Het gaat nog steeds niet goed met de Nederlandse woningmarkt. Het totaal aantal sociale huurwoningen neemt af, terwijl steeds meer woningzoekenden een beroep doen op goedkope huurwoningen. Dit concluderen Aedes, G4, G32, VNG en de Woonbond naar aanleiding van de Staat van de Woningmarkt.
Steeds meer mensen hebben het financieel moeilijker gekregen en kunnen nauwelijks hun huur- en energierekening betalen. Ook wonen meer mensen in een huis waarvan de huur hoog is ten opzichte van hun inkomen.
Woningcorporaties en huurders sloten al een huurakkoord om de huren minder te verhogen dan het kabinet voorstaat.
Toenemende behoefte aan betaalbare huurwoningen
Naast de betaalbaarheid van huurwoningen maken Aedes, gemeenten en de Woonbond zich zorgen om de woningvoorraad. Volgens de Staat van de Woningmarkt van BZK kan het aantal sociale huurwoningen de komende tien jaar dalen, omdat de vraag naar sociale huur op lange termijn zal afnemen.
Gemeenten, Woonbond en Aedes hebben grote twijfels bij deze prognose. Het is lastig te voorspellen hoe woonvoorkeuren zich ontwikkelen. De vraag naar goedkope huurwoningen is ook afhankelijk van keuzes die een nieuw kabinet in 2017 gaat maken.
Op basis van landelijke cijfers blijkt juist dat een steeds grotere groep mensen in Nederland is aangewezen op de sociale huursector en dat aantal zal blijven stijgen. Door inkomensdaling, maar ook door de toename van kwetsbare doelgroepen als vergunninghouders, ouderen en mensen met een zorgvraag die zelfstandig blijven wonen.
Behoefte aan maatwerk
Ook regionaal kunnen omstandigheden zeer sterk verschillen, waardoor gemeenten, huurders en corporaties andere keuzes moeten maken dan de Staat van de Woningmarkt voorspelt. Zo constateert de Autoriteit Woningcorporaties in het Sectorbeeld 2016 dat de financiële ruimte verschilt per regio.
En de vraag of er voldoende bestedingsruimte is voor de noodzakelijke fysieke opgave, is in elke regio volgens de Autoriteit niet eenduidig te beantwoorden. Zo’n gedifferentieerd beeld vraagt niet om landelijk beleid, maar juist om ruimte voor maatwerk en waar nodig een stimulerende en faciliterende rol van het Rijk.
Verhuurderheffing: jaarlijks 1,7 miljard minder investeringen
Om de doorstroming uit sociale huurwoningen op gang te brengen, zijn er meer betaalbare huurwoningen nodig voor de middeninkomens. Beleggers en pensioenfondsen moeten daarom nu gaan investeren in middeldure huurwoningen.
Tegelijkertijd moeten er genoeg goedkope huurwoningen beschikbaar blijven en moet de bestaande woningvoorraad worden verduurzaamd.
Deze enorme opgaven kunnen corporaties, gemeenten en huurders niet voor elkaar krijgen zolang het rijksbeleid niet wijzigt. De verhuurderheffing haalt jaarlijks 1,7 miljard weg uit de sociale huisvesting. Dat geld kan niet gebruikt worden om goedkope huurwoningen te bouwen, huurwoningen energiezuiniger te maken of huren laag te houden. Op langere termijn ondergraaft dat de sociale volkshuisvesting waar Nederland zo trots op mag zijn.