Zijn gemeenten transparant genoeg richting hun inwoners? Laten ze zien wat er wordt bereikt met publiek geld? Hoe kunnen burgers er op blijven vertrouwen dat hun gemeente zinnig, zuinig en zorgvuldig met publiek geld omgaat?

Tijdens de Atriumlezing van 5 oktober ging Arno Visser in op de financiële verhoudingen tussen Rijk en gemeenten. Visser is sinds 2015 president van de Algemene Rekenkamer en kent de financiële praktijk van gemeenten vanuit zijn eerdere rol als wethouder in de gemeente Almere. Twee wethouders Financiën, Schuurs (De Ronde Venen) en Verheij (Alblasserdam), reflecteerden vanuit hun gemeente op het betoog van Visser.

Huis van Thorbecke

Om de huidige situatie te kunnen begrijpen, dook Visser eerst in de geschiedenis van de financiële verhoudingen in het huis van Thorbecke. Tot 1865 hadden gemeenten voor een belangrijk deel eigen inkomsten. In de periode daarna werden gemeenten voor hun inkomsten steeds afhankelijker van het Rijk. In 1929 voerde De Geer het Gemeentefonds in met het idee dat inwoners betaalden naar draagkracht en overal dezelfde rechten hadden. De decentralisaties vormden daarin een belangrijk keerpunt: er werd gekozen voor lokaal maatwerk en lokale inkleuring, maar de financiering bleef centraal, via de inkomstenbelasting. Dat schuurt.

Hoe verder?

Visser: “Op landelijk niveau zegt men de ambitie te hebben beleid en uitvoering ‘dichter bij de burger brengen’ en de gemeente daartoe ruimte te geven want die wil de ‘eerste overheid’ zijn. Dat lijkt goed te gaan, totdat een landelijke krant een lokaal afwijkende keuze of een ozb-percentage publiceert. Dan wordt de minister ter verantwoording geroepen.”

De Raad van State waarschuwde al dat met decentralisaties de kans op rechtsongelijkheid is gegroeid. De Algemene Rekenkamer waarschuwde dat de belastingbetaler niet meer weet of geld doelmatig en doeltreffend wordt uitgegeven. Het vertrouwen kan daardoor afnemen. Visser schetst twee perspectieven om dit aan te pakken: radicale vernieuwing of grondige restauratie van het systeem.

Reflecties wethouders

Alberta Schuurs, wethouder financiën in De Ronde Venen, reflecteert op Visser.

Als je niet weet waar je naar toe op weg bent, is het altijd goed waar je komt.

Het startpunt voor wat je wilt doen is daarom de begroting. Wat willen we doen en waar willen we naar toe? De vraag is hoe je de resultaten duidt, is dat een vinkje bij rechtmatigheid of een maatschappelijk effect? Schuurs zegt dat je goede indicatoren nodig hebt voor wat je wilt bereiken. Met tussentijdse rapportages kunnen ambtenaren, college en raad daarop bijsturen. Uiteindelijk leidt het tot de jaarrekening die inzicht geeft in wat er is bereikt en wat de gemeente wil verbeteren.

Ook Peter Verheij reflecteert. Hij is wethouder financiën in de gemeente Alblasserdam en vice-voorzitter van de VNG-commissie Financiën. Hij benoemt hoe ingewikkeld het is geworden in het Huis van Thorbecke en hoe het is ‘verrommeld’. Maar ook dat er vanuit het Rijk nogal eens met U-bochtconstructies wordt gewerkt: gemeenten krijgen het geld, maar moeten de taken wel in een samenwerkingsverband onderbrengen.

Inwoners die willen weten wat er met de jeugdzorg gebeurt, moeten dan wéér naar een ander niveau”, aldus Verheij.

Transparantie is belangrijk. Gemeenten zetten al belangrijke stappen met bijvoorbeeld begrotingsapps, waarstaatjegemeente.nl, het uniformeren van de indicatoren via de vernieuwing van de BBV en openspending.nl. Maar er is nog meer werk te doen. Verantwoording vanuit het perspectief van de belastingbetaler (wat krijg ik voor mijn belastingeuro op de verschillende overheidslagen), meer transparantie naar inwoners over resultaten bij samenwerkingsverbanden en het verdergaand gebruik van open data.

Laboratorium

“Begroten en verantwoorden zijn elkaars spiegelbeeld”, zegt Visser tot slot. Bij resultaat is hij vooral geïnteresseerd in maatschappelijke effecten, bijvoorbeeld van onderwijs of het sociaal domein. Kunnen we daar transparant op zijn? Visser onderstreept het verhaal van wethouder Schuurs dat we niet in een laboratorium leven, dus het gaat nooit zoals je denkt. Maar, besluit hij, “Rijk en gemeenten moeten allebei hetzelfde doel hebben: aan de burger te kunnen laten weten dat het geld dat hij betaald heeft zinnig en zuinig is besteed.”

Bron: VNG