Nederlandse huishoudens stalden in 2020 bijna 42 miljard euro op hun (spaar)rekeningen bij Nederlandse banken. Dat is twee keer zoveel als in 2019. De voornaamste redenen hiervoor zijn de contactbeperkende maatregelen en de toegenomen economische onzekerheid tijdens de coronacrisis. Bij het onderbrengen van deze besparingen lijken de huishoudens een voorkeur te hebben voor liquide spaarvormen, aangezien het overgrote deel van de besparingen terecht kwam op betaalrekeningen en vrij opneembare spaarrekeningen.
Verdubbeling spaar- en betaaltegoeden
Nederlandse huishoudens hadden eind 2020 ruim 487 miljard euro op hun betaal- en spaarrekeningen bij Nederlandse banken staan. Dat is bijna 42 miljard euro meer dan een jaar eerder. Het grootste deel (21 miljard euro) stalden ze op hun vrij opneembare spaarrekeningen, terwijl het saldo op hun betaalrekeningen steeg met 20 miljard euro. Vergeleken met voorgaande jaren is de toename van de spaar- en betaaltegoeden bij banken exceptioneel hoog. In 2019 bedroeg deze nog 21 miljard euro, de jaren daarvoor namen de tegoeden nog minder hard toe.
Besparingen nemen toe
De belangrijkste oorzaak voor de exceptionele toename in 2020 is de coronacrisis. De daarmee gepaard gaande maatregelen zorgden ervoor dat de besparingen flink toenamen. Het beschikbare inkomen van de meeste huishoudens bleef mede door de omvangrijke overheidssteun op peil, terwijl de (gedeeltelijke) lockdowns en economische onzekerheid zorgden voor een forse daling van de consumptie. De spaarquote, die de verhouding tussen de besparingen en het beschikbare inkomen weergeeft, komt volgens de meest recente ramingen uit op 11,1% in 2020. Ter vergelijking, in 2019 was deze nog 3,1% (Economische Ontwikkelingen en Vooruitzichten, december 2020).
Voorkeur voor liquide spaarvormen
Van het geraamde beschikbare jaarinkomen van huishoudens kwam 10,4% terecht op de betaalrekening of vrij opneembare spaarrekeningen (zoals internetspaarrekeningen). Het overige, aanzienlijk kleinere, deel van de besparingen kon worden gebruikt voor bijvoorbeeld beleggingen in aandelen(fondsen) en het aflossen van schulden. Opvallend is dat er minder extra geld werd weggezet op spaarrekeningen met een vaste looptijd. Nederlandse huishoudens lijken dan ook een voorkeur te hebben voor spaarvormen waarbij ze eenvoudig over hun tegoed kunnen beschikken.
De bijzondere omstandigheden van 2020 – met aan de ene kant de toegenomen economische onzekerheid en aan de andere kant het minder gemakkelijk kunnen consumeren (waaronder vakanties) – worden ook weerspiegeld in het verloop van de netto inleg op de spaarrekeningen gedurende het jaar. De traditionele toename in mei vanwege de uitbetaling van het vakantiegeld, was extra sterk. Verder was de netto inleg in alle maanden – met uitzondering van december – positief. Dit is uitzonderlijk, want normaliter wordt in vrijwel de volledige tweede helft van het jaar ontspaard vanwege vakanties, de feestdagen en extra aflossingen op de hypotheek.
Bron: DNB