Het Financieel Stabiliteitscomité (FSC) roept in deze onzekere economische fase op tot waakzaamheid en duurzaam herstel. De komende maanden zullen de economische gevolgen van de coronacrisis duidelijker naar voren komen. Het is van belang om goed voorbereid te zijn op verschillende actuele risico’s voor financiële stabiliteit. Daarnaast wijst het FSC op het belang van verdere stappen om tot een duurzaam en stabiel herstel te komen. Dat waren de belangrijkste bevindingen van het FSC in zijn vergadering van 19 november 2020.
De economische impact van de coronacrisis is groot. De economie doet het in 2020 niettemin beter dan eerder werd geraamd, mede door omvangrijke steunmaatregelen. Voor de financiële sector geldt een vergelijkbaar beeld. De kapitaalpositie van banken is stabiel sinds het begin van de coronacrisis. Banken zijn goed in staat om de gevolgen van de crisis op te vangen, zonder de kredietverlening terug te hoeven draaien.
Het FSC benadrukt echter dat de onzekerheden nog altijd groot zijn. De kredietrisico’s bij banken nemen toe naarmate de crisis langer aanhoudt. Banken zullen in hun risicomanagement goed aandacht moeten blijven besteden aan kredietkwaliteit en zorgvuldig beheer van betalingsachterstanden. Verder staat het herstel op de financiële markten in schril contrast met de economische situatie. Bij onverwachte ontwikkelingen kan een sterke correctie op financiële markten plaatsvinden. Daarnaast blijft commercieel vastgoed relatief gevoelig voor prijsdalingen en is de woningmarkt nog altijd gespannen. Het is van belang om risicovol leengedrag bij huishoudens te voorkomen.
Het FSC roept marktpartijen op om zich goed te blijven voorbereiden op Brexit. Op korte termijn is een groot risico voor de stabiliteit op financiële markten ten aanzien van centrale tegenpartijen weggenomen. Mogelijk gaat de transitiefase wel gepaard met tijdelijke hindernissen in het economisch en financieel verkeer. Verder moeten marktpartijen op verschillende kapitaalmarkten overschakelen van Britse tegenpartijen en infrastructuur naar Europese tegenhangers. Op langere termijn komt de vraag aan de orde of belangrijke clearingactiviteiten buiten de EU kunnen blijven plaatsvinden.
Tot slot blijven cyberrisico’s een belangrijk systeemrisico. Het FSC steunt het voortzetten en verder uitbreiden van het zogenoemde TIBER-programma om de cyberweerbaarheid van belangrijke financiële instellingen en ketens te testen.
Het FSC heeft ook gesproken over de effecten van sterke marktvolatiliteit op de margeverplichtingen bij Nederlandse vermogensbeheerders. Dit speelde vooral in maart toen het uitbreken van de pandemie tot grote schokken leidde op financiële markten. Daarbij komt de vraag naar voren hoe de verschillende geconstateerde kwetsbaarheden op geldmarkten kunnen worden verbeterd en of de huidige regelgeving moet worden aangepast. Het FSC heeft afgesproken hier nader onderzoek naar te doen, in aansluiting op de wereldwijde en integrale aanpak van de Financial Stability Board (FSB).
Het FSC steunt het nieuwe actieplan van de Europese Commissie voor versterking van de kapitaalmarktunie. De leden van het FSC identificeren drie prioriteiten waar zij in de Europese beleidsdiscussie vooral samen op kunnen trekken. Dit betreft het oprichten van een gemeenschappelijk informatiepunt van bedrijfsinformatie; convergentie van toezicht op grensoverschrijdende activiteiten en betere toegang tot Europese producten en dienstverlening, waaronder een Europees provisieverbod. Daarnaast is vanuit kapitaalmarkttoezicht een snelle beschikbaarheid van een geïntegreerd overzicht van informatie over Europese effectentransacties (een zogenoemde consolidated tape) van belang Verder moet ook aandacht blijven voor initiatieven van langere adem waaronder effectieve en consistente insolventiewetgeving voor bedrijven.
Het FSC constateert dat de coronacrisis niet ten koste moet gaan van aandacht voor klimaatrisico’s in de financiële sector. Financiële instellingen dienen zich tijdig voor te bereiden op de nieuwe Europese rapportageverplichtingen. Tevens moeten financiële instellingen klimaatrisico’s goed blijven beheersen en meer inzicht bieden in de kwetsbaarheid van hun balans voor klimaatontwikkelingen. Ook kunnen duurzaamheidsrisico’s duidelijker mee worden genomen in internationale toezichtvereisten.
Bron: FSC