Het conflict tussen Rusland en Oekraïne heeft onrust gezaaid op de financiële markten en de onzekerheid over het herstel van de wereldeconomie drastisch vergroot. De wereld is veranderd en de risico’s ook.
- Hogere grondstoffenprijzen versterken de dreiging van een langdurige hoge inflatie, waardoor het risico van stagflatie en sociale onrust toeneemt.
- Bepaalde sectoren, zoals de automobiel-, de transport- of de chemiesector, zullen er waarschijnlijk meer onder te lijden hebben.
- Coface voorspelt een diepe recessie van 7,5% voor de Russische economie in 2022 en heeft de risicobeoordeling van Rusland verlaagd naar D (zeer hoog).
- De Europese economieën lopen het meeste risico: op het moment van schrijven raamt Coface de extra inflatie in 2022 op ten minste 1,5 procentpunt, terwijl de bbp-groei met 1 procentpunt zou kunnen dalen.
- De verdere stijging van de energieprijzen zal de inflatie en dus de consumptie in Nederland harder treffen dan het Europese gemiddelde. Dit zou dan ook een sterker effect hebben op de economische groei.
Het conflict dreigt de energie- en grondstoffenmarkten verder onder druk te zetten Rusland is ’s werelds derde olieproducent, de tweede aardgasproducent en behoort tot de top 5 van producenten van staal, nikkel en aluminium. Het is ook de grootste exporteur van tarwe ter wereld (bijna 20% van de wereldhandel). Oekraïne is van zijn kant een belangrijke producent van maïs (6e), tarwe (7e), zonnebloemen (1e), en behoort tot de top tien van suikerbieten-, gerst-, soja- en koolzaadproducenten.
Op de dag dat de invasie begon, daalden de financiële markten over de hele wereld scherp en stegen de prijzen van olie, aardgas, metalen en voedingsgrondstoffen. Na de laatste ontwikkelingen doorbrak de Brent-olieprijs voor het eerst sinds 2014 de 100 dollar per vat (op het moment van schrijven 125 dollar/b), terwijl de Europese TTF-gasprijzen op 4 maart naar een recordhoogte van 192 euro stegen.
Terwijl de hoge grondstoffenprijzen een van de risico’s waren die reeds als potentieel ontwrichtend voor het herstel waren aangemerkt, vergroot de escalatie van het conflict de kans dat de grondstoffenprijzen nog veel langer hoger zullen blijven. Dit vergroot op zijn beurt de dreiging van een langdurige hoge inflatie, waardoor het risico van stagflatie en sociale onrust in zowel ontwikkelde als opkomende landen toeneemt.
Auto-industrie, vervoer en chemie zijn de meest kwetsbare sectoren
De crisis heeft uiteraard grote gevolgen voor de toch al onder druk staande autosector als gevolg van diverse tekorten en hoge grondstofprijzen: metalen, halfgeleiders, kobalt, lithium, magnesium… Oekraïense autofabrieken leveren aan grote autofabrikanten in West-Europa: sommige hebben de stopzetting van fabrieken in Europa aangekondigd, terwijl andere fabrieken over de hele wereld al uitval plannen als gevolg van chip schaarste.
Luchtvaartmaatschappijen en zeevrachtmaatschappijen zullen ook te lijden hebben onder hogere brandstofprijzen, waarbij luchtvaartmaatschappijen het grootste risico lopen. Ten eerste wordt geschat dat brandstof ongeveer een derde van hun totale kosten uitmaakt. Ten tweede hebben Europese landen, de VS en Canada Russische luchtvaartmaatschappijen de toegang tot hun grondgebied ontzegd en heeft Rusland op zijn beurt Europese en Canadese vliegtuigen de toegang tot zijn luchtruim ontzegd. Dit betekent hogere kosten omdat luchtvaartmaatschappijen langere routes zullen moeten nemen.
Ook het goederenvervoer per spoor zal gevolgen ondervinden: Europese bedrijven mogen geen zakendoen met de Russische spoorwegen, wat het vrachtvervoer tussen Azië en Europa, dat via Rusland verloopt, waarschijnlijk zal verstoren.
Wij verwachten ook dat grondstoffen voor petrochemische producten duurder zullen worden en dat de snel stijgende aardgasprijzen gevolgen zullen hebben voor de kunstmestmarkten, en dus voor de hele Agrifood-industrie.
Diepe recessie in het verschiet voor de Russische economie
De Russische economie zal in 2022 in grote moeilijkheden komen en in een diepe recessie terechtkomen. De bijgewerkte bbp-prognose van Coface voor 2022 bedraagt -7,5% na het herstel van vorig jaar. Dit heeft ons ertoe gebracht de risicobeoordeling van het land te verlagen van B (vrij hoog) naar D (zeer hoog).
De sancties zijn met name gericht tegen grote Russische banken, de Russische centrale bank, de Russische staatsschuld, geselecteerde Russische overheidsfunctionarissen en oligarchen, en de exportcontrole op hightechonderdelen naar Rusland. Deze maatregelen zetten een aanzienlijke neerwaartse druk op de Russische roebel, die reeds sterk is gedaald, en zullen de inflatie van de consumentenprijzen aanwakkeren.
