Sommige bedrijven zitten door de coronacrisis zo diep in de schulden, dat het problematisch is. Vooral de horeca, cultuur en recreatie en vervoer en opslag zagen hun omzet scherp dalen. Overheidssteun hield deze en andere bedrijven in de lucht. Er is herstelbeleid nodig voor bedrijven die levensvatbaar zijn, maar te hoge schulden hebben. Het Centraal Planbureau beschrijft in de zojuist gepubliceerde coronapublicatie ‘Balansherstel bedrijven na corona’ hoe dit herstelbeleid eruit kan komen te zien.
Een snelle en gerichte aanpak van de schulden vraagt om samenwerking tussen de publieke en private schuldeisers. Private schuldeisers, vaak banken, kunnen de levensvatbaarheid van bedrijven beter inschatten dan de overheid. Wanneer private schuldeisers een deel van de schuld van een onderneming afschrijven kan de overheid zichzelf verplichten om automatisch hetzelfde deel, of zelfs iets meer, van de uitstaande publieke schuld ook kwijt te schelden. Deze aanpak is snel en gericht en heeft relatief beperkte uitvoeringskosten.
Het Centraal Planbureau heeft eerder aangegeven dat de huidige overheidssteun afgebouwd moet worden, omdat het ook niet levensvatbare bedrijven overeind houdt, waardoor noodzakelijke aanpassingen worden vertraagd. Gerichte schuldkwijtschelding voor bedrijven die daardoor weer gezond kunnen opereren, kan wel bijdragen aan herstel.
Bron: CPB
Gerelateerd: column Pieter Hasekamp: ‘Gerichte schuldkwijtschelding nodig voor herstel van corona‘.