De Nevi PMI® steeg van 47.9 in juli naar 52.3 in augustus. Dit wijst op de eerste verbetering van de bedrijfsomstandigheden sinds maart.
De productieomvang nam voor de eerste keer sinds februari toe en deze toename was aanzienlijk. De nieuwe orders herstelden zich krachtig, waarbij de export orders de grootste stijging in bijna twee jaar lieten zien. Desondanks verkleinden de Nederlandse producenten hun personeelsbestanden opnieuw, zij het in beperkte mate. De hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk daalde voor de vijfde maand op rij. De gemiddelde levertijden waren opnieuw langer, waarbij de subsector consumptiegoederen de grootste verslechtering liet zien.
Voor het eerst sinds februari namen de inkoopactiviteiten toe. Toch bleven de materiaalvoorraad en de voorraad eindproducten aanzienlijk dalen. De inkoopprijzen stegen voor het eerst sinds maart en ook de verkoopprijzen namen toe. Het optimisme over de toekomstige productie bereikte het hoogste niveau in zes maanden.
“De Nederlandse industrie laat haar veerkracht zien door hogere productiecijfers en veel nieuwe exportorders in de maand augustus”, zegt David Kemps, sector banker Industrie bij ABN AMRO. “Voor het eerst sinds de uitbraak van het coronavirus klimt de Nevi Inkoopmanagersindex naar een stand van 52.3, mooi boven de neutrale stand van 50. De versoepeling van de lockdowns in verschillende Europese landen en de opgaande lijn van met name de Duitse industrie zorgt ervoor dat de Nederlandse inkoopmanagers voorzichtig positief zijn over de bedrijfsactiviteit in de komende maanden.”
Redactioneel commentaar van David Kemps, sector banker Industrie bij ABN AMRO:
Nederlandse industrie krabbelt langzaam op dankzij aantrekkende export
De stemming onder Nederlandse inkoopmanagers is in augustus verder verbeterd en in positief vaarwater gekomen. Na het dieptepunt in juni van de Nevi Inkoopmanagersindex, die de stemming onder industriële bedrijven meet, en een eerste herstel in juli, wijst de verdere toename in augustus op een omslag in de sector. De index ligt nu namelijk weer boven de 50, wat betekent dat de krimp van de afgelopen maanden heeft plaatsgemaakt voor groei van de bedrijfsactiviteit ten opzichte van de vorige maand. Voorzichtigheid blijft echter geboden, want de industriële productie ligt nog steeds een stuk lager dan voor de coronacrisis.
Voor het eerst sinds de uitbraak van het coronavirus klimt de Nevi Inkoopmanagersindex naar een stand van 52.3, mooi boven de neutrale stand van 50. De versoepeling van de lockdowns in verschillende Europese landen en de opgaande lijn van met name de Duitse industrie zorgt ervoor dat de Nederlandse inkoopmanagers voorzichtig positief zijn over de bedrijfsactiviteit in de komende maanden. Daarnaast is het sentiment over de productie over twaalf maanden verder verbeterd, waaruit blijkt dat industriële ondernemers rekenen op economisch herstel in 2021.
Net als in veel andere landen zit het aantal nieuwe orders en de productie in de lift. Het aantal nieuwe orders trekt ten opzichte van de afgelopen maanden wel wat aan, met name vanwege een toename van nieuwe exportorders. De deelindicatoren over nieuwe orders en productie laten over augustus een positief beeld zien met scores van respectievelijk 54.4 en 54.7.
Het is nog te vroeg om te juichen. De Nevi inkoopmanagersindex meet de activiteit ten opzichte van de vorige maand. Er is maand-op-maand sprake van een stijging, maar vergeleken met dezelfde periode vorig jaar ligt de productie vermoedelijk nog altijd duidelijk lager. Uit de deelindicator voor openstaande orders blijkt bovendien dat de orderportefeuilles in augustus verder zijn geslonken. Dit duidt erop dat de vraag nog steeds op een laag niveau ligt. Eerder waarschuwden brancheverenigingen zoals Koninklijke Metaalunie, FME en de NRK al voor een harde omzetklap na de zomervakantie. Uit hun enquêtes bleek dat veel van hun leden weliswaar in de maanden maart tot juli nog konden doorwerken aan bestaande orders, maar het orderboek na de zomer bleef nog erg leeg.
