Het Messiascomplex is de illusie dat we op een of andere manier onszelf kunnen redden door de man of vrouw aan de top te vervangen. De roep om sterk leiderschap is gebaseerd op de veronderstelling dat een manier van leidinggeven uit het verleden ook nu of in de toekomst succesvol zal zijn.
In het Agrarische Tijdperk berustte leiderschap doorgaans op geboorte en niet op prestaties. Een vorst moest een beperkt aantal praktische zaken beheersen, zoals zijn mannen aanvoeren in het gevecht, hij moest de nodige sluwheid bezitten om de ene edele tegen de andere uit te spelen en zo verstandig zijn een voordelig huwelijk te sluiten.
Lezen en schrijven en een groot abstractievermogen behoorden niet tot de noodzakelijke behoeften. Bovendien stond het een leider volkomen vrij zijn uitgebreide persoonlijke macht op de meest grillige en onberekenbare wijze uit te oefenen, ongehinderd door een grondwet, bepalingen of publieke opinie. Als men al steun behoefde, was dat van een klein groepje edelen en ministers. Wie die steun kon verwerven, was een "sterke leider".
De leider uit het Industriële Tijdperk moet daarentegen een onpersoonlijke en in toenemende mate een abstracte macht bezitten. Hij moet veel besluiten nemen over een aanmerkelijk grotere verscheidenheid van zaken, van het manipuleren van de media tot leidinggeven aan de macro – economie. Zijn besluiten moeten zijn doorgevoerd via een reeks van organisaties en instellingen, waarvan hij de onderlinge relaties begrijpt en op elkaar kan afstemmen. Hij moet ontwikkeld zijn en abstract kunnen denken. Zijn gezag wordt beperkt door een grondwet, door jurisprudentie, partijpolitiek en de publieke opinie. De leider uit het Agrarische Tijdperk zou kansloos in het Industriële Tijdperk zijn.
Het Kennis en Innovatietijdperk vergt een omvorming van de samenleving en brengt haar daarbij op een veel hoger niveau van diversiteit en complexiteit. Macht en machteloosheid zijn in deze twee tegenoverliggende lagen van dezelfde chip. Welke kwaliteiten een leider in het Kennis en Innovatietijdperk nodig moet hebben, lijkt nog niet duidelijk. Zijn kracht zou wel eens niet kunnen liggen in de nadruk waarmee hij zich zelf poneert, maar in zijn vermogen tot luisteren naar anderen; niet in bulldozerkracht, maar in verbeeldingskracht; niet in grootheidswaan, maar in erkenning van het beperkte karakter van het leiderschap in de 21ste eeuw.
Als er iets is dat we uit de ons achterliggende decennia hebben kunnen leren , is het wel dat alle politieke en sociale problemen in elkaar grijpen. Dat bijvoorbeeld energie gevolgen heeft voor de economie, die op haar beurt consequenties heeft voor de gezondheidszorg, die dan weer effecten heeft voor onderwijs, gezinsleven en nog vele andere zaken.
De poging om keurig apart gedefinieerde problemen geïsoleerd aan te pakken – de beproefde werkwijze uit het Industriële Tijdperk- leidt alleen maar tot verwarring en ellende. Daarom is het onbegrijpelijk dat de huidige structuur van de overheidsapparaten, de methodieken, werkwijzen en governance nog steeds op de criteria van het Industriële Tijdperk en niet op het nieuwe huidige tijdperk zijn gebaseerd. Het gevolg hiervan is dat elke poging van een regering tot aanpak van wezenlijke problemen een geheel nieuwe serie problemen oproept die vaak nog ernstiger zijn dan de oorspronkelijke. De overheid in het Industriële Tijdperk was erop gebouwd rustigjes aan tot beslissingen te komen, passend bij een wereld waarin het een week kostte om een bericht van de ene kant van de wereld naar de andere kant te krijgen. De buitengewone snelheid waarmee de veranderingen zich in de 21ste eeuw voltrekken zet regeringen en politici op het verkeerde been en dat draagt bij tot hun gevoel van hulpeloosheid en verwarring.
Kortom, de toenemende snelheid van de veranderingen is de macht van onze besluitvormende organen te boven gegaan, waardoor onze huidige politieke structuren verouderd zijn geraakt, ongeacht partij ideologie en/of soorten leiderschap.
Bron: www.creditexpo.nl