Consumentenprijzen waren in 2019 gemiddeld 2,6 procent hoger dan in 2018, maakt het CBS bekend. Dat is de grootste prijsstijging na 2002. Bovendien was de prijsstijging afgelopen jaar in Nederland één van de hoogste in de eurozone. Dit hangt samen met de verhoging van het lage btw-tarief en de energiebelasting in januari 2019.
Opwaarts effect voeding het grootst
De stijging van de consumentenprijzen van 2,6 procent was groter dan in 2018, toen consumentengoederen en –diensten 1,7 procent duurder waren dan een jaar eerder. Dat verschil is vooral toe te schrijven aan de prijsontwikkeling van eten en drinken. Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken in de supermarkt waren in 2019 gemiddeld 4 procent duurder dan een jaar eerder, de sterkste prijsstijging in ruim tien jaar tijd. Voedingsmiddelen maken ruim 10 procent uit van alle consumptieve bestedingen. Daardoor telt de sterkere prijsstijging zwaar mee in de totale prijsontwikkeling van de consumentengoederen- en diensten. Daarnaast was de prijsstijging in restaurants, cafés en bedrijfskantines 4,6 procent, tegen 2,4 procent in 2018. De grotere prijsstijging van eten en drinken hangt samen met de verhoging van het lage btw-tarief per 1 januari 2019, van 6 naar 9 procent.
Voedingsmiddelen vallen onder het lage btw-tarief. In totaal viel 22,5 procent van alle consumptieve bestedingen onder het lage btw-tarief. Goederen en diensten die onder het lage btw-tarief vielen waren in 2019 gemiddeld 4,1 procent duurder dan in 2018. Ter vergelijking: in dezelfde periode was de prijsstijging van producten die onder het hoge btw-tarief vielen gemiddeld 2,3 procent.
Grootste prijsstijgingen- en dalingen in 2019
Net als in 2018 behoorde de prijsstijging van energie tot de hoogste van het jaar. Elektriciteit was in 2019 gemiddeld 15,7 procent duurder dan in 2018. De prijsstijging van gas bedroeg gemiddeld 10,6 procent. Dit is toe te schrijven aan zowel hogere leveringstarieven als heffingen op gas en elektriciteit.
Niet alle consumentenproducten werden duurder. Thuiszorg daalde in 2019 het sterkst in prijs, gevolgd door mobiele telefonie en audio- en videoapparatuur.
Cao-lonen stijgen minder hard dan consumentenprijzen
Vorige week meldde het CBS dat de cao-lonen voor het eerst in vijf jaar minder sterk gestegen zijn dan de consumentenprijzen. De cao-lonen waren volgens de voorlopige cijfers in 2019 gemiddeld 2,5 procent hoger dan in 2018.
Stijging consumentenprijzen in Nederland hoger dan in de eurozone
Naast de consumentenprijsindex (CPI) berekent het CBS ook de Europees geharmoniseerde prijsindex (HICP).
De prijsstijging van goederen en diensten in Nederland volgens de HICP was in 2019 gemiddeld 2,7 procent. Dat is de op één na hoogste prijsstijging in de eurozone. In 2018 was de stijging van de HICP voor Nederland 1,6 procent. De prijsstijging in de eurozone is afgenomen van 1,7 procent in 2018 naar 1,2 procent in 2019. De prijsstijging in de eurozone daalde in tegenstelling tot Nederland waar deze is gestegen. Dit hangt samen met de verhoging van het lage btw-tarief in Nederland.
De HICP wordt volgens de Europees geharmoniseerde methode berekend zodat deze kan worden vergeleken met andere lidstaten van de Europese Unie. De prijsindexcijfers voor de eurozone en de Europese Unie als geheel worden berekend uit de HICP’s van de afzonderlijke lidstaten. De Europese Centrale Bank (ECB) gebruikt deze cijfers voor het monetaire beleid.
De HICP houdt in tegenstelling tot de CPI geen rekening met de kosten van het wonen in de eigen woning. In de CPI worden deze kosten berekend aan de hand van de ontwikkeling van woninghuren.
- StatLine Consumentenprijzen
- StatLine – Consumentenprijsindex; vanaf 1963
- StatLine – Cao-lonen, contractuele loonkosten en arbeidsduur
Bron: CBS
Gerelateerd nieuws