Gemeenten verwachten volgend jaar 9,7 miljard euro aan gemeentelijke heffingen te innen. Dit is 2,5 procent meer dan de 9,5 miljard euro die in 2017 werd begroot. Dat meldt het CBS op basis van de gemeentelijke begrotingen voor 2018.
De onroerendezaakbelasting (ozb), de afvalstoffenheffing en de rioolheffing zijn de belangrijkste gemeentelijke heffingen. Samen zijn ze volgend jaar goed voor ruim 7,3 miljard euro.
De opbrengst van de ozb stijgt in 2018 met 2,5 procent naar 4,0 miljard euro. De ozb groeit met hetzelfde percentage als in 2017 en daarmee minder hard dan de jaren voor 2017. De opbrengst van de ozb op woningen groeit met 2,3 procent naar 2,1 miljard euro, de ozb op niet-woningen met 2,7 procent naar 1,9 miljard euro.
Uit rioolheffingen ontvangen gemeenten 1,6 miljard euro, 1,8 procent meer dan in 2017. De begrote opbrengst aan afvalstoffenheffingen daalt in 2018 met -0,2 procent tot iets meer dan 1,7 miljard euro.
Precariobelasting stijgt relatief het sterkst
Van de kleinere belastingen die gemeenten heffen stijgt de opbrengst van de precariobelasting met 11,3 procent het hardst. Deze belasting op het gebruik van openbare grond voor bijvoorbeeld kabels, leidingen, terrassen, luifels, lichtreclames en vlaggen levert gemeenten in 2018 ongeveer 267 miljoen euro op. De inkomsten uit precariobelasting nemen al sinds 2011 met meer dan 10 procent per jaar toe.
Toeristenbelasting levert gemeenten komend jaar 238 miljoen euro op, 10,7 procent meer dan in 2017. De stijging hangt samen met het toenemende toerisme en oplopende tarieven. Ook in voorgaande jaren groeide de opbrengst van de toeristenbelasting. De verwachte opbrengst van leges wonen en bouwen groeit eveneens in 2018: met 9,2 procent tot 449 miljoen euro.
Bron: CBS