Wanneer u als vennoot besluit te stoppen binnen een vennootschap, wil dat niet zeggen dat u niet meer aansprakelijk bent voor schulden of verplichtingen die zijn aangegaan gedurende de periode dat u vennoot was.
In dit voorbeeld gaat het om een klusbedrijf met twee vennoten als eigenaar. Jarenlang voeren zij uiteenlopende bouwopdrachten uit. Op enig moment wordt het klusbedrijf geconfronteerd met een klacht over een lekkage bij een dakkapel, die in het verleden door het klusbedrijf is geplaatst. Inmiddels is echter één van de vennoten uitgetreden en is het bedrijf een eenmanszaak. De overblijvende vennoot begint aan de herstelwerkzaamheden maar geeft uiteindelijk op als blijkt dat de reparatie te moeilijk wordt.
Daaropvolgend wordt de gang naar de rechter gezocht. Het eerste hof is van mening dat de ex-vennoot aansprakelijk gesteld zou kunnen worden. Het volgende gerechtshof oordeelt anders en vindt dat de overgebleven hoofdelijk schuldenaar niet bevoegd is om de andere uitgetreden schuldenaar te vertegenwoordigen. Daarbij telt ook het feit dat betreffende vennoot nimmer in gebreke is gesteld. Dus, de ex-vennoot komt met de ‘schrik’ vrij.
Toch geeft dit wel aan dat bij een ontbinding van een vennootschap de verantwoordelijkheden en verplichtingen duidelijk dienen te zijn.
Bron: Beks Advocaten