Consumentengoederen en -diensten waren in november 5,2 procent duurder dan een jaar eerder, meldt het CBS. De inflatie in november was de hoogste na september 1982. In oktober was de inflatie 3,4 procent. De snelle stijging van de inflatie is vooral toe te schrijven aan de prijsontwikkeling van gas, elektriciteit, motorbrandstoffen, voeding en kleding.
Energieprijzen stijgen verder
De prijzen van gas en elektriciteit zijn in november verder gestegen. Gas was in november 53,0 procent duurder dan een jaar eerder. In oktober was dat 30,6 procent. De prijsstijging op jaarbasis van elektriciteit nam toe van 39,6 procent in oktober naar 74,9 procent in november. De bijdrage van gas en elektriciteit aan de totale inflatie van 5,2 procent in november was ruim 2 procentpunt.
Duurdere motorbrandstoffen
Naast gas en elektriciteit zijn ook motorbrandstoffen in november duurder geworden. De prijsstijging van benzine ten opzichte van november 2020 was 31,4 procent. In oktober was benzine 24,7 procent duurder dan een jaar eerder. Ook de gemiddelde prijs van diesel en lpg nam toe in november.
Ook voeding en kleding duurder
Ook de prijsontwikkeling van voeding en kleding had een opwaarts effect op de inflatie. Voedingsmiddelen waren in november 1,1 procent duurder dan een jaar eerder. In oktober was dat 0,2 procent. Dit komt met name door de prijsontwikkeling van aardappelen, fruit en koffie. Kleding was in november 5,2 procent duurder dan vorig jaar, in oktober was dat 3,0 procent.
Inflatie Nederland hoger dan eurozone
Naast de consumentenprijsindex (CPI) berekent het CBS ook de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP). Consumentengoederen en –diensten in Nederland waren volgens de HICP in november 5,9 procent duurder dan een jaar eerder, in oktober was dat 3,7 procent. De inflatie volgens de HICP, die vanaf 1997 wordt gemeten, was niet eerder zo hoog. Bij de eerste raming op 30 november kwam de prijsstijging uit op 5,6 procent.
De inflatie in de eurozone nam volgens voorlopige cijfers toe van 4,1 procent in oktober naar 4,9 procent in november. De inflatie in Nederland is daarmee voor het eerst na april hoger dan de inflatie in de eurozone.
De HICP wordt volgens de Europees geharmoniseerde methode berekend zodat deze kan worden vergeleken met andere lidstaten van de Europese Unie. De prijsindexcijfers voor de eurozone en de Europese Unie als geheel worden berekend uit de HICP’s van de afzonderlijke lidstaten. De Europese Centrale Bank (ECB) gebruikt deze cijfers voor het monetaire beleid.
Het belangrijkste conceptuele verschil tussen de CPI en de HICP voor Nederland is dat de HICP in tegenstelling tot de CPI geen rekening houdt met de kosten van het wonen in de eigen woning. In de CPI worden deze kosten berekend aan de hand van de ontwikkeling van woninghuren.
Implicaties coronacrisis op de berekening van de inflatie
Door de overheidsmaatregelen in verband met de coronacrisis zijn sommige diensten na maart 2020 niet of beperkt beschikbaar geweest. Hierdoor zijn voor een deel van deze diensten geen transacties geweest waarvan de prijzen gemeten konden worden. In aansluiting op de richtlijnen van Eurostat heeft het CBS per situatie gekozen voor de meest passende schattingsmethode. In een notitie worden alle keuzes toegelicht en in een maatwerktabel wordt aangegeven per artikelgroep of er een schatting is gemaakt.
Door de coronacrisis is het uitgavenpatroon van consumenten sterk gewijzigd. De wijziging van het consumptiepatroon heeft invloed op de inflatie in 2021. In een notitie wordt in detail uitgelegd op welke manier de wegingsveranderingen doorwerken op de inflatie.
Dashboard consumentenprijzen
Het dashboard consumentenprijzen toont de inflatie volgens de consumentenprijsindex (CPI) en voor een aantal groepen consumentengoederen en -diensten. Meer prijsindicatoren zijn te vinden in het prijzendashboard.
Bron: CBS