De economie van de eurozone heeft in 2010 grotendeels goed gepresteerd met een groei van het BNP van 1,7%. Maar voor 2011 jaar wordt een vertraging verwacht. Dit leidt tot een terugval van de groei van het BNP tot slechts 1,4%. Die groei zal zeer ongelijk verdeeld zijn over de 16 landen. Zo blijkt uit de Eurozone Forecast (EEF) van Ernst & Young.
De Nederlandse groei komt in 2010 uit op 1,7% en de EEF voorspelt in 2011 een groei van 1,8%. De BNP-groei in de gehele eurozone in 2010 is iets beter dan de EEF eerder dit jaar voorspelde, maar de samenstelling van de groei geeft weinig aanleiding tot blijdschap.
De herbevoorrading was dit jaar goed voor 80% van de groei, maar dit is slechts een tijdelijke stimulans. De vertraging in 2011 is grotendeels toe te schrijven aan de strengere fiscale maatregelen die volgens de EEF de groei met meer dan 1% zullen vertragen.
Pieter Jongstra, bestuursvoorzitter van Ernst & Young zegt op basis van de EEF:
"De eurozone zal wellicht met vallen en opstaan het einde van de crisis halen. Maar zelfs in het beste scenario hangt de groei sterk af van de noordelijke landen van de regio.
Er zullen onvermijdelijk grote verschillen zijn met het zuiden. Bovendien verhoogt elke periode van onzekerheid op de financiële markten de kans dat er zich veel slechtere scenario's voordoen."
Verdeeld Europa
Duitsland stimuleert het economische herstel in de eurozone met een verwachte BNP-groei van 3,5% dit jaar en 2,1% volgend jaar. Het Duitse BNP zal in dat geval eind 2011 weer op het niveau van vóór de crisis komen, heel wat vroeger dan oorspronkelijk gedacht werd. Zowel de export als recenter de binnenlandse activiteiten hebben aanzienlijk bijgedragen tot het herstel. Landen die nauw verbonden zijn met de Duitse economie, vooral Slowakije (2,8%) en Oostenrijk (2%), zullen in 2011 ook gestaag groeien. In andere belangrijke noordelijke landen, zoals Frankrijk en Nederland, wordt een meer gematigde groei verwacht (beide met 1,8%). De EEF voorspelt dat de groei in de perifere landen in 2011 zal schommelen tussen -3,3 % in Griekenland en -0,7 % in Portugal. Die groei zou echter nog een stuk lager kunnen liggen, als de perifere economieën opnieuw kampen met onzekerheid op de obligatiemarkten en nog meer budgetmaatregelen moeten invoeren.
Problemen op de arbeidsmarkt
De verschillende economische omstandigheden worden vooral duidelijk op de arbeidsmarkten in de eurozone, waar het huidige werkloosheidscijfer varieert van 4,3%
in Oostenrijk tot 20,5% in Spanje. Die verschillen in het werkloosheidscijfer zullen naar verwachting de komende jaren groot blijven. Over het algemeen wijzen deze verschillende omstandigheden erop dat de werkloosheidsgraad in de eurozone in zijn geheel het komende jaar wellicht niet zal dalen. De EEF verwacht niet dat het aantal werklozen in de regio vóór 2013 onder de 15 miljoen zal zakken. Voor Nederland voorspelt de EEF een lichte stijging in de werkeloosheid; van 4,5% in 2010 naar 4,8% in 2011. Pieter Jongstra: "De onzekerheden zorgen voor terughoudendheid in het bedrijfsleven op het gebied van investeringen en recruitment."
Bron: APS