De bouwsector in Nederland staat momenteel onder druk vanwege verschillende factoren. Zo blijven investeringen achter door de hoge rente en worden er minder bouwvergunningen afgegeven als gevolg van milieu- en stikstofproblematiek. Bovendien leiden hogere inputkosten, zoals materiaal, arbeid en transport, tot het uitstellen van projecten.
In deze uitdagende situatie vormt duurzaamheid echter een stabiliserende factor voor de bouwsector. Er zijn diverse verduurzamingsprojecten in zowel woning- als utiliteitsbouw die ondanks de obstakels toch doorgang vinden. Hoewel er ook binnen duurzaamheidsinitiatieven uitdagingen bestaan, zoals recentelijk de afname in de installatie van zonnepanelen, verwacht Atradius dat deze problemen van voorbijgaande aard zijn.
Op de middellange en lange termijn voorziet Atradius dat de noodzaak tot verduurzaming zal blijven leiden tot extra bouwactiviteiten. Hierdoor wordt duurzaamheid gezien als een cruciale factor die de bouwsector op koers houdt, zelfs te midden van de huidige uitdagende omstandigheden.
Europa – Groeien op een sterke basis
Een groot deel van de gebouwen in Europa is oud en sommige hebben historische en culturele waarde. 85 procent van de panden in de regio dateren van vóór 2001 en de meerderheid daarvan heeft een slechte energie-efficiëntie. Gebouwen zijn verantwoordelijk voor 40 procent van het totale energieverbruik van de EU en voor 36 procent van de uitstoot van broeikasgassen. Bovendien zal naar verwachting tussen de 85 en 95 procent van de gebouwen die vandaag bestaan, nog steeds overeind staan in 2050.
Europese landen investeren aanzienlijk in het verbeteren van de bouwsector. De Nederlandse regering heeft bijvoorbeeld tot 2030 1 miljard euro uitgetrokken voor schone en emissievrije bouw. Nederland leidt in Europa ook met de meeste zonne-energie per hoofd van de bevolking, gevolgd door Duitsland, Denemarken en België. Daarentegen is de regering van het Verenigd Koninkrijk enkele van haar eerdere toezeggingen voor schone energie aan het afzwakken. Volgens onderzoek van het Imperial College in Londen loopt het Verenigd Koninkrijk achter op zijn Europese buren wat betreft het koolstofvrij maken van gebouwen.
De risico-analisten van Atradius in Europa beschrijven dat de bouwsector de komende drie jaar tegen een aantal grote uitdagingen aanloopt. Zo zijn de overheidsdoelstellingen erg ambiteus. Met name de EU-doelstellingen voor schone energie vereisen aanzienlijke investeringen in hernieuwbare energie. Daarnaast ervaren bedrijven moeilijkheden door stijgende kosten van arbeid, energie en grondstoffen. Hierdoor wordt het vinden van extra kapitaal voor duurzaamheidsiniatieven bemoeilijkt. Verder zorgt de groeiende vraag naar koolstofarme technologiën voor een toenemende vraag naar geschoolde arbeidskrachten. De vraag van zulke arbeidskrachten dreigt de beschikbaarheid te overtreffen.
Ondanks de uitdagingen ziet Atradius kansen voor de bouwsector in Europa. Kansen omvatten het versterken van toeleveringsketens door investeringen in lokale veerkracht en met spelers in de toeleveringsketen die voldoen aan ESG-criteria. Het ambitieuze REPowerEU-plan stelt een aanzienlijke kans voor de installatie van zonnepanelen op gebouwen, met het doel om 320 GW tegen 2025 en 600 GW tegen 2030 op te wekken. Bovendien creëert het streven naar Net Zero in de bouwsector werkgelegenheidskansen in zowel commerciële als particuliere subsectoren.
Amerika en Oceanië – Kansen voor groei
30 procent van de totale broeikasgassen in de Verenigde Staten is afkomstig van de commerciële en particuliere gebouwensector. Hiervan wordt een aanzienlijk deel veroorzaakt door de elektriciteit die nodig is voor verwarming, koeling, verlichting en huishoudelijke apparaten. In Canada zijn de percentages vergelijkbaar, waar bijna 30% procent van de CO2-uitstoot van het land voortkomt uit zowel de exploitatie als de bouw van gebouwen. De gebouwensector is zelfs de op twee na grootste koolstofvervuiler in Canada.
