De 200ste NEVI PMI® steeg van 60.4 in oktober naar een hoogtepunt van 62.4 in november. Dit is het hoogste cijfer sinds het begin van dit onderzoek in 2000 en overtreft het vorige record van 60.7 in februari 2011 ruimschoots. Stijgingen bij vier van de vijf PMI-componenten veroorzaakten de toename van de hoofdindex. De deelindexen voor de productieomvang, werkgelegenheid en voorraad ingekochte materialen bereikten bovendien een recordniveau.
De productie nam in ongekende mate toe als gevolg van een forse stijging van het aantal ontvangen nieuwe orders. Die deelindex bereikte een gedeelde tweede plaats sinds het begin van dit onderzoek in maart 2000 en was maar iets lager dan het recordniveau van februari 2011. De stijging van het aantal ontvangen nieuwe export orders was de grootste sinds februari 2011.
De bedrijven breidden hun inkoopactiviteiten aanzienlijk uit, wat leidde tot een recordstijging van de voorraad ingekochte materialen. Dit zorgde voor opnieuw een grotere verlenging van de levertijden: de grootste in ruim tien en een half jaar.
De groei van de werkgelegenheid bereikte een recordniveau. De inkoopprijzen stegen in de grootste mate sinds februari en de verkoopprijsinflatie bereikte het hoogste niveau in acht maanden.
Het optimisme onder de fabrikanten was minder groot dan in oktober, maar bleef uitermate hoog.
Redactioneel commentaar prof dr Arjan van Weele, NEVI hoogleraar Inkoopmanagement TU Eindhoven
De NEVI Purchasing Managers’ Index kent nu een mooi moment! Dit is de 200e rapportage van deze populaire economische graadmeter! Het zou mooi zijn als we op dat moment ook iets bijzonders te melden hadden. Is dat het geval? Jazeker! De NEVI PMI scoort over november een record waarde van 62.4, daarbij het vorige record uit 2011 (60.7) ver achter zich latend (een waarde boven 50 wijst op toename van de bedrijvigheid; een waarde beneden 50 op een afname). Nog meer records? Ja. Het productievolume steeg naar 61.5, de werkgelegenheid naar 60.6 en de voorraad ingekochte materialen naar 57.2. Alle 3 recordwaarden! Laten we dit even analyseren. Het hogere productievolume wordt verklaard door de nog steeds (al 53 maanden) stijgende vraag uit zowel binnen- als buitenland. Er is grote vraag naar high-tech investeringsgoederen vanuit China, Noord- en Zuid Amerika en ook Europa. Nederland heeft bijzondere high-tech bedrijven, wiens technische oplossingen zeer gewild zijn. Volle orderportefeuilles verklaren de hoge bezettingsgraad in onze industrie. Meer productie betekent meer werkgelegenheid. Nu het aanbod van gekwalificeerd personeel sterk afneemt, bieden bedrijven medewerkers een vast contract (ASML voorop). Meer produktie betekent ook meer inkoop van basismaterialen en componenten. De forse inkoopprijsstijgingen van metalen, kunststoffen en papier leiden tot speculatie. Inkopers kopen meer in dan nodig om later niet nog meer te hoeven betalen. Dat verklaart de recordwaarde van de index ingekochte materialen. De industrie gaat 2017 sterk afronden. En wat is het perspectief voor 2018? Zonder meer goed. Maar we zullen moeten oppassen voor oververhitting. Inflatie zal sterk gaan toenemen, als gevolg van hogere inkoopprijzen en lonen. Dat zal de vraag gaan afremmen. Hoe snel dat zal gebeuren? Daar is geen zicht op. 2018 wordt een erg interessant jaar. Al 200 rapportages lang bewijst de NEVI PMI index dat het erg zinvol is de contract volumes die inkopers in de markt te zetten nauwlettend te volgen. We gaan daar de komende jaren vrolijk mee door! Ik handhaaf mijn rapportcijfer op 8.3.
Bron: NEVI