De afgelopen honderd jaar is de buitenlandse handel van Nederland explosief gegroeid. Een eeuw geleden werd voor 968 miljoen gulden (440 miljoen euro) aan goederen ingevoerd. De uitvoer kwam toen uit op 821 miljoen gulden (373 miljoen euro). In 2017 was de waarde van de invoer 411 miljard euro en die van de uitvoer 469 miljard euro. Gecorrigeerd voor inflatie was de invoer 228 keer zo hoog en de uitvoer 384 keer. Dit meldt het CBS ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de statistiek internationale handel en de nieuwste editie van de Internationaliseringsmonitor.
Record handelsoverschot
In het grootste deel van de vorige eeuw importeerde Nederland structureel meer dan het exporteerde. Een aanhoudend handelstekort sloeg in de jaren tachtig om in een steeds groter handelsoverschot. In 2017 was het handelsoverschot met 57 miljard euro groter dan ooit. Buiten de EU had Nederland vorig jaar een tekort van 52 miljard euro. De handel binnen de EU leverde een handelsoverschot op van 109 miljard euro. Een belangrijk deel van de goederen die Nederland uit overzeese gebiedsdelen haalt, wordt wederuitgevoerd naar EU-landen. Hierdoor heeft Nederland zich de afgelopen honderd jaar ontwikkeld tot de top tien van de belangrijkste exportlanden ter wereld.
Import hoger door meer machines en vervoermiddelen
In de afgelopen honderd jaar hebben machines en vervoermiddelen een steeds groter aandeel in de import verworven. Daar tegenover staat een afname van het importbelang van fabricaten zoals ijzer en staal, metaal(producten), instrumenten en apparaten, kleding en schoeisel.
Van de ingevoerde goederen gaat nu circa 30 procent het productieproces in. Voor een deel worden deze verbruikt voor het maken van consumentenproducten voor het binnen- en buitenland. Een ander deel van de door bedrijven ingevoerde goederen dient als investeringsgoed. Zo’n 8 procent van de import is direct bestemd voor consumptiedoeleinden, 6 procent wordt gebruikt door bedrijven om te investeren. Het resterende deel van de invoer gaat als wederuitvoer in vrijwel dezelfde hoedanigheid ons land weer uit.
China en Japan
Na de eeuwwisseling passeerde China Japan als belangrijkste goederenleverancier uit Azië. China kon volop profiteren van verplaatsingen van productie-eenheden door westerse bedrijven naar China. Vrijwel tegelijkertijd kwam de importgroei uit Japan tot stilstand. De Chinese export naar Nederland is vooral omhooggestuwd doordat China steeds meer machines en vervoermiddelen via Nederland naar het Europese vasteland uitvoert.
Exportaandeel machines sterk gegroeid
In het begin van de vorige eeuw domineerde de landbouw onze export. Ruim 40 procent van de export bestond uit voedingsproducten. Voeding is tegenwoordig nog goed voor 15 procent van het Nederlandse exportpakket. Momenteel verdient Nederland veel geld aan de export van minerale brandstoffen, chemische producten en machines en vervoermiddelen. Het exportbelang van machines en vervoermiddelen nam toe van 5 procent in 1920 tot 28 procent in 2017.
Azië steeds belangrijker voor de export
Honderd jaar geleden ging 15 procent van onze export naar landen buiten Europa. Inmiddels wordt bijna een op de vier exporteuro’s buiten Europa verdiend. Vooral Azië wordt een steeds belangrijker afzetgebied. In 2012 was het exportaandeel van Azië in de Nederlandse export 9 procent. Nu maakt Azië ruim 11 procent uit van het Nederlandse exportpakket. In dezelfde periode nam de export naar Afrika en Amerika af met respectievelijk 0,6 en 0,4 procentpunt.
Zie ook de youtube video “100 jaar internationale handel“.
Bron: CBS