Gemeenten verwachten dit jaar 11,5 miljard euro te ontvangen uit heffingen. Dat is 2,0 procent meer dan in 2021 werd begroot. Dit meldt het CBS op basis van onderzoek naar de gemeentelijke begrotingen van 2022. De onderzochte begrotingen zijn door de gemeenten opgesteld voor 15 november 2021.
De onroerendezaakbelasting (ozb), de afvalstoffenheffing en de rioolheffing zijn de drie heffingen die het meest opbrengen. Samen zijn ze met 8,8 miljard euro in 2022 goed voor meer dan drie kwart van alle gemeentelijke heffingen.
Opbrengst ozb neemt met ruim 4 procent toe
De opbrengst van de ozb op woningen en niet-woningen stijgt in 2022 naar verwachting met 4,4 procent naar 4,8 miljard euro. Dit is iets meer dan de gemiddelde jaarlijkse stijging van 4,0 procent over de afgelopen tien jaar. De stijging is wel minder groot dan in 2021, toen een stijging van 5,8 procent werd begroot. De verandering van de opbrengst ozb wordt bepaald door de ontwikkeling van de waarde van het onroerend goed (WOZ-waarde), van het aantal panden en door de tariefontwikkeling. De inkomsten uit de onroerendezaakbelasting behoren tot de algemene middelen van een gemeente en zijn derhalve vrij besteedbaar.
De begrote opbrengst van de rioolheffing neemt dit jaar met 2,9 procent toe tot 1,8 miljard euro, dat is de hoogste stijging sinds 2013. De gemiddelde toename van de begrote rioolheffing over de afgelopen vijf jaar bedraagt 2,0 procent. De stijging van de rioolheffing hangt onder andere samen met de gestegen kosten van het onderhoud, beheer van de riolering en uitbreiding van het areaal. De inkomsten van de rioolheffing mogen gemeenten alleen besteden aan de gemeentelijke watertaken en zijn maximaal kostendekkend.
De afvalstoffenheffing en reinigingsrechten brengen naar verwachting dit jaar 2,3 miljard euro op. Dit is 4,0 procent meer dan in 2021. De toename is kleiner dan de begrote opbrengststijgingen van deze heffing in 2021 en 2020 (respectievelijk 9,9 procent en 8,4 procent). Net als de rioolheffing mag de afvalstoffenheffing maximaal kostendekkend zijn.
Minder precariobelasting
De begrote ontvangsten aan precariobelasting dalen van 287 miljoen euro in 2021 naar 39 miljoen euro in 2022, een daling van 86,3 procent. Gemeenten kunnen precariobelasting heffen als vergoeding voor het gebruik van openbare grond. De forse afname van deze belasting op het gebruik van gemeentegrond heeft te maken met een wetswijziging, waardoor gemeenten met ingang van 2022 geen precariobelasting meer mogen heffen over kabels en leidingen die nutsbedrijven in, op of boven gemeentegrond exploiteren. Vanaf 1 januari 2022 resteren alleen nog de precario-opbrengsten voor het overige gebruik van de gemeentegrond, zoals voor terrassen, (het plaatsen van) bouwmaterialen en uithangborden. De precariobelasting valt onder de overige heffingen.
Begrote opbrengst toeristenbelasting stijgt weer
Gemeenten verwachten dit jaar 377 miljoen euro aan toeristenbelasting te innen. Dit is 33 miljoen euro meer dan in 2021, een stijging van 9,5 procent. In 2021 begrootten alle gemeenten tezamen nog een daling van 68 miljoen euro. Deze daling was echter vooral toe te schrijven aan Amsterdam dat voor 2021 een afname begrootte van 79 miljoen euro.
In 2022 begroot Amsterdam weer een toename in de opbrengst aan toeristenbelasting. Voor 2022 verwacht de hoofdstad 135 miljoen euro aan toeristenbelasting te kunnen innen. Dit is een toename van 12,5 procent ten opzichte van de eerste begroting van 2021. Ten opzichte van de bijgestelde begroting waarin de hoofdstad voor 2021 nog maar 80 miljoen euro aan toeristenbelasting verwacht, is dit een stijging van 68,8 procent.
Exclusief Amsterdam verwachten alle overige gemeenten samen dit jaar 242 miljoen euro aan toeristenbelasting te innen. Dat is 7,9 procent meer dan zij voor 2021 hadden begroot. Meer dan negen van de tien gemeenten die toeristenbelasting heffen voorzien voor 2022 een gelijkblijvende of hogere opbrengst.
Bron: CBS