Consumentengoederen en -diensten waren in augustus 12,0 procent duurder dan in dezelfde maand een jaar eerder, meldt het CBS. In juli was de inflatie 10,3 procent. Vooral de prijsontwikkeling van energie zorgde voor een verdere stijging van de inflatie.
De inflatie wordt elke maand gemeten als de stijging van de consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van dezelfde maand in het voorgaande jaar. De consumentenprijsindex geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten zoals dit gemiddeld wordt aangeschaft door de Nederlandse huishoudens.
Een inflatie van 12,0 procent in augustus 2022 betekent dat de prijzen van consumentenproducten 12,0 procent hoger zijn dan in augustus 2021 en niet dat de prijzen met 12,0 procent zijn gestegen ten opzichte van juli 2022. De inflatie van 12,0 procent in augustus komt dus niet bovenop de inflatie van 10,3 procent in juli.
Prijsstijging energie
Hogere prijzen van energie (elektriciteit, gas en stadsverwarming) zorgden voor een stijging van de inflatie. Energie was in augustus 151 procent duurder dan in dezelfde maand een jaar eerder. In juli was dit 108 procent.
Energie levert momenteel een belangrijke bijdrage aan de totale inflatie. De prijsontwikkeling van energie wordt door het CBS gemeten op basis van nieuwe contracten. Het CBS voert een onderzoek uit naar het meten van de energieprijzen in de CPI.
Ook voeding en kleding duurder
Ook voedingsmiddelen hadden een verhogend effect op de inflatie. Voeding was in augustus 13,1 procent duurder dan in dezelfde maand vorig jaar. In juli was de prijsstijging op jaarbasis 12,3 procent. Met name de pastaproducten droegen bij aan deze ontwikkeling. Naast voeding zorgde ook de prijsontwikkeling van kleding voor een stijging van de inflatie.
Neerwaarts effect motorbrandstoffen
De prijsstijging op jaarbasis van motorbrandstoffen was in augustus lager dan in juli. Dit heeft een neerwaarts effect op de inflatie. Motorbrandstoffen waren in augustus 16,7 procent duurder dan in dezelfde maand een jaar eerder, in juli was de prijsstijging op jaarbasis 24,6 procent.
Inflatie eurozone neemt toe
Het CBS publiceert sinds 1996 twee verschillende cijfers voor inflatie. Een op basis van de consumentenprijsindex (CPI) en een op basis van de geharmoniseerde index van consumentenprijzen (HICP). Consumentengoederen en -diensten in Nederland waren volgens de HICP in augustus 13,7 procent duurder dan in dezelfde maand een jaar eerder, in juli was dat 11,6 procent. De inflatie in de eurozone nam toe van 8,9 procent in juli naar 9,1 procent in augustus.
Verschil CPI en HICP
Om de inflatie tussen landen te kunnen vergelijken, berekenen de lidstaten van de Europese Unie (EU) een consumentenprijsindex volgens internationaal afgesproken definities en methoden. De Europese Centrale Bank gebruikt de HICP voor het monetaire beleid in de eurozone. Daarnaast maken de meeste landen nog een eigen, nationale prijsindex.
Het belangrijkste verschil tussen de CPI en de HICP voor Nederland is dat de HICP in tegenstelling tot de CPI geen rekening houdt met de kosten van het wonen in de eigen woning. In de CPI worden deze kosten berekend aan de hand van de ontwikkeling van woninghuren. Dit is echter niet het enige verschil. In een publicatie worden deze verschillen verder toegelicht.
Implicaties coronacrisis op de berekening van de inflatie
Door de overheidsmaatregelen in verband met de coronacrisis zijn sommige diensten na maart 2020 tijdelijk niet of beperkt beschikbaar geweest. Hierdoor zijn voor een deel van deze diensten geen transacties geweest waarvan de prijzen gemeten konden worden. In aansluiting op de richtlijnen van Eurostat heeft het CBS per situatie gekozen voor de meest passende schattingsmethode. In een notitie worden alle keuzes toegelicht en in een maatwerktabel wordt aangegeven per artikelgroep of er een schatting is gemaakt. In augustus 2022 werden er geen prijzen meer geschat in verband met corona, maar schattingen in dezelfde maand een jaar eerder werken nog wel door in de inflatie van deze maand.
Bron: CBS