In het reguliere onderzoek naar het consumentenvertrouwen heeft het CBS in april de grootste daling van het consumentenvertrouwen ooit gemeten. Bij een reguliere meting vindt de waarneming grotendeels plaats in de eerste helft van de maand. Vanwege de sterke daling van het consumentenvertrouwen in april heeft het CBS een extra meting in de tweede helft van de maand uitgevoerd. Deze extra meting geeft aan dat de daling van het consumentenvertrouwen binnen de maand april verder doorzet.
Het consumentenvertrouwen in april was -22. De extra meting in de tweede helft van april laat een verdere daling zien naar -27. Dit komt vooral door een verder verslechterd oordeel over het economisch klimaat. De koopbereidheid blijft vrijwel gelijk.
Oordeel over economische situatie verslechtert verder
Consumenten oordelen nu negatiever over de economische situatie dan bij de reguliere meting in april. De deelindicator economisch klimaat gaat van -31 naar -44. Zowel het oordeel over de economische situatie in de afgelopen 12 maanden als het oordeel over economische situatie in de komende 12 maanden verslechtert verder.
Koopbereidheid verandert nauwelijks
De koopbereidheid gaat van -17 naar -15. Consumenten zijn over de financiële situatie in de afgelopen 12 maanden positiever. Hun oordeel over de financiële situatie in de komende 12 maanden verandert niet. Verder vinden consumenten de tijd voor het doen van grote aankopen nagenoeg even ongunstig als bij de reguliere meting.
De meting is bedoeld om een tussentijdse indicatie te geven van het verloop van het consumentenvertrouwen en onderliggende indicatoren. De extra metingen zijn nadrukkelijk geen vervanger van de reguliere statistieken en maken ook geen onderdeel uit van de reguliere reeks. De eerstvolgende publicatie van het consumentenvertrouwen is die van de reguliere meting op 20 mei.
Bron: CBS