Economie groeit volgens de flashraming met 0,2 procent ten opzichte van tweede kwartaal 2014.
Uit de zogenoemde flashraming van de economische groei, gebaseerd op de nu beschikbare gegevens, blijkt dat de Nederlandse economie in het derde kwartaal van 2014 met 0,2 procent is gegroeid ten opzichte van een kwartaal eerder. Deze lichte groei is vooral te danken aan de investeringen en de export. Dit heeft het CBS vandaag bekend gemaakt.
De flashraming is een eerste berekening, 45 dagen na afloop van een kwartaal, op basis van de dan beschikbare informatie. Hiermee geeft het CBS een eerste beeld van de stand van de Nederlandse economie. Na deze eerste raming komt voortdurend meer informatie beschikbaar over de Nederlandse economie, die vervolgens wordt verwerkt in nieuwe ramingen. De tweede raming van de economische groei maakt het CBS bekend op woensdag 24 december. De absolute bijstelling van de tweede raming ten opzichte van de flashraming was de afgelopen vijf jaar gemiddeld 0,1 procentpunt. De twee uitersten bedroegen -0,3 en +0,4 procentpunt.
In 2014 zijn er nu twee kwartalen achter elkaar van lichte groei gemeten, volgend op een eerste kwartaal met krimp. Per saldo stond de economie er eind september 2014 wel beter (ruim 0,4 procent) voor dan eind 2013, maar het herstel van de Nederlandse economie is nog fragiel. Het conjunctuurbeeld laat al een half jaar geen verbetering zien.
Bij elke nieuwe raming berekent het CBS ook de nieuwe seizoensgecorrigeerde cijfers van de eerder gepubliceerde kwartalen. Door deze herberekening is onder andere de groei van het tweede kwartaal van 2014 bijgesteld van 0,7 naar 0,6 procent.
Economie groeit volgens flashraming met 1,1 procent ten opzichte van jaar eerder
Volgens de flashraming was de Nederlandse economie in het derde kwartaal 1,1 procent groter dan in het derde kwartaal van 2013. Deze groei is te danken aan meer export, iets hogere investeringen en wat meer consumptie door consumenten. De overheidsconsumptie was nagenoeg gelijk aan die van vorig jaar.
Fors meer elektrotechnische machines en chemische producten uitgevoerd
In het derde kwartaal groeide zowel de uitvoer van Nederlands product als de wederuitvoer, de uitvoer van eerder ingevoerde producten. Ons land exporteerde beduidend meer elektrotechnische apparaten en machines en chemische producten. Ook de export van andere machines en apparaten groeide aanzienlijk, evenals die van landbouwproducten. Alleen de export van aardolieproducten was lager dan in het derde kwartaal van 2013.
Ook consumenten besteden iets meer
Consumenten hebben iets meer besteed dan in het derde kwartaal van 2013. Ze gaven vooral meer uit aan voeding en genotmiddelen, aan duurzame goederen en aan diensten. Bij diensten gaat onder meer om het betalen van de huur, bezoek aan restaurant of kapper, en kosten voor telefoon en verzekeringen.
Wat de duurzame goederen betreft, gaven consumenten vooral meer uit aan elektrische apparaten en woninginrichting. Dat laatste hangt mede samen met het herstel van de woningmarkt. In de eerste negen maanden van 2014 wisselden veel meer bestaande koopwoningen van eigenaar dan een jaar eerder.
Bedrijven investeren meer in machines, computers en software
Bedrijven hebben ook dit kwartaal weer meer geïnvesteerd dan een jaar geleden. Ze investeerden meer in hun productiecapaciteit door vooral meer machines, computers en software aan te schaffen. Ook investeerden ze meer in onderzoek en ontwikkeling. Dit is in lijn met de toegenomen bezettingsgraad en het toegenomen producentenvertrouwen in de industrie. De investeringen in woningen, bedrijfsgebouwen en infrastructuur daarentegen krompen. Ook aan vervoermiddelen zoals auto’s besteedden bedrijven minder dan een jaar eerder.
Industrie en zakelijke dienstverlening groeien, bouw krimpt
Vooral de zakelijke dienstverlening en de industrie hadden mooie groeicijfers in het derde kwartaal. Binnen de zakelijke dienstverlening doet vooral de uitzendbranche het goed. Dat is ook terug te zien in de banencijfers die het CBS vandaag publiceert. Het aantal uitzendkrachten neemt fors toe.
In de industrie zijn het vooral de machine-, metaal- en de voedings- en genotmiddelenindustrie die meer produceerden dan een jaar geleden. De productie van de delfstoffenwinning, de bouw en de financiële instellingen is echter gekrompen.
Bron: CBS