Verder naar het zuiden zijn de percentages aanzienlijk kleiner. Zo dragen de directe en indirecte emissies van de gebouwensector in Mexico bij aan 13,5 procent van de totale energiegerelateerde CO2-uitstoot. Evenzo vertegenwoordigen directe en indirecte emissies van de gebouwensector in Brazilië in totaal 9,2 procent van de energiegerelateerde CO2-uitstoot van het land.
In Oceanië zijn de gebouwgerelateerde emissies 15 procent van alle CO2-uitstoot in Nieuw-Zeeland en 18 procent van de directe koolstofemissies in Australië.
Als het aankomt op de overgang naar schone energie hebben Noord- en Zuid-Amerika en Oceanië een schat aan middelen en mogelijkheden. Het politieke beleid verschilt echter aanzienlijk van land tot land. Zo wekt Paraguay bijna al haar energie uit hernieuwbare bronnen op, maar blijft Mexio achter doordat het geen toezeggingen doet tot Net Zero en is er geen nationaal plan om de uitstoot van de bouwsector te verminderen.
Atradius risico-analisten in Oceanië en Noord- en Zuid-Amerika stellen dat voor de komende drie jaar de voornaamste uitdagingen liggen op het gebied van geschoold personeel. Zo zijn er in Canada een recordaantal vacatures en zoeken ook Australië, Nieuw-Zeeland, Brazilië, Mexico en de VS naar nieuwe werknemers. Projectkosten vormen ook een barrière, zowel bij grootschalige initiatieven als bij groene bouwprojecten. Kapitaal vinden blijft lastig. Ook de problemen in de toeleveringsketen houden aan, voortkomend uit pandemische beperkingen, de oorlog in Oekraïne en wereldwijde inflatie. Dit beïnvloedt nog altijd de kosten en beschikbaarheid van bouwmaterialen op mondiale schaal.
Ondanks uitdagingen zijn er ook kansen in de regio, zoals banencreatie in de bouwindustrie door de groeiende vraag naar energiezuinige gebouwverbeteringen en grote projecten voor hernieuwbare energie. Daarnaast biedt het herinrichten van gebouwen met technologieën zoals zonnepanelen, warmtepompen en batterijopslagsystemen, in combinatie met belastingvoordelen, aanzienlijk groeipotentieel voor de sector.
Azië – Bouwen aan een duurzame toekomst
De bouwsector in Azië staat voor een periode van groei. Dit wordt deels gedreven door de behoefte aan huisvesting. Vooral in opkomende economieën waar sprake is van een trend naar toenemende verstedelijking. Daarnaast speelt de realisatie van infrastructuurprojecten voor strategische sectoren, zoals hernieuwbare energie en elektrische voertuigen, een rol in deze groei.
Per jaar is de regio momenteel verantwoordelijk voor de bouw van meer dan de helft van ’s werelds nieuwe gebouwen. Daarbij neemt de bouwsector ongeveer een kwart van het totale energieverbruik in Azië voor zijn rekening. Dit gebeurt zowel door de verwarming en koeling van gebouwen als door het gebruik van huishoudelijke apparaten en de bouwprocessen zelf.
Op een continent dat 60 procent van de wereldbevolking huisvest, biedt de toenemende verstedelijking aanzienlijke kansen voor de bouwsector. Echter, het brengt ook aanzienlijke uitdagingen met zich mee, vooral op het gebied van duurzaamheid en de haalbaarheid van het behalen van Net Zero-doelstellingen tegen 2050.
Risico-analisten van Atradius in Azië benadrukken dat de voornaamste uitdagingen voor de komende drie jaar in Azië liggen in de hoge kosten van overgang naar schone energie voor kleinere bedrijven en een tekort aan materialen en geschoolde arbeidskrachten. Ook is in sommige landen het gebrek aan overheidssteun een groeiende uitdaging, hoewel dit sterk per land verschilt. In een aantal landen ziet Atradius de gunstige overheidsmaatregelen juist als een kans voor de aankomende drie jaar. Verder zijn er kansen op het gebied van duurzame bouwontwikkelingen, met een groeiende vraag naar energiezuinige gebouwen. Daarnaast bieden civieltechnische projecten in hernieuwbare energie, zoals waterkrachtprojecten in China, Thailand en Vietnam, aanzienlijke groeimogelijkheden voor de bouwindustrie.
Bron: Atradius