In dit CPB Achtergronddocument (PDF, Engelstalig) bij de Risicorapportage financiële markten 2018 gaan we nader in op de financieringsbronnen voor de aankoop van een huis in Nederland. Dit doen we om de effecten van veranderingen in leennormen in kaart te brengen. We analyseren hiervoor via CBS microdata bijna alle huizentransacties in Nederland in de periode 2006-2014. We beschrijven eerst hoe de gemiddelde Nederlander de aankoop van zijn huis gefinancierd heeft. In een tweede stap onderzoeken we de mogelijkheden van Nederlandse huishoudens om bij aankoop de hypotheekschuld te reduceren. Om een inschatting te geven van de maximale mogelijkheden om de hypotheekschuld te verlagen ‘simuleren’ we wat er zou gebeuren als huishoudens al hun liquide financiële middelen in hun huis stoppen.

Starters blijken steeds meer gebruik te maken van eigen middelen bij de aankoop van hun huis. Hun financiële capaciteit om de hypotheekschuld bij aankoop te verlagen verbetert in de periode 2006-2014. Doorstromers blijken vooral gebruik te maken van de overwaarde van hun eerdere huis en verhogen ook de inbreng van eigen middelen in latere jaren. Als we een- en meerpersoonshuishoudens vergelijken zien we dat eenpersoonshuishoudens een lagere hypotheekschuld hebben en ook meer financiële mogelijkheden hebben om de hypotheekschuld te verlagen.

Onze resultaten moeten met enige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden: Ten eerste kunnen we niet precies identificeren wat de oorzaak van het verlagen van de hypotheekschuld is: een oorzaak zijn vast de lagere huizenprijzen, maar een andere oorzaak kunnen ook schenkingen door ouders zijn. Als schenkingen een belangrijke rol spelen overschatten we de capaciteit van huishoudens om de hypotheek met eigen middelen te verlagen. Ten tweede zien we in onze data veel verschillen tussen huishoudens (heterogeniteit); nader onderzoek moet bekijken in hoeverre onze resultaten ook voor subgroepen gelden.

Bron: CPB