
Volgens de tweede berekening van het CBS is het bruto binnenlands product (bbp) in het vierde kwartaal van 2024 met 0,4 procent gegroeid ten opzichte van het derde kwartaal van 2024. Bij de eerste berekening, die is gepubliceerd op 14 februari, kwam de groei ook uit op 0,4 procent. De tweede berekening van het bbp wordt ongeveer 85 dagen na afloop van het kwartaal gepubliceerd.
Ook het totaalbeeld is niet veranderd. De stijging van het bbp in het vierde kwartaal is vooral toe te schrijven aan het handelssaldo en de investeringen. Ook de consumptie droeg positief bij.
Tweede berekening
De tweede berekening wordt 85 dagen na afloop van het kwartaal gemaakt. Na de eerste berekening, ongeveer 45 dagen na afloop van een kwartaal, komt voortdurend meer informatie beschikbaar over de Nederlandse economie, zoals van de bouw, de zakelijke dienstverlening, de horeca, de overheid, de zorg en de financiële instellingen, die vervolgens wordt verwerkt in nieuwe berekeningen.
De absolute bijstelling van de tweede berekening ten opzichte van de eerste berekening was de afgelopen vijf jaar (2020-2024) gemiddeld 0,1 procentpunt. De twee uitersten bedroegen -0,4 en 0,7 procentpunt, respectievelijk in 2024 en 2021.
Met ingang van het eerste kwartaal van 2025 zal de publicatie van de eerste berekening worden vervroegd naar 30 dagen na afloop van ieder kwartaal. Dat betekent dat het CBS niet op 15 mei, maar op 30 april de eerste raming van de economische groei en enkele arbeidsmarktindicatoren over het eerste kwartaal van 2025 zal publiceren.
Bijstelling groei in voorgaande kwartalen
Bij elke nieuwe berekening van het bbp bepaalt het CBS ook opnieuw de seizoengecorrigeerde reeks van de eerder gepubliceerde kwartalen. Dat heeft onder meer geleid tot een bijstelling van de bbp-groei in het eerste kwartaal van 2024, van -0,3 naar –0,2 procent, en in het tweede kwartaal van 2024, van 1,1 naar 1,0 procent.
Groei ten opzichte van het vierde kwartaal van 2023
Ten opzichte van een jaar eerder groeide de economie in het vierde kwartaal met 1,9 procent. Volgens de eerste berekening was dat 1,8 procent. De opwaartse bijstelling komt vooral doordat de consumptie door huishoudens opwaarts is bijgesteld. Het totaalbeeld is niet veranderd. De stijging van de investeringen droeg het meest bij aan de groei. De bijdragen van het handelssaldo en de consumptie door de overheid en huishoudens waren ook positief.
Bron: CBS