Zeker nu de Europese samenwerking ter discussie staat, is het van groot belang alle economische voor- en nadelen van het Nederlandse lidmaatschap van de EU zorgvuldig tegen elkaar af te wegen. De Europese integratie heeft ons immers bepaald geen windeieren gelegd. Ons land heeft dus bovengemiddeld veel te verliezen als het misgaat met de Europese samenwerking. Dat schrijven economen van de Rabobank in hun vandaag gepubliceerde Europa-studie, waarin zij vier scenario’s voor de toekomst van de Europese Unie schetsen.
In de loop der decennia is ons land in economische zin steeds meer vervlochten geraakt met onze Europese partners. “Nederland is anno 2017 de meest open economie ter wereld, zelfs nog meer dan Singapore. Door de openheid van ons land is het integratieproces bij ons veel verder voortgeschreden dan in andere landen”, licht Rabobank-econoom Wim Boonstra toe. “Veel buitenlandse bedrijven hebben hun Europese hoofdkantoor in ons land. Onze havens behoren tot de grootste ter wereld en de allergrootste van Europa. Dit komt doordat ons land zich al decennia lang heeft gepositioneerd als toegangspoort naar Europa. Daardoor loopt bijvoorbeeld een groot deel van de Chinese uitvoer naar Europa, de grootste markt ter wereld, via ons land. Deze enorme handelsstromen dragen sterk bij aan onze economie; ze creëren welvaart en honderdduizenden banen. Ons land heeft bovengemiddeld van de Europese integratie geprofiteerd; het heeft dus ook bovengemiddeld veel te verliezen als het fout gaat met de Europese samenwerking.”
Barbara Baarsma, directeur Kennisontwikkeling van de Rabobank, wijst op de gevolgen voor onze exporterende sectoren. “Zou de uitvoer worden belemmerd, dan raken verschillende sectoren in de problemen. Denk aan de groothandel en de logistiek, de transportsector, de agrarische sector en de industrie. Voor al deze bedrijfstakken staat er dus veel op het spel als de samenwerking tussen de Europese lidstaten afbrokkelt.”
Vier scenario’s
Reden voor de Rabobank-economen om vier scenario’s te schetsen voor de toekomst van Europa. In het eerste, getiteld Doormodderen, blijven de EU en de eurozone bestaan, maar de samenwerking tussen lidstaten verloopt steeds moeizamer. Problemen worden met halve maatregelen aangepakt waardoor steeds weer nieuwe crises ontstaan, terwijl de onvrede onder de bevolking groeit. In het tweede, getiteld Verdieping, verbetert de samenwerking tussen de lidstaten en gaat de Europese integratie verder op belangrijke dossiers. Opspelende problemen worden krachtig en gezamenlijk opgelost. In het derde scenario, Uiteenvallen, verslechtert de samenwerking tussen de lidstaten. Uiteindelijk valt eerst de eurozone en vervolgens de EU uit elkaar. In het vierde scenario, Twee snelheden, besluiten de lidstaten de eurozone op te splitsen. Sommige landen vertrekken in een door de ECB gecontroleerd proces uit de eurozone, maar behouden toegang tot de Interne Markt. De achterblijvende landen intensiveren de samenwerking en vormen een ‘kernunie’.
Baarsma: “Ieder scenario heeft een veelheid aan economische consequenties. Deze lopen sterk uiteen, al naar gelang de politieke keuzes die worden gemaakt. Wij hopen dat wij op deze wijze bruikbare handvatten kunnen aanreiken voor een zinvol debat over de toekomst van ons land en de positie die het daarbij in Europa wil innemen.”
Bron: Rabobank