De wereldwijde opkomst van kunstmatige intelligentie (AI) is onmiskenbaar en heeft ook zijn impact op de flexbranche. Generatieve AI (GenAI) zal naar verwachting op termijn de bemiddelingsrol van veel traditionele uitzenders en arbeidsbemiddelaars grotendeels kunnen overnemen. Dit leidt tot een tweedeling in de markt, met enerzijds flexbedrijven die zich volledig transformeren naar platformen. Anderzijds specialiseren flexbedrijven zich in dienstverlening met een hogere toegevoegde waarde, zoals loopbaanbegeleiding, omscholing en HR-advies aan bedrijven. Een combinatie van beide is ook mogelijk, met name voor de grotere spelers in de markt. Om toekomstbestendig te blijven is het belangrijk dat flexbedrijven GenAI tijdig en succesvol inzetten, zodat ze efficiënter en productiever werken en daarmee een concurrentievoordeel hebben.

Impact van GenAI op lange termijn ingrijpend

De impact van GenAI op het verdienmodel van de flexbranche is op korte termijn (0 tot 2 jaar) relatief beperkt. ‘GenAI is nu vooral een handige en productieve assistent voor recruiters’, aldus Sjuk Akkerman, Sector Banker Services bij ING. ‘GenAI maakt het werk van recruiters leuker en interessanter en levert ze op korte termijn vooral tijdwinst op. Echter, naarmate de technologie zich verder ontwikkelt, worden de functionaliteiten van AI steeds breder en beter. Voor de langere termijn is de impact van GenAI dan ook ingrijpender voor de flexbranche en kan het een groot deel van de intermediaire rol overnemen. Zeker als de menselijke maat minder belangrijk wordt doordat werving en selectie en het plaatsen van kandidaten in de toekomst veel meer datagedreven wordt dan nu nog het geval is.’

GenAI kan sneller en kwalitatief beter matchen

GenAI wordt in de flexbranche inmiddels ingezet voor routinematige administratieve taken, zoals het schrijven van vacatureteksten en functieprofielen en voor het matchen van kandidaten met vacatures of opdrachten. Aan de hand van een CV of een functieprofiel kan GenAI passende vacatures, opdrachten of geschikte kandidaten vinden. Dat kan de AI-technologie veel sneller dan een recruiter of intercedent omdat het in korte tijd grote hoeveelheden data kan analyseren. Hierdoor zijn de matches veelal ook kwalitatief beter dan die van een intercedent.

Menselijke maat blijft vooralsnog nodig

Ondanks dat GenAI sneller en beter kan matchen, wordt de uiteindelijke match veelal nog door een intercedent gedaan. Dit komt omdat de huidige GenAI-modellen dit nog niet altijd foutloos kunnen. Het gebeurt nog te vaak dat wanneer een matching wordt herhaald, er verschillende resultaten uitkomen. Ook ontbreekt het de technologie aan emotie, zodat het bijvoorbeeld geen goede inschatting kan maken of een sollicitant in een team past of bij de cultuur van een bedrijf. Hierin zijn mensen nog altijd beter. Naarmate er meer datagedreven wordt gewerkt, zal de menselijke maat minder belangrijk worden.

Inzet van GenAI leidt tot betere winstmarges

Het gebruik van GenAI leidt in eerste instantie vooral tot tijdsbesparingen in de flexbranche. Recruiters krijgen hierdoor meer ruimte voor werkzaamheden met een hogere toegevoegde waarde, zoals HR-gerelateerde diensten als loopbaanbegeleiding en het opleiden en omscholen van kandidaten en andere werknemers. Voor deze diensten kunnen flexbedrijven hogere tarieven vragen, wat uiteindelijk leidt tot betere winstmarges.

En een hogere arbeidsproductiviteit

Ondanks automatisering van de administratieve handelingen in de afgelopen jaren, blijft een deel van de werkzaamheden in de flexbranche, zoals het matchen, nog altijd arbeidsintensief. In de afgelopen twintig jaar is de arbeidsproductiviteit in de flexbranche dan ook – tegen de algemene trend in – gedaald. Dit betekent dat er tegenwoordig minder wordt geproduceerd met hetzelfde aantal mensen dan twintig jaar geleden. Door meer te investeren in nieuwe technologieën als AI en data-analyse kan ook in de flexbranche efficiënter worden gewerkt en dus de arbeidsproductiviteit omhoog.

Bron: ING Research