Een wereldwijde studie van marktonderzoeksbureau GfK naar het vertrouwen in beroepsgroepen, toont aan dat brandweerlieden wereldwijd het meeste vertrouwen genieten, terwijl politici het minst worden vertrouwd. Relatief weinig Nederlanders hebben vertrouwen in financieel adviseurs. Tot zover de feiten en weinig nieuws. Vanuit een ander perspectief bekeken laat het onderzoek ook nieuwe inzichten zien; financieel adviseurs in Nederland verbeteren de vertrouwensscore het sterktst en doen het beter dan het gemiddelde in Europa.
Vertrouwen in internationaal perspectief
In het onderzoek worden ruim 30 beroepen onderzocht waarmee mensen in 27 landen direct of indirect in aanraking kunnen komen. De onderzochte beroepsgroepen zijn zeer divers, beroepen zowel in het publieke als private domein met veelal verschillende karakteristieken.
De gemiddelde vertrouwensscore over alle beroepsgroepen heen is wereldwijd 70% (70% van de mensen geeft aan de betreffende beroepsgroep ‘compleet’ of ‘in het algemeen’ te vertrouwen). Over de verschillende landen heen zien we duidelijke verschillen. Zo genieten de beroepsgroepen in India (82%) en Indonesië (79%) het meeste vertrouwen, terwijl men in de Latijns-Amerikaanse landen Argentinië en Brazilië juist het minste vertrouwen in deze beroepsgroepen heeft (respectievelijk 56% en 55%). Nederland staat met 69% op een gedeelde 5e plaats.
Wanneer we kijken naar de beroepen die in het onderzoek zijn meegenomen dan scoren brandweerlieden het beste (90%); in 16 landen staan zij op nummer één, net voor verpleegsters en leraren (beiden 89%). Financieel adviseurs (51%), burgemeesters (50%) en vooral politici (30%) blijven daarbij ver achter (zie ook figuur 1).
Kijken we naar de situatie in Nederland dan zien we een min of meer vergelijkbaar beeld (zie figuur 2). Brandweerlieden (96%) en verpleegsters (95%) worden het meest vertrouwd, politici (31%) het minste. Financieel adviseurs worden door 37% van de Nederlanders vertrouwd, dat is aanmerkelijk lager dan het wereldwijde gemiddelde (51%). We zien echter wel dat het vertrouwen in de Nederlandse financieel adviseur herstellende is …
Vertrouwen in de Nederlandse financieel adviseurs stijgt sterk
Ten opzichte van 2014 is de gemiddelde vertrouwensscore over alle beroepsgroepen in Nederland vrijwel onveranderd (van 70% naar 69%). Over deze periode zijn er nauwelijks beroepsgroepen die een (duidelijke) stijging in vertrouwen laten zien. Er zijn twee positieve uitzonderingen: burgemeesters en … financieel adviseurs! Het vertrouwen in financieel adviseurs is in vergelijking met twee jaar geleden duidelijk verbeterd (van 32% naar 37%) én maakt daardoor de grootste relatieve stijging door van alle beroepsgroepen (+16%)! Initiatieven zoals het provisieverbod, beloningstransparantie en ‘klantbelang centraal’ lijken er voor te zorgen dat het vertrouwen van de consument langzaam weer terug wordt gewonnen. Bij de introductie van het provisieverbod vond een groot deel van de consumenten het nog onbegrijpelijk dat ze voor financieel advies moesten betalen, maar inmiddels beseffen steeds meer consumenten dat financieel advies meer is dan de verkoop van een financieel product.
Consumenten zijn inmiddels eerder geneigd om te betalen voor advies van een onafhankelijk adviseur vergeleken met een adviseur van een bank. Hieruit blijkt dat financieel adviseurs steeds beter in staat zijn om van toegevoegde waarde te zijn en dat ook aan de consument over kunnen brengen. Een ander onderzoek dat deze uitkomst ondersteund, is een onderzoek van Nibud. Hieruit komt naar voren dat consumenten die de laatste twee jaar gebruik hebben gemaakt van een financieel adviseur veel positiever zijn over de werkwijze, dan consumenten die daar langer dan vijf jaar geleden zijn geweest. Het belangrijkste verschil is dat toen het accent nog veel meer lag op het afsluiten van een product, terwijl de nadruk nu meer ligt op het aandragen van oplossingen voor problemen. Beroepsgroepen die er zijn op de momenten dat mensen hulp nodig hebben, worden logischerwijs meer vertrouwd dan beroepen die alleen een product verkopen. De inspanningen die financieel adviseurs doen om het vertrouwen te verbeteren, lijken zich uit te betalen! En ja, het kan nog veel beter. De beroepsgroep heeft eerder in Nederland al beduidend hoger gescoord; aan het begin van dit millennium had een ruime meerderheid (58%) van de Nederlanders vertrouwen in financieel adviseurs (AM Barometer 2002).
Wat kunnen we leren van financieel adviseurs uit Iran en India?
Maar hoe scoort de Nederlandse financieel adviseur in vergelijking met andere landen? Nederland blijkt het wereldwijd best aardig te doen met een 15e positie (zie figuur 3). In Iran en India geniet de beroepsgroep duidelijk het grootste vertrouwen. Dichterbij huis scoren bijvoorbeeld België en Zweden beter en blijven grote landen zoals Frankrijk (27%) en Duitsland (22%) op dit onderdeel ver achter op ons. De vertrouwensscore in Nederland ligt hoger dan het Europese gemiddelde (37% vs 33%) en kijken we naar de relatieve stijging dan staan Nederlandse financieel adviseurs zelfs op een 5e plaats!
Is het wellicht een goed idee op weg te gaan naar Iran of India? Financieel adviseurs die daar minder voor voelen en liever dichtbij huis verder werken aan het goed adviseren en helpen van klanten, hebben groot gelijk. Zij zijn immers op de goede weg!
Bron: GfK