Er is nog steeds sprake van forse krapte in het middensegment huurwoningen. Door de stevige groeiende vraag naar vrije sector huurwoningen komen de huurprijzen van deze categorie woningen steeds meer onder druk te staan. Door diverse overheidsmaatregelen, zoals beperking van de leenruimte, zijn veel consumenten aangewezen op de vrije huursector, met name het middensegment van 700 tot 1.000 euro per maand. Als het aanbod niet snel toeneemt, zal wonen in de grote steden voor een groeiende groep huishoudens onbereikbaar worden.
Huishoudens die te veel verdienen voor een sociale huurwoning maar niet voldoende voor een hypotheek voor een koopwoning zijn aangewezen op de vrije huursector. In dat segment van de woningmarkt is echter decennia lang niet of nauwelijks geïnvesteerd. De sector commerciële huur is in ons land zeer klein vergeleken met omliggende landen. Het beperkte aanbod verhindert de toegang tot een betaalbaar vrije sector huursegment en verstoort het functioneren van de woningmarkt. De geliberaliseerde huurmarkt vormt een cruciale verbinding tussen de koopsector en de gereguleerde huursector. Met name in de grote steden is het tekort nijpend en dreigen grote groepen huishoudens geen passende woning meer te kunnen vinden. Er is dringend behoefte aan meer aanbod.
Ger Jaarsma, voorzitter NVM: “De woningnood in vrije huursector is helaas nog niet afgewend. Het verschil in behandeling van vrije sector huur ten opzichte van sociale huur en koop ligt voor een belangrijk deel ten grondslag aan het huidige aanbodtekort. Voor de komende kabinetsperiode is het van groot belang dat er snel meer aanbod komt in de vrije huursector. Dit is dringend noodzakelijk omdat de overheid de vraag naar vrije sector huurwoningen zelf verder opstuwt. Vanwege striktere eisen aan de toewijzing van sociale huurwoningen en maatregelen om de doorstroming op de huurmarkt te bevorderen, zijn meer huurders aangewezen op de vrije sector. Een gevolg van de strengere hypotheeknormen is dat steeds meer mensen eerst moeten huren voor zij een woning kunnen kopen. De Rijksoverheid heeft een verantwoordelijkheid om te zorgen dat deze mensen wel ergens terecht kunnen.”.
Concrete prestatieafspraken tussen Rijksoverheid, gemeenten, corporaties en marktpartijen over het aanbod van meer vrije sector huurwoningen moeten dit beter borgen, aldus Jaarsma. “Het aanpassen van de liberalisatiegrens is binnen het huidige systeem een middel om het middensegment huurwoningen – regionaal – een volwaardig alternatief voor sociale huur dan wel een koopwoning te laten worden.”
De vrije huursector verdient een betere positie, aldus Eric Verwey, voorzitter VGM NL. “Het is voor een goed functionerende woningmarkt essentieel dat er vrije sector huurwoningen aan de totale woningvoorraad worden toegevoegd. Maatregelen die getroffen dienen te worden zijn onder meer het toewijzen van bouwlocaties voor vrije sector huurwoningen, in woningbouwplannen een substantieel aandeel vrije sector huurwoningen opnemen en het stimuleren van de verkoop van duurdere corporatiewoningen. Steeds meer mensen kiezen bewust voor huur. Het biedt comfort en het is flexibel. Zeker voor het toenemende aantal zelfstandigen en flexwerkers op de arbeidsmarkt, is huren vanwege de tijdelijke aard een bijzonder aantrekkelijke optie. En voor de ouderen biedt huren in combinatie met zorg, ook grote voordelen.”
NVM en VGM NL streven op langere termijn naar een minder sterk gereguleerde woningmarkt, waarbij de keuzevrijheid van de consument leidend kan zijn bij de invulling van zijn of haar woonwens.
Bron: NVM