Met een brief aan de minister voor Wonen en Rijksdienst heeft de G32 aangedrongen op het snel opzetten van een onafhankelijke monitor om de woonlasten en investeringscapaciteit van corporaties te kunnen volgen.
De G32 krijgt wisselende geluiden van zowel steden als corporaties over de ontwikkeling van de bereikbaarheid en betaalbaarheid van de woningvoorraad voor de burgers en over het investeringspotentieel van de corporaties. Een groot aantal steden vreest dat corporaties niet meer zullen investeren vanwege de gevolgen van de verhuurderheffing op hun investeringscapaciteit. Ook de onderzoeken die in een aantal steden naar de betaalbaarheid van de woningvoorraad zijn gedaan, een verontrustend beeld te zien; lokaal staan de betaalbaarheid en bereikbaarheid onder druk.
Tegelijkertijd wordt op centraal niveau – in ieder geval theoretisch – berekend dat de betaalbaarheid gegarandeerd is en dat er eigenlijk voor corporaties geen aanleiding is om niet te investeren. Kortom, de geluiden spreken elkaar tegen en een eenduidig beeld ontbreekt. Het woonakkoord en de verhuurderheffing zullen de komende jaren voor burgers en corporaties forse consequenties hebben. Daarnaast heeft ook de crisis gevolgen voor de koopkracht van de burgers en de financiële positie van corporaties.
Blijvende bereikbaarheid en betaalbaarheid van de woningvoorraad en goed functionerende corporaties die kunnen blijven investeren in de buurten en wijken zijn voor de G32 van groot belang. Daarom pleit de G32 er voor met alle betrokken partijen: BZK, VNG, Aedes, Woonbond, G 4 en G32 zo snel mogelijk een onafhankelijke monitor te laten ontwikkelen.
De G32 heeft de minister gevraagd hierin het voortouw te nemen.
Bron: APS