Mensen die (meer) financiële problemen verwachten, sparen bewuster, geven minder uit aan producten of diensten die indruk maken op anderen, brengen hun financiën in kaart, wisselen bespaartips uit en bespreken hun financiële situatie met partner en/of goede vrienden of familie. Opvallend is echter dat nog steeds veel mensen die financiële problemen verwachten, geen van deze acties hebben ondernomen door de corona-uitbraak. Dit blijkt uit een vandaag gepubliceerd onderzoek door economen van de Rabobank.

De coronacrisis heeft grote economische gevolgen. De helft van de Nederlanders verwacht dan ook dat de coronacrisis in enige mate zal leiden tot financiële problemen voor hun eigen huishouden. Dit blijkt uit een enquête van economen van de Rabobank onder ruim 2.700 Nederlanders die na weging representatief is op leeftijd, geslacht en opleidingsniveau en die is uitgezet in juni en juli van dit jaar. Zo geeft 26 procent aan te verwachten dat de coronacrisis een beetje tot financiële problemen zal leiden, 17 procent matig, 5 procent veel en 2 procent heel veel. Iets minder dan de helft verwacht dat de coronacrisis niet tot financiële problemen zal leiden in het huishouden.

Financiële maatregelen

“Wie somber is over zijn financiële situatie zal eerder zijn gedrag aanpassen om de financiën meer op orde te brengen of op orde te houden”, vertelt Rabobank-econoom Carlijn Prins. Specifiek vroegen de economen daarom of respondenten door de uitbraak van het coronavirus 1) een overzicht van hun financiën hebben gemaakt, 2) hun financiële situatie hebben besproken met hun partner, 3) hun financiële situatie hebben besproken met goede vrienden of familie, 4) bespaartips hebben uitgewisseld, 5) bewust meer zijn gaan sparen en 6) of ze minder geld hebben uitgegeven aan producten of diensten die indruk maken op anderen.

Praten over je geldzaken kan bijvoorbeeld helpen om financiële problemen te ontdekken en oplosingen te vinden, gaat Prins verder. “En wie zich zorgen maakt om zijn financiële situatie, zet misschien bewust extra geld opzij om tegenslagen in de toekomst op te kunnen vangen, mits daar financiële ruimte voor is.”

Respondenten die verwachten dat de coronacrisis leidt tot financiële problemen, hebben inderdaad vaker actie ondernomen, legt Prins uit. “Zo geeft 25 procent van de respondenten die door de corona-uitbraak veel tot heel veel financiële problemen verwacht aan bewust minder te hebben uitgegeven om te sparen. Onder respondenten die geen problemen verwachten, is dat 9 procent. Bovendien geeft 43 procent van de respondenten die veel tot heel veel financiële problemen verwachten aan de financiële situatie te hebben besproken met hun partner. Onder respondenten die geen problemen verwachten, is dat 15 procent.”

Geen actie ondernomen

Prins vervolgt: “Desondanks heeft 31 procent van de Nederlanders die veel of heel veel financiële problemen verwachten en 57 procent van degenen die een beetje tot matige problemen verwachten helemaal géén van de door ons onderzochte maatregelen getroffen. Opvallend, want bij het ontstaan van financiële problemen kunnen tijdig aan de bel trekken en actie ondernemen erger voorkomen.”

Toch hoeft dat volgens Prins niet direct problematisch te zijn. Zo hielden huishoudens door de lockdown-maatregelen soms al geld over, waardoor zij wellicht minder reden hadden om bewust nog meer opzij te zetten. Verder zitten bij sommige Nederlanders één of meer van de zes financiële handelingen al in hun standaardrepertoire, en was de corona-uitbraak voor hen geen aanleiding om deze handelingen extra uit te voeren. Een deel van de mensen die veel tot heel veel financiële problemen verwachten zet bijvoorbeeld al regelmatig zijn financiën op een rij. Prins: “Maar alsnog doet ruim een vijfde van hen dit minder dan één keer per jaar of zelfs nooit, én heeft dit ook niet gedaan door de corona-uitbraak. Dat is wel verontrustend. Ook zijn er helaas huishoudens die geen ruimte hebben om extra te sparen, omdat zij moeite hebben om rond te komen.”

De publicatie is te vinden op economie.rabobank.com/publicaties/2020/

Bron: Rabobank.nl