleggers lijkt mee te vallen vanuit het perspectief van de starters. Van de ondervraagden van wie wel eens een bod is afgewezen, geeft 11% aan dat de woning waarin ze waren geïnteresseerd naar een belegger is gegaan. Dit is een gemiddelde, in steden als Amsterdam zal dit percentage waarschijnlijk hoger liggen”.
Voorkeur voor belegger of particulier?
Driekwart van de woningbezitters heeft bij de verkoop van de woning een voorkeur voor een koper die er zelf gaat wonen. 87% gaat echter overstag als er door een belegger meer geld geboden wordt, 38% al bij een verschil tot 10.000 euro. Slechts 13% is principieel en zegt ook niet aan een belegger te verkopen bij een verschil van 50.000 euro of meer.
Woningbezitters willen liever niet dat een belegger het huis van de buren koopt. Meer dan de helft (58%) staat hier negatief tegenover en slechts 2% positief. Flikweert: “Opvallend is dat als de woning verkocht wordt aan een belegger terwijl de buren er nog steeds in blijven wonen, slechts 16% negatief is en 17% positief. Eigendom lijkt dus minder bepalend. Belangrijker is de onzekerheid wie er komt wonen.”
Uit het onderzoek blijkt ook dat een kwart van de 65-plussers de eigen woning wel zou willen verkopen om deze vervolgens terug te huren van de nieuwe eigenaar. Flikweert: “Dit kan een alternatieve oplossing zijn voor mensen die geen nieuwe financiering meer willen of kunnen afsluiten en toch graag in de eigen woning blijven wonen. Of de zorg voor de woning niet meer willen of kunnen dragen.”
Bron: ING