Volgens de eerste berekening van het CBS, op basis van nu beschikbare gegevens, is het bruto binnenlands product (bbp) in het tweede kwartaal van 2021 met 3,1 procent gegroeid ten opzichte van een kwartaal eerder. De groei is vooral toe te schrijven aan een stijging van de consumptie door huishoudens en het handelssaldo. Ook de consumptie van de overheid droeg positief bij. De investeringen daalden echter.
Huishoudens hebben in het tweede kwartaal 5,7 procent meer besteed dan in het eerste kwartaal van 2021. Verder steeg de overheidsconsumptie met 2,6 procent. De uitvoer en invoer van goederen en diensten namen met respectievelijk 4,0 en 2,6 procent toe. De investeringen daalden met 1,8 procent.
Vooral de bedrijfstak handel, vervoer en horeca, de bedrijfstak overheid, onderwijs en zorg en de bedrijfstak industrie hadden een groot aandeel in de toename van het bbp kwartaal op kwartaal.
Bbp groeit in tweede kwartaal 2021 met 9,7 procent
Volgens de eerste berekening was het bbp in het tweede kwartaal van dit jaar 9,7 procent groter dan een jaar eerder. Dat is de grootste jaar-op-jaargroei ooit. Vooral de consumptie door huishoudens en het handelssaldo waren hoger. Ook de investeringen en de overheidsconsumptie hadden een positieve bijdrage aan de groei.
De uitzonderlijk hoge groei in het tweede kwartaal van 2021 is voornamelijk ook het gevolg van het feit dat er vorig jaar in het tweede kwartaal een strenge lockdown gold en het bbp toen sterk kromp. De economie veerde in de periode erna terug, maar de krimp van toen is nog niet volledig gecompenseerd. Ten opzichte van twee jaar geleden was de omvang van de economie in het tweede kwartaal van 2021 nog 0,4 procent kleiner. Alleen de consumptie van de overheid en de uitvoer lagen in het tweede kwartaal van 2021 hoger dan in het tweede kwartaal van 2019.
Consumenten en overheid geven meer uit
Consumenten hebben in het tweede kwartaal 9,3 procent meer besteed dan in het tweede kwartaal van 2020. Dat komt vooral door de (geleidelijke) openstelling van winkels en horeca. Consumenten gaven in het tweede kwartaal van 2021 vooral meer uit aan horeca, medische diensten, kleding en auto’s. De consumptie door huishoudens is echter nog niet terug op het niveau van voor de coronacrisis. In vergelijking met het tweede kwartaal van 2019 lag de consumptie door huishoudens bijna 5 procent lager.
De consumptie door de overheid was 7,4 procent hoger dan een jaar eerder. In vergelijking met het tweede kwartaal van 2020 was er in het tweede kwartaal van 2021 veel minder zorguitval. Verder groeiden de bestedingen van de overheid op het gebied van gezondheid, onderwijs en sociale zekerheid sterk door extra uitgaven aan testen en vaccineren.
Meer geïnvesteerd in woningen, personenauto’s en machines
In het tweede kwartaal van 2021 zijn de investeringen in vaste activa met 9,5 procent gegroeid. Er werd vooral meer geïnvesteerd in woningen, bedrijfsgebouwen, personenauto’s, vrachtauto’s en machines en installaties. Ook de investeringen zijn nog niet terug op het pre-coronaniveau en lagen in vergelijking met het tweede kwartaal van 2019 nog ongeveer 1 procent lager.
Meer machines, transportmiddelen en chemische producten geëxporteerd
De uitvoer van goederen en diensten lag in het tweede kwartaal 14 procent hoger dan een jaar eerder. De uitvoer van goederen groeide sterk. Er gingen vooral meer machines, chemische producten en transportmiddelen naar het buitenland. De export van Nederlands fabricaat kwam 16 procent hoger uit, de wederuitvoer (de uitvoer van eerder ingevoerde producten) groeide met 21,1 procent. De uitvoer van diensten was iets hoger dan in het tweede kwartaal van 2020.
De invoer van goederen en diensten was 10,7 procent hoger. De uitvoer groeide harder dan de invoer waardoor het handelssaldo een positieve bijdrage had aan de economische groei.
Groei in bijna alle bedrijfstakken
De toegevoegde waarde (het verschil tussen productie en verbruik van energie, materialen en diensten) van de handel, vervoer en horeca lag in het tweede kwartaal van dit jaar 15,6 procent hoger dan een jaar eerder. De vervoerssector en vooral de horeca veerden sterk terug, maar zijn nog ver verwijderd van het niveau pre-corona. Daarentegen groeide de handel en reparatie niet alleen ten opzichte van een jaar geleden, maar ook in vergelijking met twee jaar eerder.
De industrie groeide met ruim 14 procent. Vooral de machine-, de metaal-, de voedingsmiddelen- en de transportmiddelenindustrie droegen hieraan bij. De bouwsector boekte een groei van 5 procent.
De toegevoegde waarde van de gezondheids- en welzijnszorg was 25,4 procent hoger dan een jaar eerder. Toen was sprake van sterke zorguitval. Dat speelde in het voorjaar van 2021 veel minder, bovendien draaide de vaccinatiecampagne op volle toeren.
De bedrijfstak cultuur, recreatie en overige diensten produceerde in het tweede kwartaal 11,1 procent meer dan een jaar eerder. Sport en ontspanning groeide weer, maar de kunst- en cultuursector kampte nog steeds met coronabeperkingen en kromp opnieuw. Ook voor deze bedrijfstak geldt dat pre-coronaniveaus nog heel ver weg zijn.
De zakelijke dienstverlening groeide met 10,6 procent. Vooral de specialistische zakelijke diensten (o.a. advisering en onderzoek), uitzendbureaus , reisbureaus en de overige zakelijke dienstverlening (o.a. beveiliging, reiniging en hoveniers) droegen hieraan bij. De toegevoegde waarde van de reisbureaus groeide met honderden procenten, maar is desondanks nog heel ver verwijderd van het niveau voor corona. Ook de zakelijke dienstverlening in totaal produceerde minder dan twee jaar geleden.
Bron: CBS