Sinds de invoering van het leenstelsel in het studiejaar 2015/’16 zijn studenten niet sneller of langzamer gaan studeren. Ook wisselen ze net zo vaak van studie als voorheen. Wel zijn veel minder studenten doorgestroomd naar een masteropleiding. Van deze masterstudenten waren degenen uit de minst welvarende milieus het succesvolst. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van het CBS.
Vanaf studiejaar 2015/’16 is in het hoger onderwijs het zogeheten sociaal leenstelsel ingevoerd, een nieuw stelsel van studiefinanciering. Voor die tijd ontvingen alle studenten een basisbeurs gedurende de nominale duur van hun studie. Deze basisbeurs werd afgeschaft en er kwam een regeling met studieleningen voor terug. De aanvullende beurs voor studenten uit lage-inkomensgroepen bleef wel behouden. De hervorming van het studiefinancieringsstelsel werd gedaan vanuit de gedachte dat studeren de kansen op de arbeidsmarkt verhoogde en dat van studenten (en hun families) om die reden best kon worden gevraagd zelf wat meer te investeren in hun studie.
Cohortonderzoek
Hbo- en wo-studenten die tussen 2007 en 2015 begonnen met hun opleiding in het jaar waarin ze hun havo- of vwo-diploma haalden zijn vier jaar na de start van hun studie onderzocht. De cohorten 2007 tot 2014 (afstuderen in 2011 tot 2018) zijn ingestroomd in de bacheloropleiding onder het oude studiefinancieringsstelsel, cohort 2015 (afgestudeerd in 2019) deed mee in het leenstelsel. In totaal gaat het om 339 duizend hbo-studenten en 210 duizend wo-studenten. De groep die tot en met de masteropleiding is gevolgd, bestaat uit studenten die direct na het behalen van hun vwo-diploma zijn gaan studeren, binnen drie jaar hun wo-bachelordiploma hebben behaald, en zijn ingestroomd in een eenjarige masteropleiding. Dit zijn 28,5 duizend studenten.
Studievoortgang hbo-studenten verschilt naar welvaartsniveau
De studievoortgang van bachelorstudenten is niet sterk veranderd sinds de invoering van het leenstelsel. Studenten zijn weliswaar iets minder vaak van studie gewisseld en studeerden iets sneller af, maar dat komt mogelijk meer door een (efficiency-)trend die jaren geleden al is ingezet, dan door de gewijzigde studiefinanciering. De invoering van de langstudeerboete en de zogeheten harde knip tussen bachelor en master (2012) kunnen hierbij een rol hebben gespeeld.
Er zijn wel verschillen in studievoortgang tussen hbo- en wo-studenten die samenhangen met de sociaaleconomische achtergrond. Hbo-studenten uit de meest welvarende milieus blijken na de invoering van het leenstelsel vaker hun bacheloropleiding binnen de nominale duur af te ronden. Hbo-studenten uit de minst welvarende groepen zijn daarin niet succesvoller geworden. Voor wo-studenten zijn de verschillen in studievoortgang tussen welvaartsgroepen niet veranderd na de invoering van het leenstelsel.
Geringere doorstroom naar masteropleiding
De doorstroom naar de master is wel veranderd sinds de invoering van het leenstelsel. Het percentage studenten dat in het jaar van het behalen van het wo-bachelordiploma doorstroomt naar de master is tussen 2015 en 2018 sterk gedaald. Tegelijkertijd zijn studenten uit de minst welvarende groepen vaker in staat geweest om de master in 1 jaar af te ronden dan studenten uit de rijkere milieus. Mogelijk ervaren met name studenten uit de minst welgestelde milieus druk om de masteropleiding af te ronden binnen de nominale duur.
Bron: CBS