Consumentengoederen en -diensten waren in augustus 3,0 procent duurder dan in dezelfde maand een jaar eerder, meldt het CBS. In juli was de inflatie 4,6 procent. De inflatie wordt elke maand gemeten als de ontwikkeling van de consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van dezelfde maand in het voorgaande jaar. De daling van de inflatie wil niet zeggen dat de prijzen zijn gedaald ten opzichte van juli. De prijzen stegen in augustus ten opzichte van juli met 0,4 procent.
De prijsontwikkeling van energie heeft al geruime tijd een grote invloed op het verloop van de inflatie. Het CBS maakt naast het algemene inflatiecijfer ook elke maand het inflatiecijfer bekend waar de prijsontwikkelingen van energie en motorbrandstoffen zijn uitgehaald. In augustus was de inflatie zonder energie en motorbrandstoffen 6,4 procent. In juli was dat 6,8 procent.
Prijsontwikkelingen op korte termijn
Het CBS publiceert elke maand over de inflatie: de ontwikkeling van de CPI ten opzichte van dezelfde maand een jaar eerder. Dit cijfer zegt echter niets over het maandelijkse verloop van de prijzen binnen een periode van twaalf maanden. De CPI geeft dat inzicht wel. De prijzen voor consumenten stegen in augustus 2023 met 0,4 procent ten opzichte van juli. Het prijspeil was in de afgelopen twaalf maanden het hoogst in oktober 2022.
Een kanttekening bij een vergelijking tussen verschillende maanden in het jaar is dat rekening moet worden gehouden met de invloed van het seizoen. Zo zijn bijvoorbeeld vliegtickets in vakantiemaanden duurder dan in maanden buiten het vakantieseizoen. De prijzen zijn dan tijdelijk hoger, maar dit is geen structurele prijsstijging. Door deze seizoensinvloeden zijn ontwikkelingen maand op maand vaak volatieler dan ontwikkelingen jaar op jaar.
Inflatie daalt door prijsontwikkeling energie
De inflatie daalde vooral door de prijsontwikkeling van energie (gas, elektriciteit en stadsverwarming). In augustus was energie 46,7 procent goedkoper dan een jaar eerder. In juli waren de prijzen 34,5 procent lager dan in dezelfde maand vorig jaar.
De prijsontwikkeling van energie heeft al geruime tijd een grote invloed op het verloop van de inflatie. Dit komt met name door de hoge prijzen vorig jaar. In de tweede helft van 2022 namen de energieprijzen in de CPI fors toe. Mede daardoor werd er in die periode een hele hoge inflatie gemeten. De prijzen van energie in de CPI zijn nu een stuk lager dan in 2022. Omdat de inflatie wordt gemeten als de ontwikkeling van de prijzen ten opzichte van dezelfde maand in het voorgaande jaar, valt de inflatie nu lager uit.
Voor het meten en verwerken van de energieprijzen in de CPI gebruikt het CBS vanaf juni 2023 een nieuwe methode. Op 30 juni publiceerde het CBS een achtergrondartikel waarin het in meer detail uitlegt wat de overstap betekent voor de CPI, de inflatie en het gebruik van de CPI voor indexeringsdoeleinden.
Kleinere prijsstijging voeding
Naast energie had ook de prijsontwikkeling van voeding een neerwaarts effect op de ontwikkeling van de inflatie. De prijsstijging op jaarbasis van voedingsmiddelen daalde van 11,7 procent in juli naar 9,7 procent in augustus. Vooral de prijsontwikkelingen van vlees en brood- en graanproducten droegen bij aan deze afname. Daarnaast had ook de prijsontwikkeling van vliegtickets een drukkend effect.
Opwaarts effect motorbrandstoffen en kleding
De prijsontwikkeling van motorbrandstoffen had daarentegen een opwaarts effect op de ontwikkeling van de inflatie. Motorbrandstoffen waren in augustus weliswaar 0,6 procent goedkoper dan een jaar eerder, maar in juli was de prijsdaling op jaarbasis 11,1 procent. Naast motorbrandstoffen hadden ook de prijzen van kleding een verhogend effect op de ontwikkeling van de inflatie.
Inflatie eurozone hoger dan in Nederland
Het CBS publiceert sinds 1996 twee verschillende cijfers voor inflatie. Een op basis van de consumentenprijsindex (CPI) en een op basis van de geharmoniseerde index van consumentenprijzen (HICP). Consumentengoederen en -diensten in Nederland waren volgens de HICP in augustus 3,4 procent duurder dan in dezelfde maand een jaar eerder, in juli was dat 5,3 procent. De inflatie in de eurozone was in augustus net als in juli 5,3 procent.
Verschil CPI en HICP
Om de inflatie tussen landen te kunnen vergelijken, berekenen de lidstaten van de Europese Unie (EU) een consumentenprijsindex volgens internationaal afgesproken definities en methoden. De Europese Centrale Bank gebruikt de HICP voor het monetaire beleid in de eurozone. Daarnaast maken de meeste landen nog een eigen, nationale prijsindex.
Het belangrijkste verschil tussen de CPI en de HICP voor Nederland is dat de HICP in tegenstelling tot de CPI geen rekening houdt met de kosten van het wonen in de eigen woning. In de CPI worden deze kosten berekend aan de hand van de ontwikkeling van woninghuren. Dit is echter niet het enige verschil. In een publicatie worden deze verschillen verder toegelicht.
Dashboard consumentenprijzen
Het dashboard consumentenprijzen toont de inflatie volgens de consumentenprijsindex (CPI) en voor een aantal groepen consumentengoederen en -diensten. Meer prijsindicatoren zijn te vinden in het prijzendashboard. De persoonlijke inflatiecalculator geeft inzicht in de ontwikkeling van de consumentenprijzen voor een individueel consumptieprofiel.
Bron: CBS