Huisraad die na een ontruiming van een huurwoning op straat komt te staan, wordt steeds vaker niet door de gemeente, maar door de verhuurder weggehaald en opgeslagen. In veel gevallen gebeurt dit onder dreiging van een boete door de gemeente.
Dit blijkt uit onderzoek door de KBvG, de beroepsorganisatie van gerechtsdeurwaarders.
De KBvG vindt het een onwenselijke ontwikkeling dat gemeenten zich aan hun zorgplicht onttrekken, waardoor er vaak onduidelijke situaties ontstaan tijdens ontruimingen.
De gerechtsdeurwaarders pleiten dan ook voor een eenduidige landelijke regeling.

Inboedelgoederen worden tijdens een ontruiming op de openbare weg gezet zodat deze door de eigenaar kunnen worden opgehaald. In de praktijk blijkt dit niet te werken, omdat huurders vaak niet bij een ontruiming aanwezig willen of kunnen zijn. In het verleden nam de gemeente dan de taak op zich de inboedel weg te halen en (tijdelijk) op te slaan.
Maar sinds de Raad van State in een uitspraak heeft bepaald dat het op straat zetten van inboedel een overtreding is waarvoor de ontruimende verhuurder kan worden aangesproken, is er een kentering zichtbaar.

KBvG-directeur Karen Weisfelt: "Deze uitspraak wordt in de praktijk door veel gemeenten uitgelegd als een vrijbrief om zich volledig te distantiëren van een woningontruiming.
De wettelijke aankondiging van een woningontruiming door de gerechtsdeurwaarder wordt door gemeenten aangegrepen om de verhuurder bestuursdwang aan te zeggen en hem zo te dwingen de inboedel onder zich te nemen. Maar dat is duidelijk nooit de bedoeling geweest van de wetgever en leidt in praktijk tot ongewenste situaties."

Zorgplicht
Volgens de KBvG leidt de houding van de gemeenten tot veel onduidelijkheid tijdens de ontruiming, waardoor er soms door de betrokken partijen over het hoofd van de geëxecuteerde geruzied wordt over de verantwoordelijkheid voor de inboedel die op straat staat. Veel verhuurders beschikken bovendien niet over de juiste middelen voor afvoer en opslag, iets waarop de ontruimde huurder in het kader van de rechtszekerheid wel op zou moeten kunnen rekenen.

Weisfelt: "Wij zijn van mening dat de gemeente de aangewezen partij is om zorg te dragen voor de afvoer en de opslag van de ontruimde en op straat geplaatste inboedel, niet de verhuurder. De gemeente is namelijk onafhankelijk en beschikt over voldoende mankracht en loodsen om een goede opslag te waarborgen, en ook om zich daarvan na een bepaalde termijn weer te ontdoen.

De kosten van dit alles kan zij te allen tijde verhalen op de huurder, dan wel de verhuurder. Het is niet voor niets dat een ontruiming van een woning vooraf door de deurwaarder moet worden aangemeld bij B&W. Daaruit kan een zorgplicht worden afgeleid ten opzichte van de burger – een zorgplicht waaraan nu geen inhoud wordt gegeven."

Hoewel het KBvG-onderzoek nog niet geheel is afgerond, ziet de beroepsgroep al voldoende aanleiding om te pleiten voor een eenduidige landelijk regeling. "We gaan ons hard maken voor meer duidelijkheid op dit vlak en bij de gemeenten bepleiten niet voor deze taak weg te lopen", aldus Weisfelt. De KBvG werkt tevens aan een notitie ten behoeve van de ministers van BZ en Justitie.

Bron: ANP