De crisis is dus nog niet voorbij. Een groot deel van de industriële ondernemers ziet dat deze coronacrisis een langdurig negatief effect zal hebben op hun activiteiten en omzet. De verwachting is dat de vele inmiddels opgestarte reorganisaties later dit jaar leiden tot oplopende werkloosheid, lagere productie, dalende investeringen en minder innovaties.
Met name ondernemers in het mkb profiteren vertraagd van de aantrekkende export en kunnen in het algemeen minder goed snijden in hun kostenstructuur. Zij zullen pas personeel ontslaan als het echt niet anders meer kan, omdat zij hun technische medewerkers vanwege de arbeidskrapte van de afgelopen jaren met veel moeite hebben binnengehaald en opgeleid. Hulpmaatregelen zoals de NOW-regeling en het uitstel van belasting-, rente- en aflossingsbetalingen zorgen nu nog voor een tijdelijke lastenverlichting voor het mkb. De komende periode zullen de mkb-ondernemers echter meer structurele maatregelen moeten nemen om hun kostenstructuur te verlagen indien de omzet en nieuwe orders niet snel genoeg toenemen.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) berekende onlangs dat de omzet van de industrie in het tweede kwartaal van dit jaar 16,6 procent lager lag dan in dezelfde periode van 2019. Vooral ondernemers in zwaar getroffen subsectoren, zoals de transportmiddelenindustrie, de chemie en de textiel-, kleding- en lederindustrie zullen alles op alles moeten zetten om omzetdalingen van soms wel 75 procent in de maanden april en mei weer goed te maken.
De crisis is nog niet voorbij voor de Nederlandse industrie. ABN AMRO verwacht dat de industriële productie voorlopig nog op een lager niveau zal liggen dan voor de coronacrisis, onder andere door een hernieuwde recessie in de eurozone vanaf het vierde kwartaal. Toch zijn de stand van de Nevi Inkoopmanagersindex boven de 50 en de aantrekkende nieuwe orders goed nieuws. Het lijkt erop dat de Nederlandse industrie het dieptepunt van de crisis achter zich heeft gelaten.
Drie deelindices uitgelicht:
PRODUCTIE INDEX
Na het recorddieptepunt in april bleef de seizoensmatig aangepaste Productie index in augustus in forse mate stijgen en kwam voor de eerste keer sinds februari uit boven de geen-veranderingsgrens van 50.0. Dit was bovendien de grootste stijging van de productieomvang sinds januari 2019. Er zijn aanwijzingen dat de toename het gevolg was van de verbetering van de vraag.
WERKGELEGENHEID INDEX
De gegevens voor augustus lieten een verdere daling zien van de werkgelegenheid in de Nederlandse productiesector. Hiermee komt de huidige periode van krimp op zes maanden. De respondenten maakten in verband met dit laatste verlies aan arbeidsplaatsen regelmatig melding van ontslagen vanwege de voortgaande COVID-19-pandemie.
Het banenverlies was echter bescheiden en het kleinste sinds maart. Een aantal bedrijven maakte bovendien melding van een uitbreiding van hun personeelsbestanden in afwachting van een toename van de vraag.
INGEKOCHT MATERIAAL INDEX
De grotere productievereisten en de toename van de verkoop leidden in augustus voor de eerste keer in zes maanden tot een uitbreiding van de inkoopactiviteiten bij de Nederlandse productiebedrijven. Deze toename was bovendien aanzienlijk en de grootste sinds december 2018. De panelleden schreven dit toe aan de versoepeling van de lockdownmaatregelen en de daaropvolgende verbetering van de vraag en de verkoop.
Bron: NEVI