- Negatieve impact op resultaten productiesector door aanhoudende daling aantal nieuwe orders
- Slechts geringe toename productieomvang en werkgelegenheid
- Verdere afname inflatiedruk
De Nevi PMI® daalde naar 48.7 in februari. De orders namen voor de zevende maand op rij af, wat onder meer leidde tot de grootste daling van de levertijden sinds juli 2009.
Desondanks nam de productie nog steeds toe, zij het minder dan in januari. De inkoopactiviteiten namen af en de voorraad grondstoffen en halffabricaten daalde aanzienlijk. Ook de voorraad gereed product werd kleiner. De hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk daalde voor de zesde keer in zeven maanden.
De werkgelegenheid bleef groeien, zij het in de geringste mate in achtentwintig maanden van groei. De inkoopinflatie daalde naar het laagste niveau in negenentwintig maanden en de verkoopprijsinflatie naar het laagste niveau in vijfentwintig maanden.
Ondanks deze ontwikkelingen was het vertrouwen in de toekomst (samen met januari) het hoogst in een jaar.
Nederlandse industrie worstelt zich door kwakkelwinter
“Ondanks de recente daling van de gasprijzen zijn deze nog steeds zo’n drie keer zo hoog als twee jaar geleden”, zegt Albert Jan Swart, sectoreconoom industrie bij ABN AMRO in zijn redactioneel commentaar op de Nevi PMI deze maand. “Daardoor is het voor de Europese industrie, die vooral afhankelijk is van aardgas, nog steeds lastig concurreren met meer van steenkool gebruik makende fabrieken in bijvoorbeeld China en India. Want ook de prijzen van andere energiebronnen zoals steenkool zijn gedaald. Het is daarom goed mogelijk dat ook de huidige energieprijzen de zware industrie nog dwars zullen zitten. Dit blijkt mede uit het feit dat de zware industrie nog steeds op de rem staat. Hoewel de Europese groothandelsprijzen van aardgas inmiddels zijn gedaald tot het niveau van voor de Russische invasie in Oekraïne, is het gasverbruik van de Nederlandse industrie nog niet aan het stijgen. Het lijkt er dus op dat de zware industrie de productie nog steeds sterk beperkt.”
Drie deelindices uitgelicht:
Productie
Er was in februari opnieuw sprake van een toename van de productieomvang, wat bleek uit de seizoensmatig aangepaste Productie index die voor de tweede maand op rij uitkwam boven de geen-veranderingsgrens van 50.0. De toename was echter gering, kleiner dan in januari en sommige bedrijven gaven aan dat ze te maken hadden met een zwakke klantvraag. De sectorgegevens lieten zien dat er bij de bedrijven in de subsector halffabricaten sprake was van een daling, terwijl de producenten van investeringsgoederen en consumptiegoederen stijgingen noteerden.
Nieuwe exportorders
De gegevens voor februari lieten een zevende achtereenvolgende daling zien van het aantal buitenlandse orders dat bij de Nederlandse productiebedrijven werd geplaatst. Deze laatste daling was vergelijkbaar met die van januari en was kleiner dan de dalingen in het laatste kwartaal van 2022. De wereldwijde economische onzekerheid en voorzichtige klanten waren de belangrijkste redenen voor de zwakkere buitenlandse vraag.
Werkgelegenheid
De werkgelegenheid in de Nederlandse industriële sector groeide in februari en dit is nu al maandelijks het geval sinds november 2020. De banengroei was echter gering en de kleinste in de huidige periode van groei. Sommige bedrijven namen extra personeel aan ter voorbereiding van geplande bedrijfsuitbreidingen en projecten, terwijl andere hun personeelsbestanden verkleinden als gevolg van de daling van het aantal nieuwe orders.
De producenten van halffabricaten noteerden de eerste daling van de werkgelegenheid sinds oktober 2020. De banengroei in de subsectoren investeringsgoederen en consumptiegoederen was ondertussen kleiner dan vorige maand.
Bron: Nevi PMI