In hoeverre ondernemers gestegen kosten kunnen doorberekenen aan hun klanten verschilt sterk. Bijna 4 procent zegt de kostenstijgingen volledig te kunnen doorberekenen, en 43 procent voor een groot deel. 46 procent kan dat voor een klein deel, en iets meer dan 6 procent geeft aan dat dat helemaal niet kan. Meer dan de helft van de ondernemers ziet prijsstijgingen als meest zorgelijke ontwikkeling voor hun bedrijf in het komende jaar.
Dit meldt het CBS op basis van de Conjunctuurenquête Nederland, die wordt gehouden in samenwerking met KVK, het Economisch Instituut voor de Bouw, MKB-Nederland en VNO-NCW. De gegevens voor dit onderzoek zijn begin januari 2023 verzameld bij niet-financiële bedrijven met minimaal 5 werkzame personen.
Ondernemers hadden zowel in 2022 als in 2021 te maken met prijsstijgingen in onder andere energie en grondstoffen. Vergeleken met begin vorig jaar gaf een groter deel van de ondernemers aan de gestegen kosten voor een groot deel te kunnen doorberekenen. Zowel het percentage dat geheel niet kon doorberekenen als het percentage dat volledig kon doorberekenen is gedaald.
Ruim een vijfde in onroerend goed en landbouw kan niet doorberekenen
Ondernemers binnen de verhuur en handel van onroerend goed geven met bijna 23 procent het vaakst aan dat de gestegen kosten niet doorberekend kunnen worden. Dit is wel lager dan een jaar eerder, toen het aandeel in deze bedrijfstak boven de 50 procent lag. Ook binnen de landbouw, bosbouw en visserij zeggen relatief veel ondernemers verhoogde kosten niet door te kunnen berekenen. Binnen de industrie was dit percentage met ruim 2 procent het laagst.
Voor het komende jaar geeft ruim 56 procent van de ondernemers aan dat prijsstijgingen de meest zorgelijke ontwikkeling vormen voor hun bedrijf. Binnen de handel gaven ondernemers met ruim 66 procent dit het vaakst aan, binnen de horeca met ruim 31 procent het minst vaak.
71 procent ondernemers rekent op positief bedrijfsresultaat 2022
Iets meer dan 71 procent van de ondernemers denkt een positief bedrijfsresultaat te hebben geboekt voor 2022. Dat is bijna evenveel als een jaar geleden, toen bijna 71 procent van de ondernemers dit dacht voor 2021. Binnen het midden- en kleinbedrijf (mkb) denken ondernemers iets vaker een verlies of geen noemenswaardige winst te hebben gemaakt voor 2022 dan binnen het grootbedrijf.
Ondernemers in de bouw gaven het vaakst aan winstgevend te zijn geweest in 2022, iets meer dan 82 procent. Ook voor 2021 had de bouw naar verhouding de meeste bedrijven die dachten winst gemaakt te hebben. Het percentage lag toen iets hoger dan voor 2022. Bij zes van de dertien onderscheiden bedrijfstakken is het percentage bedrijven dat winstgevend was voor 2022 lager dan voor 2021. In de bedrijfstakken informatie en communicatie en de specialistische zakelijke diensten was het verschil het grootst.
In de horeca, delfstoffenwinning, en cultuur, sport en recreatie dachten begin 2023 flink meer ondernemers een winstgevend jaar achter de rug te hebben dan een jaar eerder. Dit zijn bedrijfstakken waarbij de economische situatie sterk veranderd is in 2022 ten opzichte van 2021. Toen hadden vooral de horeca en cultuur, sport en recreatie nog te maken met beperkende coronamaatregelen. Toch geeft nog steeds bijna 23 procent van de ondernemers in de cultuur, sport en recreatie rode cijfers aan over 2022, het meest van alle bedrijfstakken.
Bron: CBS