De Nederlandse economie koelt sinds halverwege dit jaar af en zal komend jaar stabiliseren op een groei van 0,8% van het bruto binnenlands product (bbp), al blijft de onzekerheid groot. De afkoeling wordt veroorzaakt door de hoge inflatie en de lagere groei van de wereldhandel. Herstellend uit de coronarecessie, draaide de Nederlandse economie in de eerste helft van dit jaar op volle toeren, waardoor de groei over het gehele jaar 2022 nog uitkomt op 4,2%. Na 2023 trekt de economie weer aan, met in 2024 naar verwachting een bbp-groei met het trendmatige (potentiële) tempo (1,6%).
Dit blijkt uit de nieuwe Economische Ontwikkelingen en Vooruitzichten (EOV) van De Nederlandsche Bank. Vanwege de onzekerheid over het verloop van de oorlog in Oekraïne heeft DNB een alternatief scenario opgesteld. Daarin blijven energieprijzen langer hoog, bij een lagere groei van de wereldhandel.
De inflatie heeft dit jaar naar verwachting haar piek bereikt. Bij de voorziene energieprijzen en overheidsmaatregelen volgt in de komende jaren een minder hoge prijsstijging. Vooral door de uitzonderlijke prijsstijging van energie, komt de geraamde inflatie dit jaar uit op gemiddeld 11,5%. Daarna volgt een daling naar 4,9% in 2023 en 5,0% in 2024, het jaar waarin het energieprijsplafond stopt.
De kerninflatie (waarin prijsstijgingen van energie en voedsel niet worden meegenomen) blijft hoog door doorwerking van energie-inflatie naar de prijzen van andere goederen en diensten, door de krappe arbeidsmarkt en door de hoge bezettingsgraad van de economie. Ondanks de voorziene afkoeling, blijft de economie waarschijnlijk boven capaciteit draaien.
De arbeidsmarkt blijft de komende jaren uiterst krap. De werkloosheid stijgt van 3,6% dit jaar naar 4,2% in 2023, om vervolgens licht te dalen naar 4,0% in 2024. Door de krapte en de hoge inflatie nemen de loonstijgingen toe. Naar verwachting loopt de contractloonstijging bij bedrijven op van 2,9% dit jaar naar 5,0% in 2023 en 4,2% in 2024.
De coronacrisis heeft de overheidsfinanciën niet doen ontsporen. Door de koopkrachtmaatregelen van het kabinet, stijgt het begrotingstekort in 2023 naar 3,0% bbp. De overheidsschuld zakt volgend jaar net onder 50% bbp en daalt in 2024 verder naar 47,7% bbp.
DNB Beleidsaanbevelingen
Kies niet voor langdurige compensatie van energielasten voor grote groepen huishoudens en bedrijven
Richt het compenserende beleid alleen op de huishoudens die zonder inkomenssteun in financiële problemen komen. Bij ongerichte, brede ondersteuning wordt het moeilijker om de inflatie af te remmen. Het verkrappende monetaire beleid is succesvoller als het begrotingsbeleid niet tegelijkertijd verruimend is. Beperk ook de steun aan energie-intensieve bedrijven. Dit zal steeds kostbaarder worden als de energieprijzen hoog blijven. Daarnaast heeft het bredere economische nadelen, omdat het niet-levensvatbare bedrijven ondersteunt, in een krappe arbeidsmarkt.
Zet in op verduurzaming huishoudens en bedrijven
Huishoudens en bedrijven kampen met hoge energielasten. Energiebesparing en verduurzaming van energie-inefficiënte woningen en bedrijven kunnen die hoge lasten verlichten. Het zou goed zijn als de overheid hier nog een grotere en meer centrale regierol neemt, omdat hier snelheid mee moet worden gemaakt, met het oog op de afbouw van de compensatie. Voor de langere termijn moet de overheid de overstap naar meer fossielvrije energie versnellen. Voorwaarde is wel dat overheid, vakbonden en bedrijven gezamenlijk de arbeidsmarktkrapte tegengaan, omdat anders verduurzaming niet alleen nu, maar ook in de toekomst blijft stuiten op schaarste aan gekwalificeerd personeel.
Demp koopkrachtverlies met inkomensgroei
Gegeven dat de arbeidsinkomensquote daalt, is er mogelijk ruimte voor additionele loonstijgingen in sommige sectoren. Tegelijkertijd is automatische compensatie van hogere prijzen met hogere lonen niet verstandig, omdat dit een loon-prijsspiraal kan aanwakkeren.
Keer terug naar begrotingsdiscipline
Het is belangrijk dat de overheid zo snel mogelijk terugkeert naar de bestaande en naar haar eigen afspraken over begrotingsdiscipline. Dit betekent dat het compensatiepakket structurele dekking op de rijksbegroting moet hebben. Het voortzetten van de ruime en ongedekte compensatie kan op termijn de staatsschuldquote doen stijgen. Gezien de krappe arbeidsmarkt is het gewenst dat eventuele lastenverhogingen niet ten koste gaan van het arbeidsaanbod. Hogere lasten op vermogen liggen daarbij meer voor de hand.
Alternatief scenario met hogere energieprijzen en lagere wereldhandel
Het is mogelijk dat de energie- en voedselprijzen langer hoog blijven dan in de raming is aangenomen. In een dergelijk scenario, waarin ook de wereldhandelsgroei afneemt, groeit het bbp in 2023 en 2024 met gemiddeld 0,8%-punt minder dan geraamd. Daarbij loopt de inflatie in 2024 op tot boven de 9%, ongeveer 4,5%-punt hoger dan in de raming. Als daarbij het prijsplafond met een jaar zou worden verlengd, wordt de koopkracht van huishoudens langer ondersteund, maar verslechtert het begrotingstekort.
Bron: DNB