Rusland heeft een relatief sterke financiële positie opgebouwd: een lage buitenlandse overheidsschuld, een recurrent overschot op de lopende rekening en aanzienlijke buitenlandse reserves (ongeveer 640 miljard USD). De door de westerse depositolanden opgelegde bevriezing van deze laatste belet de Russische centrale bank evenwel deze reserves aan te spreken en vermindert de doeltreffendheid van de Russische reactie.
De Russische economie zou kunnen profiteren van hogere prijzen voor grondstoffen, vooral voor zijn energie-export. De EU-landen hebben echter aangekondigd dat zij voornemens zijn hun invoer uit Rusland te beperken. In de industriële sector zal de beperkte toegang tot in het Westen geproduceerde halfgeleiders, computers, telecommunicatie, automatiserings- en informatiebeveiligingsapparatuur schadelijk zijn, gezien het belang van deze input in de Russische mijnbouw en verwerkende industrie.
Europese economieën lopen het grootste risico
Door zijn afhankelijkheid van Russische olie en aardgas lijkt Europa de regio te zijn die het meest blootstaat aan de gevolgen van dit conflict. Vervanging van alle Russische aardgasleveranties aan Europa is op korte tot middellange termijn onmogelijk en de huidige prijsniveaus zullen een aanzienlijk effect hebben op de inflatie. Coface raamt de extra inflatie in 2022 op ten minste 1,5 procentpunt, wat de gezinsconsumptie zou uithollen en, in combinatie met de verwachte daling van de bedrijfsinvesteringen en de uitvoer, de bbp-groei met ongeveer één procentpunt zou doen dalen.
Economische gevolgen voor Nederland
“Op het eerste gezicht zou het erop kunnen lijken dat Nederland even afhankelijk is van Russisch gas als Duitsland,” aldus Christiane von Berg, econoom voor de regio Noord-Europa bij Coface. “Dit is echter niet helemaal waar.” Hoewel het erop lijkt dat de gasimport uit Rusland een vergelijkbaar aandeel heeft in het primaire energieverbruik in 2019, zijn er toch verschillen. Volgens gegevens van Eurostat was 27% van alle Nederlandse gasimport in het jaar 2019 (dat we gebruiken omdat het een “normaal” jaar was) afkomstig uit Rusland. Aardgas is een zeer groot deel van het Nederlandse energieverbruik; het aandeel van deze Russische gasimport is 15% van het primaire energieverbruik. Waar hier echter geen rekening mee wordt gehouden zijn de exporten van aardgas door Nederland. In 2019 exporteerde Nederland 1.778,8 PJ-aardgas en importeerde het 1.430 PJ-aardgas. Dit komt neer op 348,8 van de netto-invoer van aardgas. Als Nederland de gasexport zou stoppen (in geval van nood, want anders zijn ze door contracten verplicht om het aardgas te exporteren) en een deel van de import uit Noorwegen zou verhogen (42% van alle Nederlandse aardgasimport in 2019), dan zou Nederland onafhankelijk kunnen zijn van gasimport. 2017 was het laatste jaar dat Nederland netto-exporteur van aardgas was (het exporteerde meer dan het importeerde).
Dit zou Nederland echter slechts gedeeltelijk helpen, aangezien het grootste probleem in feite de prijsstijging van aardgas blijft. Aangezien aardgas een aandeel van ongeveer 59% heeft in de elektriciteitsproductie, zal de prijsstijging van energie de huishoudens diep treffen. Het Nederlandse inflatiecijfer reageert sterk op de hoge energieprijzen, zoals de afgelopen maanden is gebleken. Terwijl de kerninflatie (zonder voedsel- en energieprijzen) vanaf september 2021 steeg van 1,7% tot 2,4% in januari 2022, steeg de totale inflatie van 2,7% tot 6,4% als gevolg van de hogere energieprijzen (het inflatiecijfer voor energie steeg van 19,4% tot 88,2%). Edwin Busio, directeur van Coface Nederland: “De verdere stijging van de energieprijzen zal de inflatie en dus de consumptie in Nederland dus harder treffen dan het Europese gemiddelde. Dit zou dan ook een sterker effect hebben op de economische groei.”
Geen enkele regio zal gespaard blijven van ingevoerde inflatie en verstoringen van de wereldhandel
In de rest van de wereld zullen de economische gevolgen vooral worden gevoeld door de stijging van de grondstoffenprijzen, die de reeds bestaande inflatiedruk zal aanwakkeren. Zoals altijd wanneer de grondstoffenprijzen de hoogte inschieten, zullen vooral de netto-importeurs van energie- en voedselproducten worden getroffen, met het gevaar van ernstige verstoringen van de bevoorrading in geval van een nog grotere escalatie van het conflict. De daling van de vraag vanuit Europa zal ook de wereldhandel belemmeren.
Lees hier het volledige rapport van Coface.
Bron: Persberichten.com