Griffierecht is een bijdrage van procespartijen aan de kosten van de rechtspraak. Griffierecht ben je verschuldigd als je verschijnt in een gerechtelijke procedure. Dat is de hoofdregel. Maar geen hoofdregel zonder uitzonderingen. Dit is het eerste van twee blogs dat over deze uitzonderingen gaat.
In dit blog behandel ik de procespartijen die geen griffierecht verschuldigd zijn. In een volgend blog komen de processuele handelingen waarvoor geen griffierecht verschuldigd is aan bod.
Kantonrechter en pachtzaken
De bekendste uitzondering is waarschijnlijk de gedaagde in een procedure bij de kantonrechter. De kantonrechter behandelt zaken geldvorderingen tot € 25.000, consumentenkredietzaken tot € 40.000 en zaken die ongeacht de hoogte van de vordering tot zijn bevoegdheid horen. In deze laatste categorie vallen onder andere consumentenkoopzaken, huurzaken, arbeidszaken en zaken over CAO’s.
Het komt voor dat een procedure bij de sector civiel van de rechtbank wordt verwezen naar de kantonrechter. Omdat een gedaagde bij de kantonrechter geen griffierecht verschuldigd is, wordt het betaalde griffierecht in dat geval aan de gedaagde terugbetaald.
Pachtkamer
Ook gedaagden in een procedure bij de pachtkamer van de rechtbank zijn geen griffierecht verschuldigd.
Verzet
Verschijnt een gedaagde niet in de procedure, dan zal de rechter verstek verlenen en een verstekvonnis wijzen. Daartegen kan een gedaagde in verzet komen. Hoe dit in z’n werk gaat lees je in dit blog. Omdat de oorspronkelijk eiser al griffierecht betaald heeft, hoeft hij dat niet nogmaals te betalen als hij in de verzetprocedure verschijnt. Gaat het om een kantonprocedure of een procedure bij de pachtkamer, dan is de partij die verzet instelt geen griffierecht verschuldigd (zie hierboven).
Derdenverzet
Iemand die geen procespartij is, kan toch verzet aantekenen tegen een vonnis. Voorwaarde is dat het vonnis deze persoon in zijn rechten benadeelt. Dit heet derdenverzet. Wordt derdenverzet ingesteld, dan hoeven de oorspronkelijke procespartijen niet (nogmaals) griffierecht te betalen. De partij die derdenverzet instelt, is wel griffierecht verschuldigd.
Vrijwaring
Soms meent een gedaagde dat, mocht hij iets aan de eiser moeten betalen, dat hij de rekening kan doorschuiven naar een andere partij. Dit kan hij doen door deze partij in vrijwaring op te roepen. Word je partij in een vrijwaringsprocedure en ben je in de hoofdzaak al griffierecht verschuldigd, dan ben je in de vrijwaringszaak niet nog een keer griffierecht verschuldigd.
Voeging
Is een partij niet bij een procedure betrokken, maar heeft hij er belang bij om samen met de gedaagde op te trekken, dan kan hij voeging vorderen. Wordt deze vordering toegewezen en voegt hij zich aan de zijde van een gedaagde in een kantonprocedure of een pachtzaak, dan is deze gevoegde partij geen griffierecht verschuldigd.
Prejudiciële vraag
Door het stellen van een prejudiciële vraag kunnen lagere rechters van de Hoge Raad een richtinggevende uitspraak krijgen over rechtsvragen die veelvuldig voorkomen. Geen enkele (rechts)persoon die in een prejudiciële procedure verschijnt, is griffierecht verschuldigd.
Openbaar Ministerie
Als het Openbaar Ministerie ambtshalve optreedt in in civiele zaken, dan is zij geen griffierecht verschuldigd. Voorbeelden hiervan zijn een vordering tot benoeming van een vereffenaar in een onbeheerde nalatenschap en een verzoek tot een civielrechterlijk bestuursverbod.
Dit was het eerste deel van het tweeluik over situaties waarin geen griffierecht verschuldigd is. Deel twee volgt binnenkort. Dit overzicht is gebaseerd op de Wet griffierechten burgerlijke zaken (Wgbz) en is geen uitputtend overzicht. Op basis van andere wetten en ministeriële regelingen kan het zijn dat een procespartij geen griffierecht verschuldigd is.
Bron: De Bloggende Advocaat