Kinderen weten steeds beter hoeveel geld ze hebben. De grote meerderheid vindt het ook belangrijk om te sparen. En ze snappen dat zakgeld leergeld is. Hun ouders zijn alleen niet altijd consequent.
Beter inzicht
‘Ik weet altijd hoeveel geld ik heb.’ Dat zegt de helft van de kinderen in groep 5 tot en met 8 van de basisschool. In 2011 was dit nog 44 procent. Ook vindt 71 procent dat hij of zij goed met geld om kan gaan, blijkt uit een peiling van platform Wijzer in geldzaken in het kader van de Week van het geld. Koningin Máxima heeft de 5e editie van de Week van het geld geopend, die duurt van 9 tot en met 13 maart. Meer dan 90 organisaties werken samen om basisschoolleerlingen te leren omgaan met geld. Vertegenwoordigers van banken, verzekeraars en gemeenten geven samen ruim 5.000 gastlessen op scholen.
Spaarpot favoriet
Volgens 4 op de 5 kinderen is het belangrijk om te sparen, blijkt uit het onderzoek. De spaarpot is bij kinderen nog steeds favoriet (76 procent) als de plek om geld te bewaren. De bank volgt met 55 procent en de portemonnee met 35 procent. Van de groep kinderen die spaart, heeft bijna twee derde een duidelijk spaardoel, van nagellak en een telefoonhoesjes tot games en spelconsoles.
Zakgeld
Ze beseffen ook heel goed dat zakgeld leergeld is. Volgens 72 procent leert het je om na te denken over de vraag of je wel of niet iets moet kopen. En 71 procent snapt ook dat je moet sparen voor iets groters wat je graag wil hebben. Slechts 5 procent van de kinderen krijgt geen zakgeld. Driekwart ontvangt het op een vast moment, en nog eens 20 procent krijgt geld op wisselende momenten.
Spijt
Een meerderheid van de kinderen (61 procent) heeft wel eens spijt gehad van een aankoop die ze met zakgeld deden. Dat is helemaal niet erg, stelt Gabriëlla Bettonville van het Nibud. “Zakgeld is juist bedoeld om kinderen te leren hoe ze het kunnen besteden. Je moet echt leren hoe je geld moet uitgeven. Als iets gelijk kapotgaat, zorgt dat voor teleurstelling, maar het is ook leerzaam.”
Niet consequent
Maar veel ouders zijn niet altijd consequent, blijkt uit het onderzoek Kinderen en geld van de Nederlandse Vereniging van Banken, onder kinderen in groep 7 en 8. Als kinderen echt graag iets willen hebben, krijgt twee derde van hen het meestal toch van hun ouders, zonder dat ze daar zakgeld voor bij hoeven te leggen. Bettonville: “We adviseren ouders om goed voor ogen te houden wat het doel is van het geven van geld aan hun kinderen. Daar hoort bij dat een kind soms verdrietig is, omdat het moet ervaren dat geld uitgeven moeilijk is.”
Oud gedaan
Jong geleerd is ook echt oud gedaan, blijkt uit internationaal onderzoek van ING onder ruim 12.000 consumenten in heel Europa. Mensen die als kind zakgeld kregen, staan minder snel rood en zijn eerder geneigd om te sparen dan mensen die het zonder zakcentje moesten stellen.
Tips om kinderen te leren omgaan met geld
- Geef zakgeld vanaf 6 jaar. Een 6-jarige krijgt gemiddeld 1,15 euro per week;
- Spreek een bedrag af dat van het zakgeld wordt gespaard;
- Zakgeld is leergeld. Het is niet erg als het kind een keer spijt heeft van een uitgave. Spring niet meteen bij. Gebruik zakgeld ook niet als straf of beloning;
- Zorg samen voor een leuke spaarpot en zet die op een mooie plek in huis zodat uw kind trots is op zijn spaargeld;
- Bepaal samen een spaardoel en stimuleer uw kind om hiervoor iedere week een vast bedrag te sparen;
- Open samen met uw kind een spaarrekening en laat hem of haar de inhoud van de spaarpot zelf op de rekening storten;
- Stimuleer het sparen door kinderen betaalde klusjes te laten doen en een gedeelte in de spaarpot te doen. De rest mogen ze besteden aan leuke dingen.
Jeugd & Geld Wijzer
Praktisch aan de slag met de ING Jeugd & Geld Wijzer
Bron: ING