Op veel gebieden gaat het goed met de brede welvaart in Nederland. De houdbaarheid ervan staat echter wel onder druk. Ons natuurlijk kapitaal gaat namelijk op veel onderdelen stelselmatig achteruit. Zo staat de soortenrijkdom van planten en dieren onder druk. Dit meldt het CBS op basis van de Monitor Brede Welvaart & de Sustainable Development Goals 2022.
De Monitor Brede Welvaart & de Sustainable Development Goals wordt elk jaar op Verantwoordingsdag uitgebracht, op verzoek van het Kabinet. Het CBS beschrijft in de monitor de kwaliteit van leven ‘hier en nu’, maar ook de druk die hierdoor wordt gelegd op volgende generaties (‘later’) en op mensen in andere landen (‘elders’). De monitor gaat ook in op de voortgang die wordt geboekt bij de 17 SDG’s, de duurzaamheidsdoelen van de Verenigde Naties die in 2030 behaald moeten zijn. Op basis van de ontwikkelingen in de periode 2014-2021 wordt nagegaan hoe Nederland op weg is naar een duurzame samenleving.
Brede welvaart ‘hier en nu’ overwegend stabiel tot stijgend
De trendmatige ontwikkeling van de brede welvaart in het ‘hier en nu’ was in de jaren 2014-2021 overwegend stabiel tot stijgend. De werkloosheid loopt terug en het werkzame deel van de bevolking van 15 tot 75 jaar neemt toe. Het besteedbaar inkomen groeit trendmatig, het aandeel hoogopgeleiden in de bevolking stijgt en de tevredenheid van werknemers met hun werk neemt toe. Tevens stijgt de luchtkwaliteit, breidt het Natuur Netwerk Nederland zich uit en daalt het percentage van de bevolking dat slachtoffer is van een misdrijf. Ten slotte groeit het vertrouwen van mensen onderling en in instituties als de Tweede Kamer, politie en rechters. Het vertrouwen in deze instituties daalde in 2021 weliswaar met 2,6 procentpunt, maar blijft met 66,9 procent hoog. De afname volgde op een zeer sterke stijging in 2020 (6,4 procentpunt).
De coronapandemie heeft echter een aantal negatieve trends versterkt. Het deel van de bevolking dat als psychisch gezond gezien wordt nam al langer af, maar de daling zette in 2021 versneld door. Het aantal sociale contacten verminderde verder. Dit hangt deels samen met coronamaatregelen als lockdowns en de avondklok, maar ook met het feit dat er meer wordt gewerkt. Dat werken gebeurde bovendien vaak thuis, net als het volgen van onderwijs. In sommige periodes kon er ook niet meer gezamenlijk worden gesport. Dit alles verhoogde het risico op kansenongelijkheid, eenzaamheid en psychische problemen. In 2021 gaf 83,6 procent van de bevolking het leven een rapportcijfer van 7 of hoger, het laagste percentage sinds het CBS deze meting startte (1997). Op de verdeling van de brede welvaart over de verschillende bevolkingsgroepen wordt ingegaan in dit bericht.
Natuurlijk kapitaal neemt in veel opzichten af
Wat de toekomstige brede welvaart betreft, nemen zowel het sociaal als het menselijk kapitaal in Nederland trendmatig toe. Qua economisch kapitaal zijn er zowel plussen als minnen. Zo stijgt de toch al grote schuld per huishouden, al neemt tegelijkertijd het vermogen per huishouden toe. De meest in het oog springende trend wat de brede welvaart ‘later’ betreft is echter de voortdurende afkalving van het natuurlijk kapitaal. De helft van de indicatoren voor natuurlijk kapitaal wijst op een daling van de brede welvaart. Vele daarvan hebben betrekking op de natuur.
Zowel landdieren als zoetwater- en moerasdieren, en ook stads- en boerenlandvogels gaan qua soortenrijkdom achteruit. Een steeds groter deel van de inheemse plant- en diersoorten raakt bedreigd. Het areaal landnatuur dat beheerd wordt in het Natuur Netwerk Nederland neemt weliswaar toe, maar de kwaliteit staat onder druk: meer dan zeventig procent van de landnatuur in Nederland kampt met een – lichte of zwaardere – overschrijding van de kritische stikstofgrens. De ruimte staat in Nederland duidelijk onder druk. Per inwoner is er steeds minder ‘groen-blauwe’ ruimte beschikbaar. Op het ruimtegebruik wordt nader ingegaan in dit bericht.
Verdere negatieve trends qua natuurlijk kapitaal zijn de afname van de kwaliteit van het oppervlaktewater en het grotere verbruik van grondwater. Ook de cumulatieve CO2-emissies nemen trendmatig toe. De broeikasgasuitstoot nam tussen 1990 en 2020 met een kwart af, in lijn met de Urgenda-doelstelling, maar door een stijging in 2021 was de afname tussen 1990 en 2021 weer minder dan een kwart. Positieve trends qua natuurlijk kapitaal vormden de stijging van de luchtkwaliteit en de stijging van de capaciteit voor het opwekken van hernieuwbare elektriciteit.
Trendmatige stijging brede welvaart ‘elders’, maar groot beslag op grondstoffen
De brede welvaart in Nederland gaat steeds minder ten koste van die in andere landen. De invoer vanuit veel delen uit de wereld neemt toe. Die wordt veelal positief gewaardeerd, behalve als dit de natuurlijke hulpbronnen elders uitput. Op dit punt is er sprake van één negatieve trend: onze invoer van biomassa neemt toe. Sowieso neemt Nederland qua schadelijk geachte importen nog altijd hoge posities in op de Europese ladder. Dat de aarde wordt uitgeput wordt geïllustreerd door het volgende: volgens de Global Earth Network Earth verbruiken mensen tussen 1 januari en 29 juli al wat de aarde in een heel jaar kan regenereren.
De broeikasgasvoetafdruk van Nederland was in 2021 met 15,3 ton CO2-equivalenten per inwoner iets hoger dan in 2020 (13,0 ton). De afdruk is nog wel lager dan in 2019, vóór het uitbreken van de coronapandemie (16,2 ton).
Op weg naar een meer duurzame samenleving
De monitor laat ook zien hoe Nederland vordert met het bereiken van de 17 duurzaamheidsdoelen voor 2030 van de Verenigde Naties. Vooral bij SDG 1 (Geen armoede), SDG 2 (Geen honger), SDG 4 (Kwaliteitsonderwijs), SDG 5 (Gendergelijkheid) en SDG 13 (Klimaatactie) bewegen relatief veel indicatoren zich in de richting van het doel. Er zijn ook doelen die juist verder uit zicht raken. Dit geldt voor SDG 9 (Industrie, innovatie en infrastructuur: mobiliteit), SDG 10 (Ongelijkheid verminderen: financiële houdbaarheid), SDG 11 (Duurzame steden en gemeenschappen: wonen, en ook leefomgeving), SDG 15 (Leven op het land) en SDG 16 (Vrede, justitie en sterke publieke diensten: instituties).
Bron: CBS