De bevolking van Nederland verandert de komende decennia flink. Tegen deze achtergrond heeft de Autoriteit Financiële Markten (AFM) de financiële kwetsbaarheid van Nederlanders met een migratieachtergrond en de relatie met toegang tot financiële dienstverlening verkend. Hiermee wil de AFM bijdragen aan bewustwording en maatschappelijke dialoog rondom dit vraagstuk.
In het kort
- Een kwart van de Nederlandse bevolking heeft een migratieachtergrond
- Vooral Nederlanders met niet-westerse migratieachtergrond gemiddeld financieel kwetsbaarder
- AOW-gat is een belangrijke bron van financiële kwetsbaarheid
- Taalbarrières bemoeilijken toegang tot financiële dienstverlening
- Aanknopingspunten voor beleidsmakers en financiële instellingen
Een kwart van de Nederlandse bevolking heeft een migratieachtergrond
Groeiende diversiteit door de toename van het aandeel Nederlanders met een migratieachtergrond is een belangrijke demografische verandering. Anno 2021 beslaat het aandeel inwoners met een migratieachtergrond ongeveer 25 procent van de totale bevolking. Dit aandeel stijgt naar verwachting verder naar circa 36 procent in 2050.
Vooral Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond gemiddeld financieel kwetsbaarder
Nederlanders met een migratieachtergrond vormen een heterogene groep waarbij vooral die met een niet-westerse migratieachtergrond gemiddeld financieel kwetsbaarder zijn. Het gemiddeld genomen lager onderwijsniveau en een minder sterke arbeidsmarkt- en inkomenspositie spelen hierin mee. Dit geeft namelijk een hogere kans op schuldenproblematiek en betalingsachterstanden.
AOW-gat is een belangrijke bron van financiële kwetsbaarheid
Een groot deel van de eerste generatie migranten is op latere leeftijd naar Nederland gekomen. Hierdoor ontvangen zij geen volledige AOW. Ze lijken bovendien beperkt gebruik te maken van de Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO), die het inkomen aanvult tot het sociaal minimum. Ongeveer 40 procent van de pensioengerechtigde Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond leeft onder de armoedegrens.
Taalbarrières bemoeilijken toegang tot financiële dienstverlening
Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond lijken minder vaak gebruik te maken van een bankrekening en minder vaak beleggingen aan te houden. Geïnterviewden uit deze doelgroep geven aan dat voor hen de taalbarrière een belangrijke belemmering vormt voor toegang tot financiële dienstverlening. Communicatie en informatieverstrekking door financiële dienstverleners vindt vooral in het Nederlands plaats. Ook wordt het Nederlandse financiële stelsel vaak als complex ervaren, doordat eenvoudige informatie over financiële producten ontbreekt of moeilijk vindbaar is.
Aanknopingspunten voor beleidsmakers en financiële instellingen
Meer aandacht voor de financiële kwetsbaarheid van vooral Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond lijkt geboden. Tijdens het inburgeringsproces kan bijvoorbeeld meer nadruk liggen op financiële zelfredzaamheid. Ook kan de AIO-aanvulling nadrukkelijker onder de aandacht van deze doelgroep worden gebracht. Beleidsmakers en toezichthouders moeten bedacht zijn op mogelijk averechtse effecten van wet- en regelgeving voor de toegang tot financiële dienstverlening. Financiële instellingen kunnen nadenken over hoe ze beter op deze doelgroep kunnen inspelen, zoals het verkleinen van de taalbarrière.
Bron: AFM