De NEVI PMI® steeg in december van 57.0 naar 57.3. Dit is het hoogste cijfer sinds april 2011 en wijst op een aanzienlijke verbetering.
De productie nam verder toe, en wel in de grootste mate in drie jaar. Het aantal nieuwe orders nam aanzienlijk toe. De vraag uit het buitenland nam in de grootste mate toe sinds juli 2015. Voor de tweede achtereenvolgende maand daalde de voorraad gereed product. De werkgelegenheid nam verder toe, maar desondanks steeg de hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk voor de tweede maand op rij. De inkoopactiviteiten namen aanzienlijk toe, wat leidde tot de grootste stijging van de voorraad ingekochte materialen sinds het begin van dit onderzoek in maart 2000. De inkoopkosten stegen in de grootste mate in vijfenhalf jaar en de verkoopprijzen namen het sterkst toe in achtenvijftig maanden. De levertijden waren voor de tweeënveertigste opeenvolgende maand langer dan de maand ervoor.
Drie deelindices uitgelicht:
Productie index
De Nederlandse productiebedrijven vergrootten in december hun productieomvang. Hiermee komt de huidige periode van groei op vierenveertig maanden. Deze groei was bovendien voor de derde maand op rij groter dan de maand ervoor en de grootste in drie jaar. Er zijn aanwijzingen dat dit het gevolg was van een grotere klantvraag.
Inkoopprijs index
De inkoopkosten waarmee de Nederlandse producenten te maken hadden, stegen in december opnieuw. Deze inkoopprijsinflatie was bovendien de grootste sinds mei 2011. De panelleden die aangaven dat er sprake was van hogere prijzen, maakten melding van een combinatie van wisselkoersschommelingen en hogere grondstofkosten.
Voorraad ingekochte materialen index
De voorraad ingekochte materialen bij de Nederlandse productiebedrijven steeg in december voor de vierde maand op rij. Dit blijkt uit de seizoensmatig aangepaste Voorraad ingekochte materialen index die uitkwam boven de geen-veranderingsgrens van 50.0. De stijging was bovendien groter dan de vorige maand en de grootste sinds het begin van dit onderzoek.
Redactioneel commentaar hoogleraar Arjan van Weele
Met een NEVI PMI van 57.3, de hoogste score in 68 maanden, sluit de Nederlandse industrie een sterk en succesvol jaar af. Ten opzichte van november (57.0) wederom een (lichte) verbetering. Internationaal gezien eveneens een mooie score, gezien het feit dat de PMI voor de Eurozone en Duitsland uitkwamen op 54.9 resp. 55.5. De PMI voor de Verenigde Staten registreerde 54.2.
De NEVI Purchasing Managers’ Index (PMI) is een belangrijke graadmeter voor de bedrijvigheid in de industrie en wordt internationaal volgens dezelfde standaard gemeten. Een waarde boven 50 duidt op een toename van contractvolumes die door inkopers in de markt worden gezet; een waarde lager dan 50 duidt op een afname. Meer inkoopcontracten in de markt betekent meer werk voor bedrijven en medewerkers.
Oorzaken voor de hoge score in december is de onverminderd sterke vraag naar Nederlandse industriële producten in binnen- en buitenland. Dit leidt tot een volledige bezetting van de productie capaciteit, waardoor extra personeel moet worden aangetrokken. Ook in december steeg het aantal banen weer fors (werkgelegenheidsindex 55.2).
De sterke opleving van de Europese economie leidt uiteraard tot een grotere vraag naar grondstoffen. Samen met de sterkere dollar leidt dat tot sterk stijgende inkoopprijzen (66.5). Inkopers lijken op deze ontwikkelingen te anticiperen gezien de sterk gestegen inkoopvolumes (index ingekocht materiaal: 59.7). De inkoopprijsinflatie lijkt nog maar beperkt te worden vertaald in hogere verkoopprijzen (54.5).
Wat betekent dit nu voor 2017? Mijn conclusie is dat dit beeld nog wel enkele maanden zal aanhouden. Algemeen zijn de vooruitzichten voor 2017 goed. Echter, verkoopprijzen zullen als gevolg van de sterke inkoopprijsinflatie naar verwachting verder stijgen, hetgeen een drukkend effect zal hebben op de marktvraag op termijn. De vraag naar (technisch) personeel zal verder toenemen, hetgeen zal leiden tot krapte op de arbeidsmarkt. Hier zijn de eerste signalen al zichtbaar. Ik handhaaf mijn rapportcijfer onverkort op 8.0.
Bron: NEVI